Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Oost-Brabant 110614 mishandeling 17-jarige; gekeken moet worden naar het geheel van feiten en omstandigheden toekenning EUR 4.000,-

Rb Oost-Brabant 110614 mishandeling 17-jarige; psychisch letsel in overwegende mate gevolg mishandeling; causaal verband aangenomen;
- onzekerheid oorzaken studievertraging; 1 jaar toegerekend aan depressie agv mishandeling; toewijzing conform Richtlijn Letselschaderaad;
- opgebouwde studieschuld gedurende vertragingsjaar vastgesteld op de helft van twee jaar zonder studiefinanciering; € 4.400,-;
- vordering tzv mantelzorg afgewezen; niet aannemelijk dat inschakeling professionele krachten normaal en gebruikelijk zou zijn;
- geen blijvende fysieke of psychische beperkingen; vordering economische kwetsbaarheid afgewezen; 
- gekeken moet worden naar het geheel van feiten en omstandigheden toekenning EUR 4.000,-
-
 onvoldoende onderbouwd dat kosten betrekking hebben op andere werkzaamheden dan instructie zaak of voorbereiding procedure

Smartengeld

4.50.
[eiser] stelt dat de mishandeling een grote impact heeft gehad en hij meent dat daarvoor een immateriële schadevergoeding moet worden betaald van in totaal € 18.205,00 (waarvan € 2.150,- reeds door [gedaagden] is voldaan). [eiser] maakt daarbij een verdeling naar de soorten letsel die hij als gevolg van de mishandeling heeft opgelopen: hoofd/hersenletsel, polsletsel, neusletsel, gebitsletsel en zwellingen/schaafwonden in het gezicht. Hij kent aan elk van deze letsels bedragen toe, telkens met verwijzing naar in zijn ogen vergelijkbare gevallen genoemd in de Smartengeldbundel 2009. Ook wijst hij op zijn psychisch letsel.

4.51.
[gedaagden] menen dat zij niet meer verschuldigd zijn dan het in het rapport van Bureau Schadebemiddeling genoemde bedrag van € 2.150,- aan immateriële schadevergoeding dat zij reeds hebben voldaan.

4.52.
Het vaststellen van de omvang van geleden immateriële schade betreft een begroting van een naar billijkheid vast te stellen vergoeding. Daarbij moet rekening gehouden worden met alle omstandigheden van het geval, waaronder de aard van de aansprakelijkheid, de aard van het letsel, de duur en intensiteit van de uit de gebeurtenis voorvloeiende gevolgen voor de benadeelde en de ernst van de inbreuk op diens rechtsgevoel. De rechtbank houdt bij de begroting ook rekening met de bedragen die door Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen zijn toegekend. Het eenvoudigweg optellen van diverse bedragen uit de Smartengeldbundel 2009 – zoals [eiser] in de dagvaarding voorstaat – leidt naar het oordeel van de rechtbank niet tot een billijk resultaat. De bedragen die in de door hem genoemde (gesteld vergelijkbare) zaken aan de benadeelde zijn toegekend zijn immers niet gebaseerd op de aanwezigheid van een bepaald type letsel (zoals bijvoorbeeld het geval is in een letseltabel bij een ongevallenverzekering), maar hebben telkens betrekking op het geheel aan feiten en omstandigheden dat zich in die concrete zaak heeft voorgedaan.

4.53.
Bij het bepalen van de aan [eiser] toe te kennen immateriële schadevergoeding stelt de rechtbank voorop dat hetgeen hem is overkomen moet worden aangemerkt als een grove schending van zowel zijn lichamelijke als zijn geestelijke integriteit. [eiser] is op 17‑jarige leeftijd, voor hem onverwacht en zonder dat daarvoor enige rechtvaardiging bestond, slachtoffer geworden van een ernstig geweldsincident. Hij is door twee personen belaagd en, terwijl hij in weerloze positie op de grond lag, langdurig geschopt tegen zijn rug, hoofd en gezicht. Ten slotte hebben zijn belagers hem bebloed naar zijn ouderlijk huis gebracht/gesleept, met de bedoeling hem zo te dwingen tot afgifte van de aan één van hen toebehorende jas. Tijdens de mishandeling heeft [eiser] gedacht dat hij dood zou gaan en er is een moment geweest waarop hij hoopte op een definitieve doodschop. Het op hem uitgeoefende geweld heeft geleid tot ernstig fysiek letsel. In zijn linkeroog is een bloeduitstorting ontstaan, waardoor hij dubbel en wazig zag. Hij had duidelijke verschijnselen van een hersenschudding. Zijn rug was van zijn schouders tot zijn middel gekneusd en zijn voeten waren pijnlijk. Hij had pijnlijke plekken op zijn achterhoofd en door restanten van onderhuidse bloedingen kreeg hij na enkele weken last van haaruitval. De neus van [eiser] was aan twee zijden gebroken. Daarvoor was een operatie nodig waarna [eiser] gedurende 13 dagen een gipskapje heeft moeten dragen. Zijn reukvermogen is verminderd. Hij heeft een stukje van zijn voortand verloren en hij had diverse zwellingen en schaafwonden in het gezicht. De mishandeling heeft naast het fysieke letsel ook ernstige psychische klachten - met name forse angstklachten - bij [eiser] veroorzaakt, waarvoor hij zich onder behandeling heeft moeten stellen en die hebben bijgedragen aan het ontstaan van depressieve klachten. [eiser] heeft een aantal weken nodig gehad om fysiek te herstellen en een veel langere periode om van zijn psychische klachten af te raken. Het incident heeft, met name door de psychische gevolgen daarvan, meerdere jaren van [eiser]’ leven overschaduwd en geresulteerd in een studievertraging. Inmiddels gaat het goed met [eiser] en ziet zijn toekomst er positief uit.

4.54.
Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen acht de rechtbank een vergoeding van € 4.000,00 ter zake van smartengeld redelijk. Op dit bedrag zal in mindering worden gebracht het bedrag van € 2.150,- dat [gedaagden] reeds aan [eiser] hebben voldaan. De rechtbank zal het nog te vergoeden bedrag aan immateriële schade daarom vaststellen op een bedrag van € 1.850,00.

ECLI:NL:RBOBR:2014:3180