Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Rotterdam 130614 hoofdwond, kneuzingen en bloeduitstortingen; psychisch letsel staat niet vast, maar psychische gevolgen aannemelijk; € 750

Rb Rotterdam 130614 mishandeling met engelse sleutel; schadebegroting door rechtbank
- hoofdwond, kneuzingen en bloeduitstortingen; psychisch letsel staat niet vast, maar psychische gevolgen aannemelijk; € 750

4.5.

Eiser vordert een bedrag van € 5.000,-- voor smartengeld. Smartengeld is bedoeld om de benadeelde genoegdoening en compensatie te bieden voor wat hem is aangedaan. Bij het vaststellen van de hoogte van het schadebedrag moet rekening worden gehouden met alle omstandigheden, waarbij het gaat om de aard en ernst van het letsel en de gevolgen daarvan voor de benadeelde. Daarbij moet worden aangesloten bij de bedragen die door de rechter in Nederland plegen te worden toegekend in vergelijkbare gevallen.
Door de mishandeling is een hoofdwond ontstaan die met 5 hechtingen is gehecht. De hechtingen zijn na een week verwijderd en er is geen sprake van blijvend letsel. Daarnaast is sprake van kneuzingen en bloeduitstortingen op de rug. Het is aannemelijk dat eiser daardoor pijn heeft gehad, maar het hier beschreven letsel en de pijn zijn in tijd relatief beperkt geweest.
Eiser stelt voorts dat hij psychische schade heeft opgelopen. Door de mishandeling stelt hij angstig te zijn geworden. De kantonrechter stelt voorop dat dit psychisch letsel niet vaststaat. Niet is gesteld of gebleken dat eiser zich voor deze gevolgen onder behandeling heeft laten stellen. Ook is op geen enkele wijze gebleken van een causaal verband tussen de mishandeling, de terugval in de verslaving, het eindigen van de relatie en de algehele malaise in het leven van eiser.
Desondanks acht de kantonrechter het aannemelijk dat de mishandeling ook psychisch gevolgen moet hebben of hebben gehad. Eiser is immers door drie mensen uit de garage gesleurd, geslagen door twee mensen en bovendien op het hoofd geslagen door gedaagde met een grote Bahco-sleutel. Deze ervaring moet voor eiser een traumatische ervaring hebben opgeleverd. Het slaan met een zwaar voorwerp op het hoofd is nu eenmaal zeer bedreigend. Wanneer de sleutel op een ander deel van het hoofd terecht was gekomen had veel ernstiger letsel kunnen ontstaan en het kan niet worden uitgesloten dat het letsel fataal zou zijn geweest. In elk geval moet eiser op dat moment het gevoel hebben gehad dat zijn laatste uur geslagen was. Dat eiser daar slapeloze nachten van heeft gehad en nog altijd angstig is, is niet onaannemelijk. De kantonrechter vindt het een verzwarende omstandigheid dat gedaagde zondermeer is gaan slaan en zich niet eerst heeft laten informeren over het standpunt van eiser over wat er gebeurd is. Gedaagde heeft zich louter op de woorden van zijn zoon verlaten en niet aan eiser gevraagd wat er was gebeurd. Dit is vooral van belang omdat niet vaststaat dat eiser de zoon heeft aangeraakt of beledigd. Als de zoon het bandenrek in beweging heeft gebracht is het een volstrekt normale reactie dat die zoon op dit gedrag wordt aangesproken. Om dit aanspreken als beledigend aan te merken getuigt van weinig realiteitszin. Juist door zondermeer aan te vallen, zo oordeelt de kantonrechter, heeft gedaagde psychische schade veroorzaakt.
Alle omstandigheden in aanmerking nemend oordeelt de kantonrechter dat een immateriële schadevergoeding van € 750,-- op zijn plaats is.

ECLI:NL:RBROT:2014:4966