Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Rotterdam 051016 geen letsel; geen schending medewerkingsplicht idzv art 6 algemene voorwaarden; bewijsopdracht verzekeraar nav beroep op alcoholclausule

Rb Rotterdam 051016 geen letsel; geen schending medewerkingsplicht idzv art 6 algemene voorwaarden; bewijsopdracht verzekeraar nav beroep op alcoholclausule

2 De feiten

2.1.
[eiser] heeft een verzekeringsovereenkomst gesloten met Allianz voor zijn auto van het merk Volvo met kenteken 8-XRZ-94. De auto was eigendom van “X”, de eenmanszaak van [eiser] en werd voor een bedrag van € 42.623,00 (aflossing: € 700,34 per maand) gefinancierd bij Santander Consumer Finance Benelux B.V.

2.2.
Het polisblad van de hiervoor onder 2.1. vermelde verzekeringsovereenkomst vermeldt als verzekerde rubrieken wettelijke aansprakelijkheid, volledig casco, bonusbescherming en schade inzittenden.

2.3.
Op de verzekeringsovereenkomst zijn naast de algemene voorwaarden bij de Allianz auto- en motorverzekering (hierna: algemene polisvoorwaarden) ook de bijzondere voorwaarden voor volledig casco en beperkt casco (hierna: bijzondere polisvoorwaarden) van toepassing.

2.4.
Artikel 6 van de algemene voorwaarden luidt, voor zover van belang, als volgt:

“Wat moet u doen als u schade heeft of als uw auto weg is?
Is er iets gebeurd waardoor u schade heeft of kunt krijgen? En moeten wij misschien betalen voor die schade? Dan moet u het volgende doen: (…)
- U geeft ons zo snel mogelijk alle informatie over wat er gebeurd is. En alle andere informatie die wij nodig kunnen hebben om t beoordelen of wij moeten betalen.
- U moet meewerken aan alles wat wij doen om uw schade te regelen. En u mag niets doen wat voor ons nadelig kan zijn.”

2.5.
Artikel 7 van de algemene voorwaarden luidt, voor zover van belang, als volgt:

“Wanneer betalen we niet?
In de voorwaarden bij uw verzekering staat wanneer we wel en niet betalen. Daarnaast betalen we nooit in de volgender situaties:
Als u zich niet houdt aan deze voorwaarden:
 Houdt u zich niet aan de afspraken over wat u moet doen bij schade? Of houdt u zich niet aan de andere afspraken uit de voorwaarden? En is dat nadelig voor ons? San betalen we minder of niet voor schade.”

2.6.
Artikel 6 van de bijzondere voorwaarden luidt, voor zover van belang, als volgt:

“Wanneer betalen we niet voor uw schade?
In onze algemene voorwaarden leest u voor welke schade we niet betalen. In de volgende gevallen betalen we ook niet:
Als de bestuurder alcohol, medicijnen of drugs heeft gebruikt
 De schade is ontstaan terwijl de bestuurder van de auto meer alcohol, drugs of medicijnen in het bloed of in de adem heeft dan mag volgens de wet.”

2.7.
In de avond van 27 april 2015 (Koningsdag) heeft [eiser] een eenzijdig ongeval gehad met de auto. [eiser] is tijdens het rijden de macht over het stuur verloren, waardoor hij met zijn auto van de weg is geraakt en in een naastgelegen sloot is beland.

2.8.
In opdracht van Allianz heeft Iteb B.V. een expertise verricht naar de schadeomvang. Iteb heeft de schade op basis van de reparatiekosten van de auto inclusief btw vastgesteld op € 33.930,49.

3 Het geschil

3.1.
[eiser] vordert samengevat - veroordeling van Allianz tot betaling van (i) € 33.930,49 aan vervangende schadevergoeding/reparatiekosten, (ii) € 5.915,80 aan aanvullende schadevergoeding, (iii) € 5.000,00 aan waardevermindering van de auto en (iv) € 1.323,50 aan buitengerechtelijke kosten, een en ander vermeerderd met rente en kosten.

3.2.
Allianz voert verweer, dat strekt tot afwijzing van de vordering, kosten rechtens.

3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

4.1.
[eiser] vordert op grond van artikel 3:296 BW nakoming van de verzekeringsovereenkomst, die in beginsel dekking biedt voor schade aan het eigen voertuig als gevolg van een ongeval. [eiser] maakt op deze grond aanspraak op vergoeding van de reparatiekosten, die door een deskundige zijn vastgesteld op € 33.930,49 (inclusief BTW). Daarnaast vordert [eiser] , op de voet van artikel 6:74 lid 1 BW, een aanvullende schadevergoeding van in totaal € 10.915,80.

4.2.
Allianz betoogt dat zij niet gehouden is de schade van [eiser] te vergoeden en beroept zich in dit kader op (i) de alcoholclausule van artikel 6 van de bijzondere polisvoorwaarden en (ii) het niet nakomen door [eiser] van de verplichtingen neergelegd in artikel 6 van de algemene polisvoorwaarden, bezien in combinatie met het bepaalde in artikel 7 van de algemene polisvoorwaarden. [eiser] was ten tijde van het ongeval onder invloed van alcohol. Allianz wijst in dit verband in het bijzonder op het feit dat de betrokken verbalisanten hebben geconstateerd dat [eiser] naar alcohol rook en op discrepanties in de verklaringen en stellingen van [eiser] . Bovendien heeft hij de plaats van het ongeval direct verlaten, met achterlating van de auto en zonder de politie te waarschuwen, waardoor hij de belangen van Allianz ernstig heeft geschaad. Het ontbreken van een uitslag van een alcoholtest, waarop Allianz zich in deze procedure had kunnen beroepen, is het gevolg van het handelen van [eiser] , aldus Allianz. Allianz betwist in dit kader de door [eiser] gestelde toedracht van het ongeval.

4.3.
Tussen partijen staat vast dat [eiser] bij Allianz een verzekering had, die in beginsel dekking bood tegen schade zoals die zich heeft voorgedaan. Duidelijk is ook dat Allianz vermoedt dat [eiser] ten tijde van het ongeval alcohol gedronken had. [eiser] betwist dat hij ten tijde van het ongeval alcohol gedronken had. Tegen het beroep van Allianz op artikel 6 van de algemene polisvoorwaarden voert hij als verweer dat (de wijze waarop) dit beding (is geformuleerd) onredelijk bezwarend is, om welke reden hij de vernietiging daarvan inroept (vide artikel 6:233 BW).

4.4.
De rechtbank is van oordeel dat geen sprake is van feiten of omstandigheden die kunnen leiden tot een geslaagd beroep van Allianz op artikel 6 van de algemene polisvoorwaarden. Op grond van artikel 6 van de algemene polisvoorwaarden dient [eiser] zich - samengevat en zakelijk weergegeven - te onthouden van gedragingen die nadelig zijn voor Allianz. De stelling van Allianz dat het ontbreken van een uitslag van een alcoholtest aan het handelen van [eiser] te wijten is, is niet, althans onvoldoende onderbouwd en wordt om die reden gepasseerd. Aan bewijslevering op dit punt wordt dan ook niet toegekomen.
Daarbij heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat, naar Allianz zelf stelt (conclusie van antwoord onder 2.7.), de reden van het niet afnemen van een alcoholtest door de betrokken verbalisanten is gelegen in het ontbreken van de noodzakelijke apparatuur. Dat [eiser] vervolgens niet is meegenomen naar het politiebureau om daar (alsnog) een alcoholtest te ondergaan, is, naar Allianz zelf stelt (conclusie van antwoord onder 2.8.), het gevolg van een ongelukkige afweging van de betrokken verbalisanten.

4.5.
Overigens dient ook om een andere reden het beroep van Allianz op artikel 6 van de algemene polisvoorwaarden te worden verworpen. De rechtbank is van oordeel dat de wijze waarop artikel 6 van de algemene polisvoorwaarden is geformuleerd - te weten in zeer algemene, ruime bewoordingen - met zich brengt dat de inhoud daarvan voor meerderlei uitleg vatbaar is en dat daaruit niet duidelijk bepaalbaar is tot welke rechten en verplichten zulks voor de verzekerde leidt. In het voorgaande ligt besloten dat het beroep van [eiser] op de vernietigbaarheid van artikel 6 van de algemene polisvoorwaarden doel treft.

4.6.
Artikel 6 van de bijzondere polisvoorwaarden bepaalt dat Allianz niet gehouden is de schade aan het voertuig te vergoeden indien deze is ontstaan terwijl de bestuurder van het voertuig meer alcohol, drugs of medicijnen in het bloed of in de adem heeft dan volgens de wet is toegestaan. Het is in beginsel aan Allianz om te stellen en in voorkomend geval te bewijzen dat de uitsluitingsclausule van artikel 6 van de bijzondere voorwaarden van toepassing is.

4.7.
Ter onderbouwing van haar stelling dat [eiser] ten tijde van het ongeval alcohol gedronken had verwijst Allianz onder meer naar het door de betrokken verbalisanten opgestelde mutatierapport (productie 13 bij dagvaarding), dat, voor zover van belang, inhoudt:

“Naar de woning van tenaamgestelde [opmerking rechtbank: bedoeld is [eiser] ] gegaan en we troffen hem daar. Hij gaf aan dat hij afgesneden was en door een omstander naar huis gebracht was en de politie nog niet gebeld had omdat hij in paniek was. Hij rook ook naar de alcohol, maar we hadden geen HONAC aan boord. Maar betrof een eenzijdig ongeval, dus we konden er verder weinig mee.”

4.8.
Het voorgaande is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om reeds nu, voorshands, aan te nemen dat [eiser] ten tijde van het ongeval meer alcohol gedronken had dan volgens de wet toegestaan. Immers, vast staat dat een positieve uitslag van een door de politie afgenomen alcoholtest ontbreekt. Hier staan echter diverse discrepanties in de verklaringen en stellingen van [eiser] tegenover, die vooralsnog niet in het voordeel van [eiser] spreken. De rechtbank wijst in dit verband onder meer op het feit dat [eiser] tegen een getuige zou hebben gezegd dat hij zou worden opgehaald van de plaats van het ongeval en dat hij niet wilde dat deze getuige de politie zou bellen (zie het door de betrokken verbalisanten opgestelde mutatierapport). Ook heeft [eiser] niet eensluidend verklaard over hetgeen hij bij thuiskomst heeft gedaan en de reden waarom hij de politie (nog) niet heeft gebeld. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat niet zonder meer kan worden uitgesloten dat [eiser] ten tijde van het ongeval meer alcohol gedronken had dan volgens de wet toegestaan. De rechtbank zal Allianz dan ook opdragen te bewijzen dat [eiser] ten tijde van het ongeval meer alcohol gedronken had dan volgens de wet toegestaan.

4.9.
Indien Allianz slaagt in het haar opgedragen bewijs, ligt de vordering voor afwijzing gereed. Indien Allianz niet slaagt in het haar opgedragen bewijs, dient zij de schade van [eiser] in beginsel te vergoeden. Over de hoogte van die te vergoeden schade zullen partijen zich na bewijslevering, bij conclusie na enquête, nader kunnen uitlaten.

4.10.
Als Allianz het bewijs (mede) wenst te leveren door schriftelijke stukken of andere gegevens, dien zij deze afzonderlijk bij akte in het geding te brengen. Als Allianz het bewijs wil leveren door het doen horen van getuigen, moet zij dit in de akte vermelden en de verhinderdata opgeven van alle partijen en van de op te roepen getuigen. De rechtbank zal vervolgens een dag en uur voor een getuigenverhoor bepalen.

4.11.
Partijen moeten bij de getuigenverhoren in persoon (bij een rechtspersoon: rechtsgeldig vertegenwoordigd) aanwezig zijn. Als een partij zonder gegronde reden niet verschijnt, kan dit nadelige gevolgen voor die partij hebben.

4.12.
De rechtbank gaat ervan uit dat bij het tijdstip van oproeping van de getuigen rekening wordt gehouden met de te verwachten duur van het verhoor per getuige, waarbij als leidraad kan worden aangehouden dat het verhoor van een getuige die niet tevens partij is, ten minste 60 minuten pleegt te duren en dat van een getuige die ook partij is, ten minste 90 minuten. Als Allianz verwacht dat het verhoor van een getuige langer zal duren dan de hiervoor vermelde duur, kan dat in de te nemen akte worden vermeld.

4.13.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden. ECLI:NL:RBROT:2016:8265