Rb Noord-Holland 260614 raadplegen sociale media staat Achmea vrij
- Meer over dit onderwerp:
Rb Noord-Holland 260614 persoonlijk onderzoek rechtmatig; geheime observatie vanaf de openbare weg i.c. geoorloofd en aangewezen;
raadplegen van sociale media staat Achmea vrij;
- gevorderd 34 uur x € 230,00 + BTW + 5% + griffierecht, begroot obv 20 uur
4 De beoordeling
4.1.
Een deelgeschil is een geschil tussen partijen waarbij een persoon een ander aansprakelijk houdt voor de schade die hij of zij lijdt door dood of letsel, omtrent of in verband met een deel van hetgeen tussen hen rechtens geldt en waarvan de beëindiging kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst over de vordering. De deelgeschilprocedure is dus bedoeld voor de situatie waarin partijen in het buitengerechtelijke onderhandelingstraject stuiten op geschilpunten die de algehele buitengerechtelijke afwikkeling belemmeren. Partijen vragen in een deelgeschilprocedure de rechter om op die geschilpunten te beslissen, zodat zij vervolgens verder kunnen met de buitengerechtelijke onderhandelingen met als doel het sluiten van een vaststellingsovereenkomst. Gelet daarop dient de rechtbank te beoordelen of de bijdrage van de verzochte beslissing aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst zodanig is dat dit opweegt tegen de kosten en het tijdsverloop van de procedure dan wel, indien dat niet het geval is, of het verzoek moet worden afgewezen.
4.2.
Het verzoek van X valt op zichzelf binnen de omschrijving van artikel 1019w Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Kern van het geschil is de vraag of de inhoud en de conclusie van het door Achmea uitgevoerde persoonlijk onderzoek bij de (verdere) schadeafwikkeling mag worden betrokken. Hierover kan de rechtbank in deze zaak een uitspraak doen. De stelling van Achmea dat zij, gelet op de uitkomsten van het persoonlijk onderzoek niet meer met X wenst te onderhandelen maakt dit niet anders. Anders kan een partij steeds aanvoeren dat een zaak zich niet leent voor behandeling in de deelgeschilprocedure stellende dat zij ondanks de rechterlijke uitspraak in een deelgeschilprocedure geenszins van plan is verder te onderhandelen. Daarmee zou de strekking van de deelgeschilprocedure onderuit worden gehaald.
4.3.
De rechtbank zal het eerste verzoek afwijzen. Zij overweegt daartoe als volgt. De zaak betreft er een waarin een forse schadevergoeding van Achmea wordt gevraagd – X begroot zijn schade op minimaal € 460.994,95. Deze schadevergoeding wordt gevraagd voor klachten die niet alleen medisch niet objectiveerbaar zijn, maar ook in sommige opzichten onlogisch zijn. De rechtbank wijst ter zake bijvoorbeeld op de verklaring van Van Deurzen (onder 2.4) omtrent de gestelde zwakte in het linkerbeen van X, die de arts niet kan plaatsen. Voorts ontving Achmea anonieme meldingen dat X zijn klachten zou overdrijven. Achmea is daarop niet voetstoots overgegaan tot het instellen van een persoonlijk onderzoek. Eerst heeft Achmea door middel van het raadplegen van sociale media, wat Achmea vrij stond, gekeken of de meldingen enig waarheidsgehalte hadden. Daarop trof Achmea een LinkedIn account van X waarop hij zich afficheert als ‘Casino at Pokerhuis’. Nu hierdoor de anonieme meldingen niet op voorhand van iedere betekenis ontbloot bleken, heeft dit enkele feit bij Achmea gerede twijfel kunnen doen ontstaan over de juistheid van het feitenonderzoek. Daaraan doet de stelling van X dat hij dit account had aangemaakt in samenspraak met het UWV niet af.