Hof Arnhem 110510 asbest, kosten onderzoek naar aansprakelijkheid zoals genoteerd op conceptdeclaratie komen voor vergoeding in aanmerking
- Meer over dit onderwerp:
Hof Arnhem 110510 asbest, kosten onderzoek naar aansprakelijkheid zoals genoteerd op conceptdeclaratie komen voor vergoeding in aanmerking
Het incidenteel hoger beroep
4.21 De grief van [geïntimeerden] heeft betrekking op de afwijzing van de post buitengerechtelijke kosten groot € 4.032,38 inclusief btw. Dit bedrag bestaat voor € 3.703,88 uit het door mr. Ruers over de periode van 28 september 2002 tot en met 25 november 2006 in rekening gebrachte honorarium en voor het overige uit verschotten (€ 178,50 nota dr. P. Baas en € 150,- nota NKI-AVL). Nefalit heeft de vordering ook in hoger beroep gemotiveerd betwist.
4.22 Het hof is van oordeel dat de erven voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat de opgevoerde kosten als redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid kunnen worden aangemerkt. Het hof acht gelet op de vaststaande feiten en hetgeen in de rechtsoverwegingen 3.5 en volgende is overwogen aannemelijk dat mr. Ruers de in rekening gebrachte uren heeft moeten besteden om te kunnen achterhalen welke persoon aansprakelijk is voor de gevorderde schade. Het feit dat hij zich eerst tot Eternit Fabrieken B.V. heeft gewend en daar nul op het rekest kreeg, brengt nog niet mee dat de met de desbetreffende werkzaamheden gemoeide kosten niet redelijk zijn, in aanmerking genomen dat de erven geconfronteerd werden met afwijzing van aansprakelijkheid door Eternit op twee onderscheiden gronden, hetgeen hen dwong op beide punten nader onderzoek te verrichten, terwijl zij - zoals zij onweersproken hebben gesteld - ook tegenwerking hebben ondervonden van de zijde van de eigenaar van de manege bij hun poging om de herkomst van de platen te achterhalen. De omstandigheid dat bij de inleidende dagvaarding alleen een concept-declaratie is overgelegd betekent nog niet dat de erven het in rekening gebrachte bedrag niet verschuldigd zijn. Het hof acht het in rekening gebrachte bedrag verder redelijk. De genoemde twee nota’s betreffen kennelijk kosten die zijn gemaakt om de diagnose maligne mesothelioom te kunnen vaststellen en voldoen eveneens aan de dubbele redelijkheidstoets. De grief slaagt kortom. LJN BM5180