Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Maastricht 031208 13 jarig meisje met brandwonden linkerbeen waardoor 5 á 10 % bi; 12500

Rb Maastricht 031208 13 jarig meisje met brandwonden linkerbeen waardoor 5 á 10 % blijvende invaliditeit; 12500
Uit het bovenstaande volgt dat naar het oordeel van de rechtbank de gevolgen van het ongeval voor [Eiseres] in voldoende mate vast staan om thans de immateriële schadevergoeding vast te stellen. Om die reden is er ook geen grond om het verzoek van [Gedaagde] tot inzage door haar medisch adviseur in het volledig medisch dossier toe te wijzen.

Ten aanzien van de gederfde levensvreugde en de immateriële schade
4.9
Bij die vaststelling van de vergoeding voor immateriële schade wenst de rechtbank voorop te stellen dat zij [Eiseres] volgt, waar zij stelt dat het ongeval een ernstige aantasting betekent van haar levensvreugde. [Eiseres] was ten tijde van het ongeval 13 jaar. De verwondingen die zij heeft opgelopen en de vele operaties en ziekenhuisopnames die zij heeft moeten ondergaan, hebben een grote invloed gehad op de wijze waarop zij haar jeugdjaren heeft doorgebracht en heeft beleefd. Dat eiseres zich schaamt voor haar littekens en om die reden in haar jeugd bijvoorbeeld niet meer wilde zwemmen met leeftijdgenoten en dat zij als meisje en jong volwassene geen jurken meer durfde te dragen, vindt de rechtbank een meer dan begrijpelijke reactie. De rechtbank acht het eveneens terecht dat zij dat als een beperking van haar levensvreugde heeft ondervonden. Ook nu de eindtoestand is ingetreden, zijn de littekens nog steeds ontsierend en vindt de rechtbank het begrijpelijk dat [Eiseres] de aanwezigheid daarvan als storend ervaart en dat zij zich beperkt acht in de wijze waarop zij zich kan kleden. De rechtbank acht het, mild uitgedrukt, weinig kies en getuigen van weinig menselijk inzicht dat [Gedaagde] in haar conclusie van antwoord deze ingrijpende gevolgen voor aanvankelijk het meisje en thans de jonge vrouw [Eiseres] bagatelliseert en dat zij stelt dat het niet langer dragen van jurken een persoonlijke afweging is en dat [Eiseres] de ongewenste consequenties daarvan kan voorkomen door het dragen van een maillot.
Voorts staat vast dat [Eiseres] door de verwondingen die ze heeft opgelopen blijvende beperkingen overhoudt voor haar toekomstige beroepsuitoefening. Of die beperking nu 5% is, zoals [Gedaagde] stelt, of 10%, zoals [Eiseres] stelt, acht de rechtbank voor de vaststelling van de omvang van de immateriële schadevergoeding niet relevant. Voor de vaststelling van de immateriële schadevergoeding is het van belang dat vast staat dat [Eiseres] ten gevolge van het ongeval in beperkte mate blijvend arbeidsongeschikt is geworden. Het verschil van mening tussen partijen omtrent het exacte percentage is zodanig gering dat dat geen invloed heeft op de vaststelling van de immateriële schade die uit de beperking voortvloeit. Er is dan ook geen grond om een deskundige te benoemen ter vaststelling van de exacte aard van de beperkingen en het percentage arbeidsongeschiktheid die dat meebrengt, dan wel om [Eiseres] anderszins toe te laten tot het leveren van bewijs op dit punt. Hetzelfde geldt ook voor de pijnklachten, waarvan het bestaan niet wordt betwist, maar waaromtrent partijen van mening verschillen waar het gaat om de mate waarin de klachten zich voordoen.

4.10 De rechtbank zal bij de vaststelling van de hoogte van de immateriële schadevergoeding enerzijds de ernst van de gevolgen (zoals hierboven omschreven) en anderzijds de hoogte van de vergoedingen zoals die voor vergelijkbare zaken in de rechtspraak plegen te worden toegekend als uitgangspunt nemen. Dit laatste aspect lijdt ertoe dat er geen plaats is voor een toewijzing van de gevorderde vergoeding van € 22.500,00. Een dergelijke vergoeding wordt in de rechtspraak slechts toegekend in zaken waarin zowel de ernst van het letsel als de gevolgen die dit heeft op het leven van de gelaedeerde, beduidend groter zijn dan in onderhavige zaak. De rechtbank acht alles in haar overwegingen betrekkende een vergoeding van € 12.500,00 passend en zal dit bedrag toewijzen. LJN BG5436