Rb Arnhem 040608 eiser had aanvraag voor gemeentelijk voorziening moeten indienen ivm woningaanp.
- Meer over dit onderwerp:
Rb Arnhem 040608 eiser had aanvraag voor gemeentelijk voorziening moeten indienen ivm woningaanpassing
Kosten aanpassing woning
2.20. In het vonnis van 7 maart 2007 heeft de rechtbank overwogen (rov. 2.7.) dat van [eiser] kan worden gevergd dat hij spoedig de noodzakelijke aanvragen voor de verkrijging van gemeentelijke voorzieningen voor aanpassingen van zijn woning zal indienen.
2.21. [eiser] heeft geen aanvraag voor vergoeding van deze kosten ingediend.
Bovemij stelt zich op het standpunt (onder 9 en 22) dat er van moet worden uitgegaan dat de gemeente op een aanvraag voor woonvoorzieningen positief zou hebben beslist en de kosten geheel voor haar rekening zou hebben genomen. Doordat [eiser] geen aanvraag heeft ingediend is hij tekortgeschoten in de op hem rustende schadebeperkingsplicht hetgeen er in dit geval toe moet leiden dat de gevorderde schadevergoeding geheel moet worden afgewezen, aldus Bovemij. [eiser] stelt daartegenover dat hij geen aanvraag heeft ingediend omdat dat, gelet op de beslissing op de aanvraag voor vergoeding van de vervoerskosten, geen zin zou hebben.
2.22. In het kader van de vraag of [eiser] is tekortgeschoten in de op hem rustende schadebeperkingsplicht is van belang waartoe een aanvraag bij de gemeente zou hebben geleid. Anders dan [eiser] betoogt volgt uit de gemeentelijke verordening (hoofdstuk 4) dat er geen inkomensmaximum geldt voor woonvoorzieningen, zoals voor de vervoerskosten. De aanvraag zou dus niet om die reden zijn afgewezen. Andere omstandigheden op grond waarvan de aanvraag zou zijn afgewezen heeft [eiser] niet aangevoerd en daarvan is de rechtbank ook niet gebleken. Dit leidt tot de conclusie dat de stelling van Bovemij dat de gemeente de kosten geheel voor haar rekening zou hebben genomen, onvoldoende gemotiveerd is betwist. Op grond daarvan oordeelt de rechtbank dat de vordering tot vergoeding van de kosten wegens aanpassing van de woning volledig zal worden afgewezen.
2.23. Aan het voorgaande voegt de rechtbank nog toe dat Bovemij reeds in haar conclusie van antwoord (nr. 44 e.v.) zich op het standpunt heeft gesteld dat [eiser] een aanvraag voor het verkrijgen van gemeentelijke voorzieningen voor aanpassing van de woning moest indienen. Uit het feit dat Bovemij nadien, in de loop van de procedure, voorschotten heeft uitgekeerd, onder meer ten behoeve van de aanpassing van de woning, kan niet worden afgeleid dat Bovemij heeft erkend gehouden te zijn tot vergoeding van de kosten voor aanpassing van de woning, dan wel dat zij het schadebeperkingsverweer heeft prijsgegeven. Overigens hebben de beide partijen aangegeven dat de totale te vergoeden schade moet worden vastgesteld en dat daarop vervolgens al hetgeen is voorgeschoten in mindering moet worden gebracht. LJN BD6024