Overslaan en naar de inhoud gaan

RBROT 120221 gevolgmachtigd agent ipv verzekeraar gedagvaard; volgt afwijzing

RBROT 120221 gevolgmachtigd agent ipv verzekeraar gedagvaard; volgt afwijzing

2.
De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.

2.1
Schade 24 is een (letsel)schadebureau.

2.2
De heer [naam persoon 1] is op 7 oktober 2018, terwijl hij met zijn auto geparkeerd stond, aangereden door een auto. Deze auto behoorde toe aan en werd bestuurd door de heer [naam persoon 2] .

2.3
[gedaagde] heeft als gevolmachtigde agent van Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V. (hierna: “NN”) met [naam persoon 2] een motorrijtuigenverzekering gesloten.

2.4
De heer [naam persoon 1] heeft Schade 24 ingeschakeld om de voertuigschade te verhalen.

3.
De vordering

3.1
Schade24 heeft ter gelegenheid van de mondelinge behandeling haar eis gewijzigd en vordert thans [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 523,- aan hoofdsom,€ 78,45 buitengerechtelijke kosten en € 58,- aan verschenen rente, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding.

3.2
Aan haar vordering heeft Schade24 - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - ten grondslag gelegd dat de heer [naam persoon 2] onrechtmatig jegens de heer [naam persoon 1] heeft gehandeld en dat [gedaagde] als zijn verzekeraar verantwoordelijk is voor betaling van de gemaakte incassokosten.

4.
Het verweer

[gedaagde] heeft de vordering betwist en heeft daartoe – voor zover thans van belang –aangevoerd dat NN had moeten worden gedagvaard en niet [gedaagde] . Zij heeft slechts als gevolmachtigde van NN gehandeld. Voorts is Schade24 niet gemachtigd om namens [naam persoon 1] op te treden in rechte.

5
.De beoordeling

5.1
Tussen partijen is niet in geschil dat [gedaagde] in de afhandeling van de schade als gevolmachtigde van NN heeft gehandeld. De schade is door [gedaagde] , namens NN, erkend. De hier met die erkenning verband houdende vorderingen moeten dan ook tegenover NN worden ingesteld. Dat [gedaagde] , zoals Schade24 betoogt, de primaire gesprekspartner van Schade24 is geweest en debet is aan de opgelopen vertraging van de afwikkeling van deze kwestie, betekent niet dat zij in de plaats van NN treedt als schuldenaar. Eventueel onjuist of onvoldoende voortvarend handelen van [gedaagde] heeft slechts werking in haar relatie met NN. Voor een vordering jegens [gedaagde] ontbreekt een grondslag. De vordering wordt daarom afgewezen en Schade24 zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure.

5.2
[gedaagde] heeft verzocht om Schade24 te veroordelen in de daadwerkelijke proceskosten. Daaraan legt zij ten grondslag dat sprake is van misbruik van procesrecht, omdat reeds voorafgaand aan de procedure duidelijk was dat NN de formele procespartij was. De kantonrechter is echter van oordeel dat door Schade24 uitvoerig is aangevoerd waarom [gedaagde] in haar optiek toch aansprakelijk zou zijn. Zo heeft zij aangevoerd alleen met [gedaagde] gecorrespondeerd te hebben, en acht zij de lange tijd die in het dossier is gaan zitten, en daarmee de hoge kosten, de verantwoordelijkheid van [gedaagde] . Hoewel dat standpunt zoals zojuist geoordeeld niet juist is, kan niet gezegd worden dat dit zodanig evident was dat dat sprake is van misbruik van procesrecht. De proceskosten zullen daarom worden toegewezen als hierna vermeld. ECLI:NL:RBROT:2021:1882