Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Zwolle 101104 ernstig hersenletsel; smartengeld vergoeding E 30000,00

Rb Zwolle 101104 ernstig hersenletsel; smartengeld vergoeding E 30000,00
smartengeld
3.16  Bij dagvaarding vorderde [eiser] een bedrag van fl. 110.000,00 aan smartengeld. Ofschoon [eiser] zijn vordering op dit punt niet uitdrukkelijk gewijzigd heeft, gaat de rechtbank er, gelet op de overgelegde renteberekening, vanuit dat [eiser] zijn vordering in de conclusie van repliek heeft gewijzigd in EUR 40.940,00. Univé meent dat een smartengeld van EUR 10.000,00 volstaat.

De rechtbank houdt bij de bepaling van het smartengeldbedrag rekening met het feit dat bij [eiser] sprake is van zwaar letsel. Door het ongeval is blijvend letsel ontstaan bij [eiser], waardoor hij blijvend in zijn ontplooiingsmogelijkheden beperkt is. Zo is hij, vanwege de vastgestelde cognitieve stoornissen en karakterstoornissen niet in staat om loonvormende arbeid te verrichten, kan hij niet zelfstandig wonen en is hij beperkt in zijn mogelijkheden om een relatie aan te gaan en een gezin te stichten. Bovendien heeft [eiser], naar onbetwist is gesteld, last van recidiverend eczeem en jeuk. Mede gelet op de jeugdige leeftijd van [eiser] ten tijde van het ongeval en uitspraken van andere rechters in vergelijkbare gevallen acht de rechtbank een smartengeldbedrag van EUR 30.000,00 op zijn plaats. Aldus is aan smartengeld toewijsbaar een bedrag van
EUR 21.000,00 (70% van EUR 30.000,00).
LJN BC6457