Hof 's-Hertogenbosch 191113 whiplash; functionele invaliditeit van 5%, depressief geraakt en volledig arbeidsongeschikt geworden; beperkt bij hobby’s, gitaarspelen en solderen; € 7.000 excl wettelijke rente
- Meer over dit onderwerp:
Hof 's-Hertogenbosch 191113 ongeval (1994); diverse schadeposten, waaronder BGK, onvoldoende onderbouwd; nadere informatie tbv verlies verdienvermogen nodig;
- whiplash; functionele invaliditeit van 5%, depressief geraakt en volledig arbeidsongeschikt geworden; beperkt bij hobby’s, gitaarspelen en solderen; € 7.000 excl wettelijke rente
vervolg op:
- hof-den-bosch-161110-whiplash-oordeel-over-onderzoek-neuroloog
- hof-s-hertogenbosch-200911-whiplash-ongeval-1994-benoeming-psychiater-na-eenzijdige-rapportages-vraagstelling-conform-iwmd
- hof-den-bosch-140513-whiplash-nav-deskundigenbericht-psychiater-psychische-klachten-en-arbeidsongeschiktheid-ongevalsgevolg
Ad f) smartengeld
15.13.1.
[appellant] vordert een bedrag van € 15.000,00 met wettelijke rente vanaf de datum van het ongeval. Hij heeft verwezen naar de door Van den Doel vastgesteld blijvende invaliditeit van 5%. Hij heeft voorts gesteld dat hij als gevolg van het ongeval volledig uit het arbeidsproces is geraakt en daardoor aanzienlijk minder sociale contacten heeft.
15.13.2.
London heeft gesteld dat een smartengeld van € 7.500,00 op zijn plaats is, waarin de wettelijke rente is verdisconteerd. Mocht uitgegaan worden van de aanspraak op wettelijke rente, dan dient te worden uitgegaan van de Smartengeldgids 1994. In dat geval gaat het om bedragen in de orde van € 2.500,00.
15.13.3.
Omtrent het letsel dat [appellant] heeft ondervonden overweegt het hof het volgende. [appellant] was ten tijde van het ongeval, op 18 september 1994, 37 jaar oud. Hij is eind september 1994 volledig uitgevallen voor zijn werk. [appellant] is vervolgens omgeschoold tot CAD-tekenaar en heeft vanaf september 1999 tot 13 januari 2003 als zodanig gewerkt, eerst 15 uur per week, later 12 uur per week. [appellant] heeft klachten ondervonden die worden omschreven bij het postwhiplashsyndroom: hoofdpijn, nekpijn, schouderpijn uitstralend naar de rechterarm, concentratieproblemen. Door de neuroloog is een functionele invaliditeit van 5% vastgesteld. [appellant] is vervolgens depressief geraakt en volledig arbeidsongeschikt geworden. Als gevolg van zijn klachten is hij beperkt in de uitoefening van zijn hobby’s, gitaarspelen en solderen.
15.13.4.
Bij de bepaling van smartengeld moet rekening worden gehouden met vergelijkbare gevallen en met de sinds het ontstaan van het letsel opgetreden geldontwaarding (HR 17 november 2000, NJ 2001/115). Gelet op vergelijkbare gevallen acht het hof, uitgaand van het huidige prijspeil, een smartengeld van € 10.000,00 euro redelijk. Het verweer van London dat niet de wettelijke rente over dit bedrag vanaf het ongeval verschuldigd is, maar de wettelijke rente over het bedrag zoals dat op de datum van het ongeval, in 1994, verschuldigd zou zijn geweest, slaagt. Rekening houdend met de geldontwaarding dient dit bedrag aan de hand van de CBS-prijsindexcijfers te worden terugberekend naar het prijspeil op de datum van het ongeval. Het hof komt dan –afgerond - op een bedrag van € 7.000,00. Dit bedrag zal worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de datum van het ongeval, 18 september 1994.