Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Zeeland-West-Brabant 180215 gehoorschade na mishandeling door twee personen; smartengeld € 5.500,00

Rb Zeeland-West-Brabant 180215 gehoorschade na mishandeling door twee personen; groepsaansprakelijkheid; smartengeld € 5.500,00;
- BGK gedekt door toevoeging; vergoeding eigen bijdrage na aftrek korting

smartengeld 

5.1. F heeft opgemerkt dat niet is gebleken in welke mate X last heeft van oorsuizingen. Mogelijk zijn de suizingen niet constant. De mate waarin het oorsuizen zich voordoet kan immers per persoon verschillen. Daarnaast kan de luidheid van de geluiden verschillen. Bovendien staat niet vast dat de oorsuizingen in de toekomst zullen toenemen. Het kan niet worden uitgesloten dat zij zullen verdwijnen. 

5.2. X heeft vervolgens omtrent zijn letselschade nader gesteld: 
X heeft gehoorschade overgehouden aan het voorval. Die gehoorschade komt erop neer dat X zeer vaak een storend zoemgeluid hoort. Dit is o.a. wanneer hij wakker wordt, maar ook op vele andere momenten wanneer het stil is en/of X weer aan het voorval wordt herinnerd. 
Bovendien hoort X ook minder met zijn linkeroor. In sommige gesprekken moet X zijn rechteroor toewenden om het goed te kunnen verstaan. Omdat de gehoorklachten al meer dan twee jaar spelen, is de kans klein dat deze klachten nog afzullen nemen. Integendeel, de klachten zullen erger worden. De letselschade is dus blijvend van aard. 

5.3. Aangezien oorsuizingen niet zijn te meten of anderszins objectief zijn te kwantificeren, kunnen een aantal van de door F genoemde onzekerheden niet onderzocht worden. Wel wordt ervan uitgegaan dat X last heeft van een persisterende tinnitus, omdat de KNO-arts dat heeft vastgesteld (zie 3.1.) Omtrent de kans dat de oorsuizingen in de toekomst al dan niet zullen toenemen heeft X geen nadere informatie gegeven of aangeboden. Ook deze onzekerheid is niet weggenomen. 

5.4. F wordt gevolgd in zijn standpunt dat X reeds schadeloos is gesteld voor de klappen in zijn gezicht die F hem persoonlijk heeft toegediend. Voor de bepaling van het smartengeld in deze zaak wordt als letsel in aanmerking genomen: 
Door schoppen tegen zijn hoofd heeft X een trommelvliesperforatie van het linkeroor opgelopen en een persisterende tinnitus. De perforatie bleek na tien weken te zijn genezen. Na tien weken bleek er een licht gehoorverlies links te zijn. Het staat niet vast dat het oorsuizen blijvend zal zijn. 
Voorts wordt in aanmerking genomen dat X is mishandeld zonder enige aanleiding. F treft ernstig verwijt voor het feit dat hij geweld van een derde tegen X heeft uitgelokt door tijdens een uitgaansnacht ruzie met X te zoeken en hem vervolgens aan te vallen door hem met twee vuistslagen ten val te brengen.

5.5. Gelet op het voorgaande en na vergelijking van de gevallen in de Smartengeldgids waarop X heeft gewezen, komt een smartengeld van € 5.500,- billijk voor. Dat bedrag zal aan X ten laste van F worden toegewezen. 

Met dank aan mr. J.A.M. de Kerf, Van Leeuwen & De Waard Advocaten, voor het inzenden van deze uitspraak. Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2015/rb-zeeland-west-brabant-180215nu ook op rechtspraak.nl: ECLI:NL:RBZWB:2015:1557