Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof 's-Hertogenbosch 120814 vanwege gemeenschap van goederen abstrahering van feitelijke eigendomsverhoudingen, winstverdeling en salaris; kosten interim management vergoed

Hof 's-Hertogenbosch 120814 whiplash onderneemster; mede gelet op omvang schade recht op inzage in patiëntenkaart vanaf 2 jaar voor ongeval;
- hof volgt oordeel arbeidsdeskundige dat beperkingenprofiel door verzekeringsarts in dit geval niet nodig is; 
- dat slachtoffer met haar beperkingen toch 40 uur kan werken is onvoldoende gemotiveerd door arbeidsdeskundige; volledig arbeidsongeschikt voor eigen werk; 
- vanwege gemeenschap van goederen abstrahering van feitelijke eigendomsverhoudingen, winstverdeling en toegekend salaris; kosten interim management vergoed;
- hypothetisch inkomen zonder ongeval niet obv kosten vervanger, maar op netto bedrag dat echtgenoot als directeur heeft ontvangen;
- gevolgen fiscale verwerking voorschotten tzv kosten interim management komen voor rekening slachtoffer;

- smartengeld 31-jarige vrouw ogv rapport neuroloog € 18.000

vervolg op: rb-breda-040412-vanwege-gemeenschap-van-goederen-abstrahering-van-feitelijke-eigendomsverhoudingen-feitelijke-winstverdeling-en-feitelijk-toegekend-salaris

Situatie met ongeval

4.7.2.
De rechtbank heeft onbestreden overwogen dat de omstandigheid dat [geïntimeerde] en haar echtgenoot in gemeenschap van goederen gehuwde echtelieden zijn van belang is voor de wijze waarop de arbeidsvermogensschade van [geïntimeerde] moet worden begroot in die zin, dat de eigendomsverhoudingen, de winstverdeling en het feitelijke salaris dat aan de heer [geïntimeerde] is toegekend niet zonder meer het arbeidsvermogen van [geïntimeerde] weerspiegelt, zodat van deze omstandigheden bij de begroting van de arbeidsvermogensschade dient te worden geabstraheerd (r.o. 2.21, vonnis 4 april 2012). De rechtbank heeft terecht en op juiste gronden de bezwaren daartegen van [geïntimeerde] verworpen. Dit uitgangspunt geldt mitsdien ook in hoger beroep.

4.7.3.
Bij de bepaling van het feitelijk netto inkomen van [geïntimeerde] over de jaren 2000 t/m 2003 is de rechtbank uitgegaan van de situatie dat de door Amlin verstrekte voorschotten zijn verrekend met de kosten van interim management in die jaren, en dat de netto winst over die jaren volledig aan [geïntimeerde] wordt toegerekend (r.o. 2.25 en 2.26, vonnis 4 april 2012). De rechtbank heeft terecht en op juiste gronden de bezwaren van [geïntimeerde] tegen die volledige toerekening van de nettowinst aan [geïntimeerde] verworpen.

Voor de jaren 2000 t/m 2003 is de rechtbank uitgegaan van de volgende netto inkomensgegevens van [geïntimeerde] (r.o. 2.27 vonnis 4 april 2012):
- 2000: € 59.030
- 2001: € 24.414
- 2002: € 78.679
- 2003: € 54.021.

Bij de bepaling van het feitelijke netto inkomen van [geïntimeerde] met ongeval vanaf 2004 is de rechtbank er – onbestreden - van uitgegaan dat de WAZ-uitkering van [geïntimeerde] ook verstrekt zou zijn als [geïntimeerde] haar resterende verdiencapaciteit (€ 23.000,-- bruto op basis van 40 uur per week) te gelde zou maken, zodat de rechtbank bij de schadeberekening met die WAZ-uitkering rekening heeft gehouden (r.o. 2.34, vonnis 4 april 2012). Ook op dit punt zijn de bezwaren van [geïntimeerde] terecht en op juiste wijze verworpen. Dit is dus ook in hoger beroep het uitgangspunt.
Voor de jaren vanaf 2004 is de rechtbank mitsdien uitgegaan van het volgende netto-inkomen van [geïntimeerde] na ongeval (r.o. 2.35 vonnis 4 april 2012; resterende verdiencapaciteit van € 23.000 bruto met een urenbeperking tot 20 uur per week, plus WAZ uitkering) ):
- 2004: € 14.660
- 2005: € 36.514
- 2006: € 18.858
- 2007: € 18.694
- 2008: € 19.535
- na 2009: € 19.535, te corrigeren naar de inflatie.
Deze laatste gegevens over de jaren vanaf 2004 zijn ook in hoger beroep het uitgangspunt.

4.7.4.
Amlin heeft tegen de bepaling van het netto-inkomen van [geïntimeerde] over de jaren 2000 t/m 2003 bezwaren; volgens haar heeft de rechtbank de arbeidsvermogenschade over deze jaren ten onrechte begroot op (a) de exorbitant hoge kosten van de interimmanagers, en is (c) ten onrechte geen rekening gehouden met een overschot ter zake van de gederfde winst in 2002: in dat jaar is er niet alleen geen schade geleden, maar is er een overschot van € 22.619, aldus Amlin (grief 12). Bovendien moet volgens Amlin (b) de onjuiste boekhoudkundige en fiscale verwerking van de voor het interimmanagement betaalde voorschotten voor rekening van [geïntimeerde] blijven. De kosten van dat interimmanagement moeten (a) niet geheel ten laste van Amlin komen, nu [arbeidsdeskundige 3] heeft gerapporteerd dat [geïntimeerde] voor 40 uur kan werken (grief 13).
Volgens [geïntimeerde] zijn de betaalde voorschotten niet onjuist in de boekhouding verwerkt, waarvoor zij verwijst naar een door Amlin zelf gevraagd advies aan BDO [BDO] (prod. 5 cva/eis). [geïntimeerde] heeft de voorschotten gebruikt waarvoor ze bestemd waren. De rechtbank heeft volgens haar terecht de bruto kosten van het interimmanagement meegerekend. Wat betreft het door Amlin over 2002 gesignaleerde overschot stelt [geïntimeerde] dat dit de uiteindelijke einduitkomst niet verandert.

4.7.5.1. 
Het hof oordeelt als volgt.

(a) Hoge kosten interim managers, brutokosten, geheel/ten dele ten laste van Amlin:
Aanvankelijk is in overleg met Amlin besloten een interimmanager aan te trekken (vanaf 1 augustus 2000) in de toen nog levende verwachting dat [geïntimeerde] na enkele maanden hersteld zou zijn en het bedrijf weer zou kunnen gaan leiden. Tot (januari) 2004 zijn er drie interimmanagers aangesteld geweest, waarna de echtgenoot van [geïntimeerde] het bedrijf vanaf oktober 2004 is gaan leiden. Amlin heeft voorschotten t.b.v. de interim managers verstrekt tot in januari 2004, toen het rapport van [arbeidsdeskundige 3] verscheen. In november 2004 is de vof omgezet in een BV (EuroCave Nederland B.V.), waarvan de aandelen gehouden worden door Meru Holding B.V., van welke laatste vennootschap [geïntimeerde] en haar echtgenoot ieder voor 50% aandeelhouder zijn.De kosten van de interimmanagers lagen op gemiddeld € 189.400 per jaar, wat Van der Eijk bijzonder hoog noemt voor een onderneming van deze omvang (p. 3-43 rapport). In totaal is over de jaren 2000 t/m 2003 aan interimkosten uitgegeven een bedrag van € 647.142,-- (Van der Eijk p. 3-52).
Wat betreft de hoge kosten van de achtereenvolgende interim managers overweegt de rechtbank dat Amlin deze kosten gedurende ongeveer 3 ½ jaar heeft vergoed. Amlin heeft dat niet kritiekloos gedaan, zoals blijkt uit de door haar geciteerde brieven (conclusie 22 maart 2006) uit de periode 29 mei 2001 tot 8 oktober 2003. Dat neemt echter niet weg dat Amlin in deze hele periode nooit specifiek bezwaar heeft gemaakt tegen de hoogte van de met de interim managers overeengekomen vergoeding, anders dan éénmaal met een enkel woord in de brief van 29 mei 2001 en daarna enkel met een algemeen beroep op de schadebeperkingsplicht van [geïntimeerde], waarbij in discussie was of de betaalde bedragen voorschotten onder algemene titel waren of toegerekend mochten worden aan de kosten van interim management. Onder deze omstandigheden is het hof van oordeel dat de door [geïntimeerde] gemaakte kosten voor interim management, hoewel hoog, acceptabel zijn en dat het ook acceptabel is dat zij de voorschotten in die periode heeft aangewend om de kosten van de interim managers, en daarnaast de extra accountantskosten en de advertentiekosten, te betalen. Daarbij moet van de brutobedragen van de door de interim managers in rekening gebrachte bedragen worden uitgegaan, nu dat de daadwerkelijke door [geïntimeerde] te betalen lasten waren. Aangezien – naar achteraf is vast te stellen – de resterende arbeidscapaciteit van [geïntimeerde] niet realiseerbaar is gebleken in haar eigen bedrijf is terecht deze resterende verdiencapaciteit niet in mindering gebracht op de door Amlin voor het interim management betaalde kosten.
Dit oordeel, en hetgeen het hof in r.o. 4.5.7 heeft overwogen over de arbeidsongeschiktheid van [geïntimeerde] voor haar eigen werk, brengt voorts mee dat het standpunt van Amlin dat de kosten van interim management na januari 2001 niet meer door haar vergoed hoeven te worden, en dat zij een bedrag van € 620.293 teveel aan [geïntimeerde] heeft betaald, moet worden verworpen. Grief 1 wordt in alle onderdelen verworpen, evenals grief 12.

ECLI:NL:GHSHE:2014:2782