Rb Zeeland-West-Brabant 231215 ontucht met minderjarige; causaal verband met psychische klachten aangenomen, 1 jaar studievertraging cf richtlijn
- Meer over dit onderwerp:
Rb Zeeland-West-Brabant 231215 ontucht met minderjarige; causaal verband met psychische klachten aangenomen, 1 jaar studievertraging cf richtlijn, smartengeld € 1.000,00;
- kosten begeleiding moeder bij medische behandelingen minderjarige geschat op € 1.000,00
4.8. studievertraging
4.8.1. X stelt dat zij ten gevolge van het voorval een studievertraging heeft opgelopen van twee jaar. Ten tijde van de dagvaarding zit zij in 4 MAVO, terwijl zij in 5 HAVO had kunnen zitten. Zij beperkt haar vordering tot een vertraging van 1 jaar en vordert daarvoor het normbedrag overeenkomstig de Richtlijn Studievertraging van de Letselschaderaad van € 16.000,00.
4.8.2. Y betwist dat er causaal verband is tussen de terugval op school en het voorval.
4.8.3. Naast hetgeen zij onder 4.2 heeft overwogen met betrekking tot het causaal verband, overweegt de rechtbank dat uit productie 4 (verklaring vestigingsdirecteur van de middelbare school CSW d.d. 10 oktober 2013) voldoende naar voren komt dat X in ieder geval zonder vertraging met succes het VMBO theoretische leerweg (ook wel MAVO genoemd) had kunnen doorlopen. Ze zat in 2009/2010 in de eerste klas, zodat zij in het schooljaar 2012/2013 eindexamen had kunnen doen. Uit prod. 21 (cijferlijst eindexamen VMBO theoretische leerweg) blijkt dat zij eindexamen heeft gedaan in juni 2014. X stelt terecht dat zij niet onomstotelijk hoeft te bewijzen dat de studievertraging als enige oorzaak het onrechtmatig handelen van Y heeft. De vestigingsdirecteur rept over doubleren wegens veelvuldig schoolverzuim. Hel veelvuldig schoolverzuim is terug te voeren op de klachten die X ondervond na de ontucht, te wetlen angst, onzekerheid, schaamte tegenover leeftijdsgenoten en veelvuldige buikpijn en op de veelheid aan psychologische behandelingen. Het is dan ook aannemelijk dat de vertraging overwegend ten gevolge van het opgelopen trauma door de ontucht is veroorzaakt, zodat het aan Y is te stellen en eventueel te bewijzen dat de studievertraging een andere oorzaak heeft. Y heeft daartoe onvoldoende gesteld. Hij heeft tegen de hoogte van het bedrag van € 16.000,00 geen verweer gevoerd. De vordering zal op dit punt worden toegewezen.
Met dank aan mr. J.A.M. de Kerf, Van Leeuwen en De Waard Advocaten, voor het inzenden van deze uitspraak. Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2016/rb-zeeland-west-brabant-231215 , ook op rechtspraak.nl:ECLI:NL:RBZWB:2015:8736