Overslaan en naar de inhoud gaan

CRvB, 030506 (schending EVRM, schadevergoeding vanwege lange (12 jaar) duur procedure; € 7500,00)

CRvB, 03-05-06 (schending EVRM, schadevergoeding vanwege lange (12 jaar) duur procedure; € 7500,00)
Daarmee is gegeven dat de onderhavige procedure, gerekend vanaf het beroep tegen het besluit van 13 april 1994, 12 jaar heeft geduurd. De Raad is, onder verwijzing naar zijn uitspraak van
8 december 2004 (LJN AR7273, gepubliceerd in USZ 2005/56) van oordeel dat daardoor de in artikel 6 van het EVRM bedoelde redelijke termijn ruimschoots is overschreden. Daarbij heeft de Raad in aanmerking genomen dat noch in de zaak zelf, die niet als complex is aan te merken, noch in de opstelling van appellante, een rechtvaardiging is aangetroffen voor de lange duur van deze procedure.

Voorts is de Raad van oordeel dat het Uwv, door de onaanvaardbaar lange termijn die hij heeft genomen om een besluit te nemen naar aanleiding van de uitspraak van de rechtbank en vervolgens de besluitvorming over appellantes bezwaren tegen dat besluit af te ronden, tevens appellante ervan heeft afgehouden om het in artikel 6, eerste lid, van het EVRM neergelegde recht op berechting binnen een redelijke termijn te effectueren. Ook daarbij heeft de Raad in aanmerking genomen dat noch in de zaak zelf, die niet als complex is aan te merken, noch in de opstelling van appellante een rechtvaardiging is aangetroffen voor de procedurele handelwijze van het Uwv.

De Raad acht het aannemelijk dat appellante als gevolg van de lange duur van de procedure een daadwerkelijke spanning en frustratie heeft ondergaan. De Raad acht, in aanmerking nemend het aandeel van het bestuursorgaan, om die reden termen aanwezig om het Uwv te veroordelen tot vergoeding van de door appellante geleden immateriële schade. De Raad stelt de door het Uwv te betalen schadevergoeding vast op een bedrag van € 7.500,--.
LJN AX6284