Overslaan en naar de inhoud gaan

RvT 2006/018 Verzekeraar verstrekt onvolldige informatie m.b.t. aansprakelijkheid van verzekerde

RvT 2006/018 Verzekeraar verstrekt onvolldige informatie m.b.t. de aansprakelijkheid van zijn verzekerde

Het oordeel van de Raad:
1. Verzekeraar heeft klaagster bij brief van 31 maart 1994 een kopie van het door zijn verzekerde ingevulde aanrijdingsformulier gestuurd en klaagster medegedeeld dat uit dat formulier blijkt dat klaagster zelf aansprakelijk is voor de door haar geleden schade. Voorts heeft hij klaagster in deze brief medegedeeld dat zij, indien zij een andere mening is toegedaan, het bijgesloten inlichtingenformulier dient in te vullen - waarbij zij gemotiveerd dient aan te geven waarom zij van mening is dat de verzekerde aansprakelijk is - en aan verzekeraar dient te retourneren.

2. Deze door verzekeraar verstrekte informatie is niet juist, althans onvolledig, gezien het door de Hoge Raad op 28 februari 1992 (NJ 1993, 566) gewezen arrest waaruit volgt dat, wanneer de eigenaar van een motorrijtuig een fietser heeft aangereden, de eigenaar van het motorrijtuig in ieder geval voor 50% van de schade van die fietser aansprakelijk is, tenzij hij overmacht aannemelijk heeft gemaakt of sprake is van opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid van de fietser. De informatieverstrekking door verzekeraar aan klaagster was derhalve niet in overeenstemming met de hiervoor onder Inleiding geciteerde bepaling van artikel 1.3. van Bedrijfsregeling nr. 15.

3. Door te handelen als voormeld heeft verzekeraar de goede naam van het verzekeringsbedrijf geschaad, zodat de klacht gegrond moet worden verklaard. De Raad verbindt aan gegrondverklaring van de klacht de consequentie dat verzekeraar de schade opnieuw in behandeling moet nemen, indien de schade niet door de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van de voormalige advocaat van klaagster wordt geregeld. De omstandigheid dat verzekeraar zich in zijn brief van 20 mei 1999 op verjaring heeft beroepen, staat hieraan niet in de weg. Nu verzekeraar bij de behandeling van de schade niet heeft gehandeld in overeenstemming met de Bedrijfsregeling nr. 15 mocht van hem worden verwacht dat hij, in plaats van zich op verjaring te beroepen, met de behandeling van de schade voortging in afwachting van een beslissing omtrent de vraag of de genoemde beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar uiteindelijk de schade zou moeten dragen omdat de voormalige advocaat van het slachtoffer heeft verzuimd de verjaring van de vordering tegen degene die haar aanreed tijdig te stuiten. Klachteninstituut