Rb Zwolle 040707 rechtsbijstandkosten afgewezen want zorgverzekeraar bood "gratis" rechtsbijstand
- Meer over dit onderwerp:
Rb Zwolle 040707 rechtsbijstandkosten afgewezen want zorgverzekeraar bood "gratis" rechtsbijstand aan
benadeelde) heeft gevorderd de veroordeling van Noordhollandsche, uitvoerbaar bij voorraad, om aan hem te betalen 1.565,06 terzake van buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 november 2Ö06, met veroordeling van Noordhollandsche in de kosten van de procedure.
2 Aan zijn vordering heeft (benadeelde) ten grondslag gelegd dat na een hem op 24 augustus 2004 te Urk overkomen ongeval waarbij hij letsel heeft opgelopen, met Noordhollandsche als verzekeraar van degeen die hem heeft aangereden, een vaststellingsovereenkomst is gesloten. In deze vaststellingsovereenkomst is de schade die (benadeelde) als gevolg van het ongeval heeft geleden, geregeld met uitzondering van de buitengerechtelijke kosten. (benadeelde) heeft zich bij de afwikkeling van de schade laten bijstaan door mr. A.J. van der Kolk, als letselschadeadvocaat werkzaam bij Benthem & Gratema Advocaten. Noordhollandsche weigert èvtmwëTdëzë door (benadeelde) gemaakte buitengerechtelijke kosten ad 1.565,06 te vergoeden. Reden waarom (benadeelde) deze kosten in onderhavige procedure heeft gevorderd.
3 Noordhollandsche heeft als verweer aangevoerd dat zij niet bereid is om de gevorderde buitengerechtelijke kosten te voldoen omdat (benadeelde) terzake van die post geen vermogensschade lijdt. (benadeelde) is namelijk via zijn zorgverzekeraar Groene Land Achmea verwezen naar en heeft gebruik gemaakt van de diensten van Benthem & Gratama Advocaten. Noordhollandsche heeft een brochure van Groene Land Achmea in het geding gebracht waaruit volgens haar blijkt dat sprake is van gratis dienstverlening. Ook heeft Noordhollandsche verwezen naar de brief van 2 juni 2005 waarin door de letselschadeadvocaat van (benadeelde) , mr. Van der Kolk, wordt bevestigd dat (benadeelde) in beginsel geen declaratie voor de kosten van mr. Van der Kolk zal ontvangen en mr. Van der Kolk deze kosten zal trachten te verhalen op de tegenpartij. Wat er gebeurt als de kosten niet te verhalen zijn, wordt volgens Noordhollandsche niet aangegeven. (benadeelde) lijdt dus geen vermogensverlies, aldus Noordhollandsche. Voor het geval de buitengerechtelijke kosten wel als vermogensschade voor vergoeding in aanmerking dienen te komen, heeft Noordhollandsche het standpunt ingenomen dat (benadeelde) zijn vorderingsrechten middels cessie heeft overgedragen aan Benthem & Gratama Advocaten en (benadeelde) derhalve geen belang meer heeft bij deze procedure. Noordhollandsche heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vordering.
4 (benadeelde) heeft bij repliek in zijn algemeenheid de werkwijze in letselschadezaken van Groene Land Achmea en andere (zorgverzekeraars uitgebreid toegelicht alsmede de wijze van vergoeden van buitengerechtelijke incassokosten door deze verzekeraars. Naar het oordeel van de kantonrechter gaat het er evenwel niet om wat in zijn algemeenheid gebruik is maar of in het specifieke geval van (benadeelde) door Noordhollandsclie buitengerechtelijke incassokosten aan hem moeten worden voldaan. Volgens (benadeelde) zijn door hem buitengerechtelijke incassokosten gemaakt die als schade ex artikel 6:96 BW door Noordhollandsche vergoed moeten worden omdat Groene Land Achmea aan de bij haar verzekerden enkel een gratis verwijzingsdienst naar een gespecialiseerde letselschadeadvocaat van Benthem & Gratama Advocaten biedt. De letselschadeadvocaat mr. Van der Kolk zag, aldus (benadeelde) in zijn repliek, mogelijkheden om de door (benadeelde) geleden (letsel)schade alsmede de kosten van de door mr. Van der Kolk te verrichten werkzaamheden, te verhalen op Noordhollandsche maar de kosten van de werkzaamheden van mr. Van der Kolk zouden voor rekening van (benadeelde) komen indien deze niet verhaalbaar zouden blijken te zijn. Naar het oordeel van de kantonrechter kan (benadeelde) in het door hem ingenomen standpunt niet worden gevolgd. Dat enkel sprake is geweest van een "gratis verwijzingsdienst is door Noordhollandsche gemotiveerd betwist. Noordhollandsche heeft ter onderbouwing van haar verweer de brochure van Groene Land Achmea overgelegd waarin met geen woord wordt gerept over het slechts gratis zijn van de verwijzingsdienst. Integendeel, in de brochure wordt juist aangegeven dat er voor de verzekerden bij Groene Land Achmea, en daarvan is bij (benadeelde) sprake, recht bestaat op gratis juridisch advies als er lichamelijk letsel is opgelopen door de schuld van een ander, dat er aangeklopt kan worden voor juridisch advies dat niets kost, dat er recht is op informatie en advies hetgeen wordt verzorgd door een letselschadeadvocaat van Benthem & Gratama Advocaten en dat er recht is op juridische bijstand van een advocaat, ingeschakeld door Groene Land Achmea. Tenslotte volgt uit de brochure dat deze service (ktr:juridische bijstand) in beginsel gratis is waarbij vervolgens niet is vermeld, zoals (benadeelde) stelt, dat de verzekerde de kosten van de juridische bijstand moet dragen indien de kosten niet verhaalbaar zijn. Enkel wordt er in de brochure melding gemaakt van het feit dat indien er aanspraak gemaakt kan worden op kosteloze rechtshulp via de overheid, een verklaring dient te worden ingevuld. Daarvan was in het geval van (benadeelde) echter geen sprake. De slotsom is dan ook dat uit de brochure in ieder geval niet volgt dat (benadeelde) de kosten van mr. Van der Kolk moet dragen, ook niet indien deze niet verhaalbaar blijken te zijn. (benadeelde) heeft nog aangevoerd dat de tekst van de brochure in het licht dient te worden gesteld van een reclame-uiting waarin enige overdrijving niet vreemd is maar naar het oordeel van de kantonrechter miskent (benadeelde) hiermee de betekenis die aan deze brochure moet worden toegekend. Uit pagina 5 en 7 van de brochure volgt immers dat de in de brochure opgenomen voorschriften als algemene voorwaarden zijn te beschouwen. Zou slechts sprake zijn geweest van een reclame-uiting dan had het bovendien op de weg van (benadeelde) gelegen om de terzake geldende polisvoorwaarden in het geding te brengen die mogelijkerwijs steun hadden kunnen bieden aan het door (benadeelde) ingenomen standpunt. Dit heeft (benadeelde) evenwel nagelaten.
5Dat de werkzaamheden door mr. Van der Kolk in het kader van de letselschadezaak voorrekening van (benadeelde) komen indien deze niet verhaalbaar zouden blijken te zijn volgt, anders dan (benadeelde) heeft gesteld, evenmin uit de opdrachtbevestiging van 2 juni 2005 van mr. Van der Kolk aan (benadeelde) . In deze bevestiging wordt immers enkel aangegeven dat (benadeelde) in beginsel geen declaratie van mr. Van der Kolk voor wat betreft zijn kosten zal ontvangen omdat (benadeelde) via zijn ziektekostenverzekering bij Groene Land Achmea naar hem is doorverwezen. Voorts geeft mr. Van der Kolk aan dat hij zal trachten deze kosten te verhalen op de wederpartij. Dat (benadeelde) deze kosten moet betalen indien deze niet verhaalbaar zijn, wordt evenwel in het geheel niet in de opdrachtbevestiging aangegeven. Uit de enkele mededeling van mr. Van der Kolk dat zijn uurtarief 190,- per uur bedraagt, kan dit in ieder geval naar het oordeel van de kantonrechter niet worden afgeleid.
6 (benadeelde) heeft voorts nog verwezen naar een uitspraak van het Hof te s-Hertogenbosch d.d. 1 februari 1989 maar ook deze uitspraak kan (benadeelde) niet baten nu in die zaak ingevolge de tussen de verzekeraar en de verzekerde geldende polisvoorwaarde restitutie van de rechtsbijstandskosten door de verzekerde aan de verzekeraar diende plaats te vinden en de verzekerde om die reden deze schadepost op de derde kon verhalen. Dat in het geval van (benadeelde) van een met die zaak vergelijkbare polisvoorwaarde sprake is, is gesteld noch gebleken.
7De slotsom van hetgeen hiervoor is overwogen is dat door (benadeelde) onvoldoende is onderbouwd dat door hem buitengerechtelijke kosten zijn gemaakt die ingevolge artikel 6:96 BW door Noordhollandsche vergoed dienen te worden. Aan bewijslevering door middel van getuigen kan derhalve niet worden toegekomen. De vordering van (benadeelde) zal worden afgewezen. PIV-site