Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Arnhem 250309 neuropraxie van de nervus ischiadicus rechts, E 19000,00

Rb Arnhem 250309 neuropraxie van de nervus ischiadicus rechts, E 19000,00
4.25.  Ter zitting heeft [gedaagde] verduidelijkt dat hij € 25.000,-- aan immateriële schadevergoeding vordert. Allianz meent dat een vergoeding van € 15.000,-- passend zou zijn gezien de toegekende bedragen in vergelijkbare gevallen.

4.26.  Vaststaat dat [gedaagde] als gevolg van het ongeval blijvende beperkingen ondervindt in het lopen, zitten en staan waardoor hij niet meer volledig in staat is zijn vroegere werkzaamheden en hobby’s uit te voeren en hij in het dagelijks leven, onder meer in het autorijden, wezenlijk beperkt is. De door Allianz genoemde gevallen (de nrs. 100 en 102, Smartengeldgids 2006) zijn in dat opzicht vergelijkbaar. Van wezenlijk verschil is echter dat [gedaagde] - zo blijkt uit de vele voorhanden medische informatie van onder meer neuroloog Stenvers en anesthesist Wagemans (zie onder de vaststaande feiten) - hevige pijnklachten ervaart en afhankelijk is van - zo is op grond van de overgelegde stukken voldoende aannemelijk - ingrijpende, frequente en pijnlijke pijnbestrijdingsbehandelingen. Dat aspect heeft een bepalende invloed op het leven van [gedaagde]. Allianz heeft wel gesuggereerd dat nader bezien zou moeten worden of deze pijnklachten in oorzakelijk verband staan met het ongeval maar daar ziet de rechtbank geen aanleiding voor nu niet in geschil is dat [gedaagde] voor het ongeval deze pijnklachten niet had, de diagnose neuropraxie van de nervus ischiadicus rechts ongevalsgerelateerd is en de betrokken artsen er van uit gaan dat deze pijnklachten verband houden met het ongeval. Op grond van de aard van het letsel, de daarmee verband houdende pijnbestrijdingsbehandelingen en de impact van een en ander op het leven van [gedaagde] ziet de rechtbank aanleiding een immateriële schadevergoeding toe te kennen van € 19.000,--. LJN BH9041