Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Den Haag 260815 noodzaak om schouder te ontzien, belemmering bij sporten, psychologische hulp en opzet daders; € 1.000 smartengeld

Rb Den Haag 260815 schouderluxatie na mishandeling; groepsaansprakelijkheid; beoordeling diverse schadeposten; 
- gederfde inkomsten door staken leertraject onvoldoende onderbouwd;
- kosten consult waar slachtoffer niet is verschenen, aanmaningskosten en rente
 niet vergoed ogv schadebeperkingsplicht;

- noodzaak om schouder te ontzien, belemmering bij sporten, psychologische hulp en opzet daders; € 1.000 smartengeld

4.12.

De rechtbank zal het hierna te vermelden bedrag toewijzen aan immateriële schadevergoeding. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat niet is betwist dat [eiser] na 18 juni 2013 gedurende een jaar nog drie keer opnieuw een geluxeerde schouder heeft gehad en dat aannemelijk is dat de noodzaak om zijn schouder te ontzien, hem nog steeds belemmert bij het sporten op intensieve wijze zoals hij deed voorafgaand aan de geweldpleging. Voorts blijkt uit de notities van de huisarts dat [eiser] door het hem aangedane geweld last heeft gehad van angsten, waarvoor hem psychologische hulp is aangeboden. Tenslotte neemt de rechtbank in haar overweging mee dat de schade het gevolg is van opzettelijke mishandeling. De rechtbank acht een bedrag ad € 1.000,- aan immateriële schadevergoeding passend bij hetgeen gelet hierop gebruikelijk is naar de huidige Nederlandse maatstaven.

4.13.
Nu [gedaagde 2] en [gedaagde 3] ieder reeds een bedrag ad € 167,- aan schadevergoeding hebben betaald, zal de rechtbank dit bedrag in mindering brengen op het totale toe te wijzen bedrag. De rechtbank zal derhalve toewijzen een bedrag ad afgerond € 1.685,00.

4.14.
De vordering zag op verwijzing naar de schadestaatprocedure en derhalve is geen wettelijke rente gevorderd. Nu de rechtbank de schade thans begroot, zal worden bepaald dat de toegewezen schadevergoeding dient te worden vermeerderd met de wettelijke rente per datum dagvaarding.ECLI:NL:RBDHA:2015:10309