Rb Arnhem 040707 kritiek van Univé m.b.t. tot inzichtelijkheid van berekening van Het Rekenbureau
- Meer over dit onderwerp:
Rb Arnhem 040707 kritiek van Univé m.b.t. tot inzichtelijkheid van berekening van Het Rekenbureau deelt de rechtbank niet
2.2. [eiser] heeft Het Rekenbureau te Houten een berekening laten maken van de netto schade wegens verlies aan verdienvermogen die sluit op EUR 40.803,00. Univé heeft een eigen berekening overgelegd die neerkomt op EUR 38.867,67. Volgens Univé is Het Rekenbureau - ten onrechte - uitgegaan van de fiscale tabel 2006 en is dat een mogelijke oorzaak van het verschil. Verder vindt zij de berekening van Het Rekenbureau onvoldoende doorgrondelijk om de juistheid daarvan te kunnen vaststellen.
2.3. De verwijzing naar de fiscale tabel 2006 in het rapport van Het Rekenbureau staat in een algemene opsomming van uitgangspunten voor de berekening van een contante waarde. In die opsomming staan bijvoorbeeld ook het inflatie- en rendementspercentage en het heffingsvrij vermogen voor 2006 vermeld en die variabelen zijn bij de daarna in het rapport opgenomen, per schadejaar vervaardigde berekeningen van het netto arbeidsvermogensverlies niet gebruikt. Enkel op grond van die verwijzing kan dus zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet worden geconcludeerd dat bij de onderhavige berekening van de netto schade voor elk jaar van de fiscale tabel 2006 is uitgegaan. Opgemerkt wordt dat de door Het Rekenbureau gehanteerde bedragen wegens zelfstandigenaftrek ook niet de voor 2006 geldende bedragen zijn.
De kritiek van Univé met betrekking tot de inzichtelijkheid van de berekening van Het Rekenbureau deelt de rechtbank evenmin. Uit de immers per fiscaal jaar uitgesplitste berekeningen blijkt, anders dan uit de berekening van Univé, met welke overige fiscale componenten (naast de toepasselijke tarieven voor dat jaar, die kennelijk zijn toegepast) nog meer rekening is gehouden. Dat terecht met die overige componenten, zoals bijvoorbeeld de zelfstandigenaftrek, rekening is gehouden, is door Univé niet bestreden. Op grond van het voorgaande zal de rechtbank de door [eiser] overgelegde berekening tot uitgangspunt nemen en de netto schade wegens verlies van arbeidsvermogen begroten op EUR 40.803,00. Tot dit bedrag komt het gevorderde verlies aan arbeidsvermogen voor vergoeding in aanmerking.
2.4. De partijen zijn het erover eens dat dit een onbelaste vergoeding betreft. Daarom heeft Univé geen bezwaar gemaakt tegen de door [eiser] gevorderde belastinggarantie en die zal dan ook worden toegewezen. LJN BB1687