Overslaan en naar de inhoud gaan

RBROT 270320 geen letsel; expertisekosten à € 242,00 deels, bemiddelingskosten à € 275,00 niet redelijk/noodzakelijk; afwijzing vordering

RBROT 270320 geen letsel; expertisekosten à € 242,00 deels, bemiddelingskosten à € 275,00 niet redelijk/noodzakelijk; afwijzing vordering

2. De vaststaande feiten

2.1.
Op 1 mei 2019 heeft er een aanrijding plaatsgevonden tussen het voertuig van [naam 1] (hierna: [naam 1] ) en [gedaagde] . [gedaagde] reed achteruit vanuit een uitrit tegen de auto van [naam 1] . [gedaagde] heeft op het schadeformulier ingevuld: “Ik reed zelf uit parkeerstand. Mijn schuld.”.

2.2.
[naam 1] heeft op 7 mei 2019 zijn vordering tot schadevergoeding op [gedaagde] gecedeerd aan Claimant.

2.3.
ASN Autoschade de Wit Leiden-Zuid heeft op 14 mei 2019 de schade aan de auto van [naam 1] begroot op € 2.422,03.

2.4.
Bolsenbroek en Partners B.V. (hierna: B&P) heeft op 14 mei 2019 de schade aan de auto van [naam 1] begroot op € 2.503,18.

2.5.
Bij brief van 15 mei 2019 heeft de door Claimant ingeschakelde gemachtigde Schade Alert Verzekerden Hulpdiensten B.V. (hierna: Schade Alert) [gedaagde] aansprakelijk gesteld voor de schade. Volgens Schade Alert bedroeg de schade € 3.020,18, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag is opgebouwd uit de door B&P begrote schade aan de auto van [naam 1] ten bedrage van € 2.503,18, uit een bedrag van € 242,00 aan door B&P in rekening gebrachte expertisekosten en uit € 275,00 aan kosten voor Schade Alert.

2.6.
De verzekeraar van [gedaagde] (hierna: Reaal) heeft CED Nederland B.V. (hierna: CED) ingeschakeld om de schade aan de auto van [naam 1] te beoordelen. CED heeft op 13 juni 2019 de schade, na overleg met B&P, begroot op € 2.422,03.

2.7.
Reaal heeft Claimant op 19 juni 2019 laten weten dat een bedrag van € 2.422,03 aan schade vergoed wordt en dat € 140,00 aan expertisekosten en € 6,50 aan wettelijke rente vergoed worden. Op 24 juni 2019 heeft Reaal het toegezegde bedrag aan Claimant overgemaakt.

3.
De vordering

3.1.
Claimant heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 410,88, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover te rekenen vanaf de dag dat de diverse sub-posten verschuldigd waren tot de dag van voldoening. Claimant heeft tevens gevorderd [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten, alsmede de nakosten ad € 60,00 (zonder betekening) en € 140,00 (na betekening), te vermeerderen met de wettelijke rente.

3.2.
Claimant heeft aan haar vordering het volgende ten grondslag gelegd. Reaal heeft de kosten van de B&P niet volledig vergoed (slechts € 140,00 in plaats van € 242,00) en heeft de kosten van Schade Alert (€ 275,00 en € 33,88) helemaal niet vergoed. Op grond van artikel 6:96 lid 1 onder b en c BW moet [gedaagde] deze kosten vergoeden, omdat sprake is van redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid en ter verkrijging van vermogensschade buiten rechte.

4. Het verweer

[gedaagde] heeft tot afwijzing van de vordering geconcludeerd en daartoe aangevoerd dat de door Claimant gevorderde kosten niet op grond van artikel 6:96 BW door hem vergoed hoeven te worden. Hij stelt dat het niet nodig was zoveel kosten te maken om de omvang van de schade en aansprakelijkheid vast te stellen en evenmin om de juridische rechten van [naam 1] geldend te maken. Er is geen sprake van buitengerechtelijke kosten. Ook zijn de kosten in redelijkheid niet noodzakelijk en betwist [gedaagde] de redelijkheid van de omvang van de kosten. Evenmin heeft Claimant zich volgens [gedaagde] gehouden aan de schadebeperkingsplicht van artikel 6:101 BW. Als wel een bedrag aan buitengerechtelijke kosten toewijsbaar is, dan is [gedaagde] van mening dat dat bedrag in goede justitie vastgesteld moet worden. Daarbij moet als uitgangspunt worden genomen dat bij een autoschade doorgaans (vrijwel) geen buitengerechtelijke handelingen vereist zijn.

5. De beoordeling

5.1.
Het gaat in dit geschil in feite om de vraag of de verzekeraar van [gedaagde] een hoger bedrag aan schadevergoeding aan Claimant had moeten uitbetalen in verband met de aanrijding tussen [naam 1] en [gedaagde] . Vaststaat immers dat de verzekeraar van [gedaagde] wel een bedrag heeft betaald aan Claimant. Er is echter is nog discussie over de expertisekosten en de kosten van Schade Alert.

5.2.
Op grond van artikel 6:96 aanhef en lid 2 en onder b en c BW komen als vermogens-schade mede voor vergoeding in aanmerking de redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid en de redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte. Beoordeeld moet worden of de verrichte werkzaamheden redelijkerwijs noodzakelijk zijn geweest en of de gemaakte kosten naar hun omvang redelijk zijn.

Expertisekosten

5.3.
Reaal heeft namens [gedaagde] € 140,00 betaald aan Claimant voor de door haar ingeschakelde schade-expert B&P. Claimant is van mening dat zij recht heeft op het volledige bedrag van € 242,00 dat zij aan B&P betaald heeft.

5.4.
Partijen zijn het er over eens dat de expertisekosten van B&P op grond van artikel 6:96 lid 1 onder b en c BW voor vergoeding in aanmerking komen, want Reaal heeft immers een vergoeding betaald aan Claimant voor de expertise door B&P.

5.4.
Claimant stelt dat [naam 1] de schade heeft laten begroten door [naam 2] van B&P en dat deze expert drie uur (1 uur expertise en 2 reisuren tegen een half uurtarief) in rekening heeft gebracht tegen het uurtarief van € 100,00 (exclusief btw). Deze tijd was volgens Claimant nodig voor het doen van de expertise, zodat de kosten ook redelijk zijn.

5.5.
[gedaagde] voert aan dat de omvang door de expert geclaimde kosten niet redelijk is. Volgens hem bedragen de kosten die gemoeid zijn met het in kaart brengen van de omvang van een dergelijk eenvoudige schade doorgaans € 70,00 à € 80,00. Hij acht het onredelijk aan een relatief simpele schadeopname drie uur te besteden, waarvan twee reisuren. Het is niet redelijk voor een dergelijk eenvoudige klus een expert in te schakelen die 130 km van de locatie van de auto gevestigd is. De auto had voorts ook zelf naar de expert toegereden kunnen worden om de kosten niet zo hoog te laten zijn.

5.6.
De kantonrechter overweegt als volgt. Het grootste deel van de nota van B&P bestaat uit reisuren. [gedaagde] wordt gevolgd in zijn onweersproken gebleven stelling, dat Claimant onvoldoende heeft onderbouwd waarom het gelet op een relatief eenvoudige schade redelijk is om een expert uit Heumen in te schakelen, terwijl er ook voldoende schade-experts in de buurt te vinden zijn. Niet valt in te zien waarom [gedaagde] de reiskosten van de expert zou moeten vergoeden. Claimant heeft ook onweersproken gelaten dat de kosten van een dergelijke expertise normaal gesproken € 70,00 à € 80,00 bedragen. Reaal heeft dus al meer expertisekosten vergoed aan Claimant dan normaal gesproken gedaan wordt. De gevorderde expertisekosten worden afgewezen.

Inschakeling van Schade Alert

5.7.
Claimant heeft daarnaast gevorderd [gedaagde] te veroordelen in de kosten van Schade Alert. Claimant heeft in dit verband gesteld dat zij alle vereiste werkzaamheden heeft uitbesteed aan Schade Alert, omdat Claimant niet beschikt over de vereiste kennis en expertise voor deze werkzaamheden.

5.8.
Volgens [gedaagde] was het niet redelijk om Schade Alert in te schakelen voor de schadeafwikkeling. Hij wijst daarbij op het businessmodel van B&P en de aan haar verbonden vennootschappen en acht het niet redelijk dat een schadeclaim wordt gebruikt om allerlei aanvullende en onnodige kosten te creëren, waarvoor de aansprakelijke partij (meer in het bijzonder diens WAM verzekeraar) vervolgens zou moeten opkomen. [gedaagde] heeft daartoe aangevoerd dat de aansprakelijkheid immers al door hem was erkend en dat op het moment dat Schade Alert werd ingeschakeld door Claimant nog geen reden was om te veronderstellen dat [gedaagde] , althans Reaal, de schade aan de auto niet volledig zou vergoeden. Het was daarom volgens [gedaagde] niet noodzakelijk een jurist in de schakelen, omdat er geen juridische geschilpunten waren. Ook heeft [gedaagde] betwist dat Schade Alert daadwerkelijk een jurist naar de zaak heeft laten kijken.

5.9.
De kantonrechter is van oordeel dat Claimant onvoldoende heeft onderbouwd dat het in dit geval redelijk is een belangenbehartiger in te schakelen voor de schadeafwikkeling. Onbetwist is immers dat het om een eenvoudige schade ging, waarvan de aansprakelijkheid aanstonds is erkend door [gedaagde] . Niet valt in te zien waarom Claimant een jurist moet inschakelen om te helpen bij het verhalen van de schade bij [gedaagde] . Dit klemt te meer omdat [gedaagde] werd vertegenwoordigd door zijn verzekeraar, die bereid was de schade te betalen, zodat er geen redenen waren om te veronderstellen dat juridische bijstand noodzakelijk was. Het had op de weg van Claimant gelegen deugdelijk te onderbouwen waarom het desondanks redelijk was dat zij zichzelf liet vertegenwoordigen door een juridisch geschoolde belangenbehartiger. Nu Claimant dit niet heeft gedaan, ziet de kantonrechter geen grond [gedaagde] te veroordelen in de kosten van Schade Alert. ECLI:NL:RBROT:2020:2766