Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Rotterdam 251006 uitleg bepaling in polis brandverzekering

Rb Rotterdam`25-10-06 uitleg bepaling in polis brandverzekering
5.6 Naar het oordeel van de rechtbank zijn de bewoordingen waarin de clausule is geformuleerd, niet voor meerdere uitleg vatbaar. Uitgaande van deze bewoordingen, ligt het dan ook voor de hand om de clausule in die zin uit te leggen dat [overledene], en thans [eisers], (uitsluitend) de oorzaak van de brand moet(en) bewijzen. De rechtbank acht in casu geen omstandigheden aanwezig om af te wijken van de uitleg die op grond van de letterlijke bewoordingen voor de hand ligt. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat het in een geval als het onderhavige, waar professionele verzekeraars staan tegenover een niet professionele partij, op de weg van verzekeraars ligt om een dergelijke clausule, die een afwijking vormt van de gebruikelijk gang van zaken en voor de andere partij zeer verstrekkende gevolgen kan hebben, zodanig te formuleren dat het voor de andere partij duidelijk is wat met de clausule wordt beoogd. Derhalve hadden verzekeraars, als zij met het opnemen van de clausule hadden willen bewerkstelligen dat in geval van brandstichting het bewijs van de oorzaak van de brand mede omvatte het bewijs van de identiteit van de brandstichter, de clausule aldus dienen te redigeren.
Zelfs indien de bewoordingen waarin de clausule is geformuleerd ook zouden kunnen worden uitgelegd op de door verzekeraars voorgestane wijze, geldt dat de clausule dient te worden uitgelegd zoals de rechtbank hiervoor heeft aangegeven. Immers, in geval van twijfel over de betekenis van een voorwaarde, dient de voor de verzekerde meest gunstige uitleg te prevaleren en de meest gunstige uitleg voor [eisers] is de uitleg zoals deze hierboven door de rechtbank is gegeven.
LJN AZ3039