RBAMS 130225 voorlopig oordeel; uurtarief van € 80,00 voor juridische- en € 50,00 administratieve wzh voor afgestudeerd juriste
- Meer over dit onderwerp:
RBAMS 130225 zaak niet geschikt voor deelgeschilprocedure; gesprek over schade pas in beginfase; compensatie proceskosten deelgeschil
- voorlopig oordeel; uurtarief van € 80,00 voor juridische- en € 50,00 administratieve wzh voor afgestudeerd juriste
1De beoordeling
1.1.
Aan de orde is eerst de vraag of het verzoek voldoet aan de vereisten van artikel 1019w, lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) en artikel 1019x, derde lid Rv. De kantonrechter is van oordeel dat dit niet het geval is en overweegt daartoe het volgende.
1.2.
De deelgeschilprocedure kan worden gevoerd over een geschil omtrent of in verband met een deel van hetgeen tussen partijen rechtens geldt ter zake van aansprakelijkheid voor schade door letsel in gevallen dat de beëindiging van dat geschil kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst. De kantonrechter is van oordeel dat het verzoek niet aan de genoemde artikelen voldoet en overweegt daartoe het volgende.
1.3.
Op dit moment ligt er bij Achmea nog een verzoek tot nadere vaststelling van de schade voor. Op het voorstel dat door de gemachtigde van [eiser] in november 2024 is ingediend bij Achmea is nog geen inhoudelijke reactie van Achmea gekomen. Achmea heeft, zoals de gemachtigde van [eiser] tijdens de mondelinge behandeling heeft verklaard, verzocht om een nadere onderbouwing van de gestelde schade wegens verminderde verdiencapaciteit ten gevolge van het ongeval en onlangs nog een aanmaning gestuurd omdat die onderbouwing nog niet was gegeven. Onderdeel van het nog nader te voeren gesprek over de vaststelling van de schade tussen partijen is de hoogte van (het tarief voor) de buitengerechtelijke kosten. Het voorgaande betekent dat op dit moment tussen partijen het gesprek over de vaststelling nog pas in een beginfase is en dat betekent dat er nog geen sprake is van een geschil als bedoeld in artikel 1019w lid 1 Rv.
1.4.
In artikel 1019x, derde lid Rv, is voorts bepaald welke gegevens in een deelgeschilprocedure in het verzoekschrift moeten worden vermeld, zoals de aard en het vermoedelijke beloop van de vordering, een omschrijving van het deelgeschil en een zakelijk overzicht van de inhoud en het verloop van de onderhandelingen over de vordering. In het onderhavige verzoekschrift ontbreken al deze gegevens. Dit verzoekschrift is dan ook enkel bedoeld om het uurtarief van de gemachtigde vast te laten stellen. Daar is een deelgeschilprocedure niet voor bedoeld.
1.5.
Gelet op het vorenstaande zal het verzoek worden afgewezen.
1.6.
De kantonrechter ziet aanleiding om de proceskosten tussen partijen te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
1.7.
Tijdens de zitting heeft de kantonrechter bij wijze van voorlopig oordeel partijen laten weten het door Achmea voorgestelde uurtarief van € 80,00 (exclusief btw) voor juridische werkzaamheden van € 50,00 (exclusief btw) voor administratieve werkzaamheden niet onredelijk te vinden, gelet op het ontbreken van specifieke, juridische werkervaring en bewezen deskundigheid op het gebied van letselschade van de gemachtigde van [eiser] . Weliswaar is zij een afgestudeerd juriste die voor haar afstuderen een korte periode bij de schadeafdeling van Achmea heeft gewerkt en heeft zij twee kortere cursussen gedaan op het gebied van schade(verzekeringen), dat maakt nog niet dat voor haar rechtsbijstand in een letselschadezaak een tarief gelijk aan dat van een beëdigd advocaat, met kennis van het letselschaderecht verschuldigd is.
2De beslissing
De kantonrechter
2.1.
wijst het verzoek van [eiser] af,
2.2.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt. Rechtbank Amsterdam 13 februari 2025, ECLI:NL:RBAMS:2025:993