Overslaan en naar de inhoud gaan

GHDHA 040220 verzekeraar niet aan te spreken voor schade aan daken van bedrijfsgebouwen door 'supercell'; rechtens relevante schadeoorzaak

GHDHA 040220 verzekeraar niet aan te spreken voor schade aan daken van bedrijfsgebouwen door 'supercell'; rechtens relevante schadeoorzaak

hoger beroep van rbrot-140318-geen-uitsluiting-voor-schade-door-hagel-tijdens-storm-supercell-dekking-onder-de-verzekering
Het geschil

3.1
[X] c.s. hebben in eerste aanleg – na wijziging van eis – gevorderd, kort gezegd, (naar het hof begrijpt) primair betaling van € 221.921,-, zijnde het schadebedrag genoemd in r.o. 2.9 vermeerderd met de verschenen wettelijke rente en kosten, en subsidiair: het verlenen van medewerking aan schadevaststelling conform de verzekeringsvoorwaarden, met veroordeling van Allianz tot vergoeding van de schade, nader op te maken bij staat, die [X] c.s. hebben geleden door de weigering van Allianz artikel 7 van de polisvoorwaarden na te komen.

3.2
Bij het bestreden vonnis is Allianz veroordeeld tot, zakelijk weergegeven, betaling van € 75.171,-, vermeerderd met de wettelijke rente, de proceskosten en de nakosten. De rechtbank overwoog daartoe dat volgens de dominant cause-leer de storm als de rechtens relevante oorzaak van de schade moet worden aangemerkt, omdat op 23 juni 2016 windsnelheden van 24 m/s zijn gemeten en de storm beslissend is geweest voor de omvang en zwaarte van de hagelstenen die de schade aan de daken van [X] c.s. hebben veroorzaakt. De rechtbank was verder van oordeel dat uit moest worden gegaan van overeenstemming tussen partijen over de door Dekra Experts begrote schade.

3.3
Allianz kan zich met het bestreden vonnis niet verenigen en heeft daartegen hoger beroep ingesteld. In hoger beroep vordert zij, kort gezegd, vernietiging van het bestreden vonnis, afwijzing van de vorderingen van [X] c.s., terugbetaling van hetgeen Allianz ter uitvoering van het bestreden vonnis aan [X] c.s. hebben voldaan, vermeerderd met wettelijke rente, en veroordeling van [X] c.s. in de proceskosten van beide instanties en in de nakosten.

3.4
In het incidenteel appel komen [X] c.s. – na opnieuw een wijziging van eis – op tegen de hoogte van het toegewezen bedrag. Zij stellen zich thans primair op het standpunt dat de schade € 211.910,32 excl. BTW bedraagt. Daarnaast voeren [X] c.s. één voorwaardelijke grief aan.

Causaliteit (grief 1 in het principaal appel en grief I in het incidenteel appel)

4.1
De (enige) grief in het principaal appel komt op tegen het oordeel van de rechtbank dat storm (en niet hagel) moet worden aangemerkt als rechtens relevante oorzaak van de door [X] c.s. geleden schade, en dat die schade onder de verzekering is gedekt. Allianz is van mening dat de rechtbank de dominant cause-leer onjuist heeft toegepast. Voor het geval deze grief slaagt, klaagt grief I in het incidenteel appel erover dat de rechtbank heeft geoordeeld dat bij de beantwoording van de vraag wat de oorzaak van de schade is, aansluiting moet worden gezocht bij de dominant cause-leer.

4.2
Het hof zal deze grieven gezamenlijk behandelen, nu zij beide (de toepassing van) de zogenaamde dominant cause-leer aan de orde stellen.

Het bepalen van de schadeoorzaak

4.3
Tussen partijen is niet in geschil dat op 23 juni 2016 sprake is geweest van een storm in de zin van de polisvoorwaarden, dat deze storm van invloed is geweest op de grootte en de zwaarte van de hagelstenen, en dat een causaliteitsmaatstaf in de polisvoorwaarden ontbreekt. Anders dan [X] c.s. betogen, leidt dit er echter niet toe dat de causaliteit tussen de storm en de schade in dit geval is gegeven. Aangezien de causaliteitsmaatstaf in de polisvoorwaarden ontbreekt, moet deze worden gevonden.

4.4
Het hof is met de rechtbank van oordeel dat, aangezien de polisvoorwaarden geen causaliteitsmaatstaf bevatten, het antwoord op de vraag of de schade van [X] c.s. onder de verzekering is gedekt afhangt van het antwoord op de vraag of de storm de rechtens relevante oorzaak is geweest van de schade (dominant cause-leer). De voorwaardelijke incidentele grief van [X] c.s. kan reeds daarom niet slagen. Een oorzaak kwalificeert als rechtens relevant als die geldt als de meest effectieve of meest dominerende factor voor het ontstaan van de schade. De rechtens relevante schadeoorzaak wordt mede vastgesteld met inachtneming van de regels van gezond verstand.

Rechtens relevante schadeoorzaak

4.5
Tussen partijen staat vast dat er op 23 juni 2016 een combinatie van storm, wind(stoten) en hagel heeft plaatsgevonden. Daarbij zijn hagelstenen met extreme afmetingen gevallen, die onder meer de golfplaten op de varkensstallen van [X] c.s. hebben geperforeerd. Toepassing van de in het vorige punt omschreven maatstaf leidt tot het oordeel dat de (inslaande) hagelstenen de rechtens relevante oorzaak van de schade zijn. Een gemiddeld persoon met gezond verstand zal in een dergelijk geval immers – mede gezien het schadebeeld – de hagel en niet de storm als schadeoorzaak aanwijzen. Daaraan kan niet afdoen dat de extreme omvang van de hagelstenen heeft kunnen ontstaan door de hevige storm. Een gemiddeld persoon met gezond verstand zal zich immers veelal niet eens realiseren dat luchtbewegingen hoog in de atmosfeer hebben bijdragen aan het vormen en vallen van de hagelstenen. Voor zover [X] c.s. menen dat sprake is van stormschade omdat valwinden ervoor hebben gezorgd dat de hagelstenen met ongebruikelijke snelheid tegen de daken van haar gebouwen zijn gewaaid en dat daardoor de schade is ontstaan, miskennen zij dat ook dat juist als hagelschade, en niet als stormschade te kwalificeren valt. Dit betekent dat de schade niet op grond van clausule 592 als stormschade is gedekt.

Dekking

4.6
Het betoog van [X] c.s. dat de schade onder de verzekering is gedekt, omdat Allianz indirecte schade veroorzaakt door storm niet van dekking heeft uitgesloten, faalt. Het gaat hier om een brandpolis waarbij de verzekerde de mogelijkheid heeft per object en per evenement voor een bepaalde dekking te kiezen (named perils-polis). Een uitsluitingsclausule komt pas aan de orde als eerst sprake is van een gedekt evenement. Dat doet zich hier niet voor. De door [X] c.s. afgesloten module voor onder andere stormschade dekt de schade aan de bedrijfsgebouwen van [X] c.s. niet. Daarbij merkt het hof op dat Allianz erop heeft gewezen dat clausule 593 “Bijzondere voorwaarden uitgebreide verzekering voor agrarische bedrijven” de mogelijkheid bood om naast stormschade ook hagelschade te verzekeren en dat [X] c.s. daar niet voor hebben gekozen. Door [X] c.s. is dit niet, althans onvoldoende gemotiveerd weersproken.

4.7
Het voorgaande leidt ertoe dat de in het geding zijnde schade van [X] c.s. niet onder de verzekering is gedekt en dat Allianz ter zake van deze schade onder de verzekering niet tot enige uitkering is gehouden.

Slotsom en proceskosten

5.1
De conclusie is dat het principaal appel slaagt en dat de voorwaardelijk ingestelde grief I van het incidenteel appel faalt. Gelet op het voorgaande behoeven de overige grieven in het incidenteel appel (II-IV), die opkomen tegen de hoogte van het door de rechtbank toegewezen schadebedrag, geen behandeling meer. Het incidenteel appel treft geen doel.

5.2
Het bestreden vonnis zal worden vernietigd en de vorderingen van [X] c.s. zullen alsnog worden afgewezen. Nu Allianz onbetwist heeft gesteld dat zij aan het bestreden vonnis heeft voldaan, komt de vordering tot terugbetaling voor toewijzing in aanmerking. De gevorderde wettelijke rente zal, nu [X] c.s. daartegen geen verweer hebben gevoerd, worden toegewezen als in het dictum bepaald.

5.3
[X] c.s. zullen als de in het ongelijk gestelde partijen in de proceskosten in eerste aanleg en in het principaal appel worden veroordeeld. Er is geen aanleiding om in het incidenteel appel tot een proceskostenveroordeling te komen. Aan een behandeling van de door [X] c.s. ingestelde grieven is het hof strikt genomen niet toegekomen. Hoewel is voldaan aan de voorwaarde waaronder grief I van het incidenteel appel is ingesteld en die grief om die reden in de beoordeling is betrokken, had het hof het onderwerp waarop die grief ziet in het kader van de devolutieve werking van het appel bij de behandeling van het principaal appel hoe dan ook moeten betrekken. ECLI:NL:GHDHA:2020:158