RbZwolle 060207 kosten verbouwing; vermoeden waardestijging woning onvoldoende weersproken
- Meer over dit onderwerp:
RbZwolle 060207 kosten verbouwing; onvoldoende weersproken vermoeden dat woning in waarde is gestegen door verbouwing
2.17. [eiseres] vordert een bedrag van EURO 15.425,53 (fl. 34.000,00) aan verbouwingskosten. Zij stelt dat zij niet in staat is om zelfstandig te wonen en dat om die reden in overleg met de behandelend psycholoog besloten is de garage van de woning van haar ouders te verbouwen tot een min of meer zelfstandig appartement. De verbouwing is grotendeels in eigen beheer uitgevoerd door de vader van [eiseres]. De ouders van [eiseres] hebben voor de verbouwing een aanvullende lening moeten afsluiten.
Allianz heeft de medische noodzaak van de verbouwing betwist. Volgens haar is de verbouwing juist niet in overeenstemming met het beleid van de behandelend psycholoog, dat er juist op was gericht om de verhoudingen in het gezin losser te maken. Bovendien betwist Allianz dat de kosten van de verbouwing schade vormen. Door de verbouwing is de waarde van de woning toegenomen. Bovendien bespaart [eiseres] zich door de verbouwing woonlasten. In de situatie zonder ongeval zou zij deze woonlasten wel hebben moeten maken, meent Allianz. Tenslotte betwist Allianz de door [eiseres] gestelde omvang van de verbouwingskosten.
2.18. Ook wanneer er, met [eiseres], van wordt uitgegaan dat sprake is van een medische noodzaak voor de verbouwing, is de vordering naar het oordeel van de rechtbank niet toewijsbaar. [eiseres] heeft het verweer van Allianz, dat de kosten van de verbouwing geen schade vormen omdat de verbouwing heeft geleid tot een waardestijging van de woning, onvoldoende weerlegd. Het had op de weg van [eiseres] gelegen om, bijvoorbeeld middels een verklaring van een makelaar, haar op het eerste gezicht niet zeer voor de hand liggende stelling dat de woning niet meer waard is geworden door de verbouwing te onderbouwen. [eiseres] heeft dat echter nagelaten.
Het feit dat een waardestijging van de woning niet liquide is, leidt niet tot een ander oordeel, omdat het niet in de weg staat aan de vaststelling dat tegenover een vermindering van het vermogen vanwege gemaakte verbouwingskosten een (minstens zo grote) vermeerdering van het vermogen staat wegens de toename van de waarde van de woning, waardoor van schade -in de zin van een vermogensafname- per saldo geen sprake is. Het feit dat de waardestijging van de woning niet liquide is, zou wellicht een vergoeding van rente over de verbouwingskosten rechtvaardigen, maar een dergelijke vordering heeft [eiseres] niet ingesteld. LJN BA8627