Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof Den Bosch 090107 elleboogletsel; smartengeld f 16000,00 naar de maatstaven van 1990, wett. rente

Hof Den Bosch 090107 elleboogletsel; smartengeld f 16000,00 naar de maatstaven van 1990, wettelijke rente
4.9.1. Grief 6 betreft de omvang van het toegekende bedrag aan smartengeld ad f. 16.000,-- naar de maatstaven van 1990.
[X.] stelt dat dit bedrag had dienen te worden geïndexeerd naar de huidige maatstaven vanwege de geldontwaarding. [X.] acht het bedrag voorts te laag, gelet op het feit dat zijn elleboog is gefixeerd en slecht beperkte beweging toelaat. Hij heeft diverse operaties in het ziekenhuis moeten ondergaan. Er is sprake van fors aanhoudende pijn aan die arm. Er werd tengevolge van het armletsel een blijvende invaliditeit vastgesteld van 10%.

4.9.2. Licom heeft zich neergelegd bij het bedrag dat de kantonrechter heeft toegewezen. Volgens haar was in 1990
f. 1.500,-- per procent blijvende invaliditeit niet ongebruikelijk.

4.9.3. Het hof oordeelt als volgt.

Het hof gaat uit van 10% blijvende invaliditeit als gevolg van het functieverlies van de arm, zoals gesteld door Licom en ook blijkt uit de door [X.] overgelegde rapportage van zijn medisch adviseur [B.]. Het hof houdt verder rekening met de omstandigheden van dit geval, in het bijzonder de ziekenhuisopnames van [X.], zijn leeftijd ten tijde van het ongeval, de functie-beperking van de linker- arm, de aard van het letsel, de blijvende pijnklachten en de psychische gevolgen voorzover deze aannemelijk worden geacht. Het hof oordeelt het door de kantonrechter naar de maatstaven van 1990 toegewezen bedrag ad f. 16.000,-- in overeenstemming met de redelijkheid en billijkheid. Het meerdere dat [X.] vordert wordt afgewezen.
[X.] stelt dat de kantonrechter dit bedrag had dienen te indexeren.
Het hof verwerpt deze stelling. Geen grief is gericht tegen het oordeel van de kantonrechter dat de wettelijke rente is aangezegd op 18 februari 1994, en dat voor de ingangdatum van de wettelijke rente volgens oud Burgerlijk Wetboek het tijdstip van sommatie bepalend is. Evenmin is een grief gericht tegen de overweging dat Licom terzake smartengeld een bedrag ad f. 7.200,-- heeft voldaan, vermeerderd met rente. Het hof neemt dit derhalve als uitgangspunt. De toekenning van het resterende saldo ad f. 8.800,-- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
18 februari 1994 oordeelt het hof dan ook juist. De grief faalt.
LJN BA2880