Hof Den Bosch, 191006; advocaatkosten terzake van arbeidsgeschil zijn voor werknemer niet aftrekbaar
- Meer over dit onderwerp:
Hof Den Bosch, 191006; advocaatkosten terzake van arbeidsgeschil zijn voor werknemer niet aftrekbaar
4.1. De omstandigheid dat advocaatkosten die werkgever en werknemer maken ter zake van een geschil tussen hen beiden bij de werkgever ten laste van diens winst kunnen worden gebracht, doch bij de werknemer niet aftrekbaar zijn, berust op het door de wetgever gemaakte verschil in de fiscale behandeling van winst uit onderneming en belastbaar loon uit dienstbetrekking. Dit verschil komt in de fiscale wetgeving en ook daarbuiten op een groot aantal punten tot uitdrukking en berust op het aan de wetgever voorbehouden oordeel dat ondernemer en werknemer op relevante punten niet vergelijkbaar zijn. Op grond hiervan kan een genieter van winst uit onderneming niet gelijk kan worden gesteld aan een genieter van belastbaar loon uit dienstbetrekking. Van een ongelijke behandeling van gelijke gevallen is dan ook geen sprake.
4.2. Uit het vorenstaande vloeit voort dat belanghebbendes beroep op artikel 14 van het Europese Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens in combinatie met protocol 12 bij dit verdrag en artikel 26 van het Internationaal Verdrag inzake burgerlijke rechten en politieke rechten geen doel treft. LJN BA2535
4.1. De omstandigheid dat advocaatkosten die werkgever en werknemer maken ter zake van een geschil tussen hen beiden bij de werkgever ten laste van diens winst kunnen worden gebracht, doch bij de werknemer niet aftrekbaar zijn, berust op het door de wetgever gemaakte verschil in de fiscale behandeling van winst uit onderneming en belastbaar loon uit dienstbetrekking. Dit verschil komt in de fiscale wetgeving en ook daarbuiten op een groot aantal punten tot uitdrukking en berust op het aan de wetgever voorbehouden oordeel dat ondernemer en werknemer op relevante punten niet vergelijkbaar zijn. Op grond hiervan kan een genieter van winst uit onderneming niet gelijk kan worden gesteld aan een genieter van belastbaar loon uit dienstbetrekking. Van een ongelijke behandeling van gelijke gevallen is dan ook geen sprake.
4.2. Uit het vorenstaande vloeit voort dat belanghebbendes beroep op artikel 14 van het Europese Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens in combinatie met protocol 12 bij dit verdrag en artikel 26 van het Internationaal Verdrag inzake burgerlijke rechten en politieke rechten geen doel treft. LJN BA2535