Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Den Bosch 021110 ten onrechte ongeldig verklaard rijbewijs; geen immateriele schadevergoeding

Rb Den Bosch 021110 ten onrechte ongeldig verklaard rijbewijs; geen immateriele schadevergoeding
9. Hoewel uit hetgeen eiser heeft aangevoerd blijkt dat hij een zekere mate van ongerief heeft moeten ondergaan als gevolg van het besluit tot ongeldigverklaring van zijn rijbewijs, heeft hij niet aannemelijk gemaakt dat hij als gevolg van dat besluit zodanig heeft geleden dat sprake is van een aantasting in evenbedoelde zin (vergelijk de hiervoor vermelde uitspraak van de Afdeling). De door eiser gestelde spanning en frustratie die de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs met zich bracht, kan niet op één lijn worden gesteld met de spanning en frustratie bij overschrijding van de redelijke termijn voor het nemen van een besluit, reeds omdat de aard en ernst van de onzekerheid over de uitkomst van een procedure van een andere orde en duur is dan de onzekerheid waarin eiser heeft verkeerd met betrekking tot de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs. Anders dan eiser heeft aangevoerd bestaat in onderhavige zaak dus geen grond voor het oordeel om, zoals ingeval bij overschrijding van de redelijke termijn voor het nemen van een besluit, spanning en frustratie als grond voor vergoeding van immateriële schade te veronderstellen. LJN BO2841