RBDHA 180625 fysiotherapeut vordert behandelkosten, patiënt roept in verzetproc. WAM-ass in vrijwaring, rb wijst af; onvoldoende zwaarwegend belang
- Meer over dit onderwerp:
RBDHA 180625 fysiotherapeut vordert behandelkosten, patiënt roept in verzetproc. WAM-ass in vrijwaring, rb wijst af; onvoldoende zwaarwegend belang
2. Het geschil in de hoofdzaak en het incident
2.1. In de dagvaarding waarmee Infomedics de verstekprocedure heeft ingeleid vorderde zij de veroordeling van [Opposant], om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, aan haar te betalen:
- de hoofdsom van € 186,=;
- de wettelijke rente over de hoofdsom, welke rente, berekend tot en met 26 september 2024, € 5,14 bedraagt;
- de buitengerechtelijke kosten van € 40,=;
met veroordeling van [Opposant] in de kosten van de procedure.
2.2. Aan haar vorderingen heeft Infomedics het volgende ten grondslag gelegd.
[Opposant] heeft in februari 2024 een aantal behandelingen gehad bij de fysiotherapeut. Voor deze behandelingen moet [Opposant] een bedrag van € 186,= betalen. Ondanks verschillende aanmaningen heeft [Opposant] het bedrag onbetaald gelaten.
2.3. Bij voornoemd verstekvonnis zijn de vorderingen van Infomedics toegewezen.
2.4. [Opposant] vordert in deze verzetprocedure, uitvoerbaar bij voorraad:
In de hoofdzaak:
- [Opposant] te ontheffen van de uit het verstekvonnis blijkende veroordeling, althans om Infomedics in haar vorderingen niet-ontvankelijk te verklaren, althans om deze vorderingen af te wijzen;
met veroordeling van Infomedics in de kosten van de procedure;
In het incident:
- [Opposant] toe te staan om Nationale Nederlanden N.V., gevestigd te (2595 AK) Den Haag aan de Prinses Beatrixlaan 35, in vrijwaring op te roepen,
met kosten rechtens.
2.5. [Opposant] heeft voor het eerst op 21 januari 2025 kennis genomen van het verstekvonnis. Hij is tijdig in verzet gekomen.
2.6. [Opposant] legt het volgende aan zijn vorderingen ten grondslag. [Opposant] is op 16 september 2022 op de fiets aangereden door een automobilist. Door het ongeval heeft hij letsel opgelopen en is hij niet in staat om te werken, waardoor zijn inkomen compleet is weggevallen. Vanwege het ongeval is hij door een fysiotherapeut behandeld. Het ongeval is door zijn verzekeraar Nationale Nederlanden erkend. Nationale Nederlanden is dan ook verantwoordelijk voor de verschenen schade als gevolg van het ongeval. Nationale Nederlanden heeft echter geweigerd tijdig te bevoorschotten. Om die reden is [Opposant] niet in staat geweest om het factuurbedrag van € 186,= te voldoen. In dat kader stelt [Opposant] dat Nationale Nederlanden verantwoordelijk is voor het ontstaan van de schade zoals door Infomedics is gevorderd en dient zij deze te dragen.
2.7. Infomedics heeft bezwaar gemaakt tegen het verzoek van [Opposant] en heeft hiertoe aangevoerd dat [Opposant] de factuur van de fysiotherapeut moet betalen, aangezien hij de behandelingen heeft genoten. Bovendien heeft [Opposant] niet aangetoond dat de onderhavige vordering onder de eventuele schadevergoedingsplicht valt van Nationale Nederlanden. De behandelingen zijn immers ruim na het ongeval genoten. Verder stelt Infomedics dat een oproep in vrijwaring onnodig is en zal leiden tot onevenredige vertraging van de procedure.
3. Beoordeling
in de hoofdzaak
3.1. [Opposant] stelt dat mr. Eskes op 21 januari 2025 voor het eerst kennis heeft genomen van het verstekvonnis. Relevant is echter wanneer [Opposant] (zelf) kennis heeft genomen van het verstekvonnis. [Opposant] heeft niet gesteld wanneer en hoe het verstekvonnis is betekend. Evenmin heeft hij onderbouwd hoe hij kennis heeft genomen van het vonnis. Aangezien de ontvankelijkheid van het verzet ambtshalve getoetst moet worden dient [Opposant] nadere informatie in het geding te brengen waaruit blijkt dat het verzet tijdig is ingesteld.
in het incident:
3.2. Voor toewijzing van een incidentele vordering tot oproeping in vrijwaring is vereist dat eiser in het incident, de gewaarborgde, zich met redenen omkleed beroep op een rechtsverhouding met een derde, de waarborg, die meebrengt dat de waarborg verplicht is om de nadelige gevolgen van een eventuele veroordelende beslissing tegen de gewaarborgde in de hoofdzaak te dragen.
3.3. [Opposant] stelt dat indien hij wordt veroordeeld tot betaling van de fysiotherapeutrekening, deze door Nationale Nederlanden betaald moeten worden en dat hij om die reden recht en belang heeft om Nationale Nederlanden in vrijwaring op te roepen. Infomedics heeft zich tegen de oproeping in vrijwaring verzet. Bij de beoordeling van een vrijwaringsincident moet een afweging plaatsvinden van de belangen van partijen en de eisen van een doelmatige procesvoering. Met name gaat het om een afweging van het belang van de gewaarborgde bij de vrijwaring en het antwoord op de vraag of in de omstandigheden van het geval als gevolg van de vrijwaring een onredelijke of onnodige vertraging van het geding te verwachten is. De kantonrechter is van oordeel dat het belang van [Opposant] bij de oproeping van Nationale Nederlanden onvoldoende zwaarwegend is in het licht van het belang van Infomedics. Een eventuele procedure tussen [Opposant] en Nationale Nederlanden over de vergoeding van de door [Opposant] geleden letselschade zal zich onder meer toespitsen op de vraag of er causaal verband is tussen de aanrijding in september 2022 en de behandeling door de fysiotherapeut in februari 2024, hetgeen tot een complexe en uitvoerige behandeling kan leiden. Aangezien het hier gaat om een eenvoudige incassovordering van relatief beperkte omvang zal een vrijwaringsprocedure tot onredelijke vertraging van de hoofdzaak leiden. De vordering om Nationale Nederlanden in vrijwaring op te roepen wordt dan ook afgewezen.
3.4. [Opposant] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld.
in de hoofdzaak:
3.5. In de hoofdzaak zal een mondelinge behandeling worden bepaald zoals hieronder is vermeld. De kantonrechter houdt iedere verdere beslissing aan.
Met dank aan Dhr. mr. Tom Eskes, www.advocatenkantooreskes.nl voor het inzenden van deze uitspraak.
Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2025/RBDHA-180625