Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Noord-Holland 081014 niet goed voorstelbaar of wenselijk dat eiser en/of zijn naaste familieleden gedurende bijna twee jaren een rittenadministratie bijhouden; schatting reiskosten

Rb Noord-Holland 081014 dwarsleasie na schiet- en steekpartij; geen eigen schuld vanwege initiatief confrontatie; geweld was onuitgelokt en buitenproportioneel;
- rolstoelgebonden, altijd afhankelijk van hulp anderen, toekomstige mogelijkheden beperkt; EUR 130.000,-;
- zelfwerkzaamheid obv richtlijn EUR 350,00 per jaar; 
- rekenrente voor een periode van 20 jaar 2%, daarna 3%;
- voor 2007 en 2008 aansluiting bij de richtlijn revalidatie daggeldvergoedingen van 2009; gedurende maximaal 1 jaar;
- slachtoffer heeft geen beroep heeft gedaan op WMO; geen schending schadebeperkingsplicht;
- niet goed voorstelbaar of wenselijk dat eiser en/of zijn naaste familieleden gedurende bijna twee jaren een rittenadministratie bijhouden; schatting reiskosten;
- verlies verdienvermogen obv start als zelfstandig stukadoor; aansluiting bij cao voor hypothetisch inkomen

reiskosten

2.11.
[eiser] vordert EUR 2.500,00 aan reiskosten van hemzelf en van familieleden die hem in het ziekenhuis en het revalidatiecentrum hebben bezocht. Deze kosten zijn door [eiser] geschat. Door gedaagden is aangevoerd dat deze kosten geen schade van [eiser] betreffen, daarnaast onvoldoende onderbouwd zijn en daarom moeten worden afgewezen. Dit verweer treft in deze zaak geen doel. Op grond van artikel 6:107 BW komen de kosten van het bezoek van familieleden aan iemand die lichamelijk letsel heeft opgelopen, tot op zekere hoogte voor vergoeding in aanmerking. Ook de verwonde kan vergoeding van deze schade vorderen van degene die aansprakelijk is voor zijn letsel. Het is onder omstandigheden voldoende voor toewijzing van een vordering tot schadevergoeding dat feiten worden gesteld en komen vast te staan waaruit in het algemeen het geleden zijn van schade kan worden afgeleid. Alsdan staat het de rechter vrij om, mede in aanmerking genomen de aard van de schade, zonder nader bewijs aannemelijk te achten dat schade is geleden en de omvang hiervan vervolgens te schatten. Dat door en voor [eiser] reiskosten zijn gemaakt ten gevolge van het feit dat hij in totaal bijna twee jaar in ziekenhuizen en in een revalidatiekliniek heeft verbleven is aannemelijk en ook niet betwist. De aard van de schade – deze omvat zowel de eigen als de reiskosten van bezoekers – brengt mee dat een schatting daarvan in de rede ligt. Het is immers in redelijkheid niet goed voorstelbaar of wenselijk dat [eiser] en/of zijn naaste familieleden gedurende bijna twee jaren een rittenadministratie bijhouden van en naar het Westfries Gasthuis, het AMC, Heliomare en diverse andere hulpverleners. Een en ander in aanmerking genomen zal het ontbreken van een precieze onderbouwing van deze schadepost [eiser] thans niet euvel worden geduid. Het gevorderde bedrag komt de rechtbank voor als een redelijke schatting.

ECLI:NL:RBNHO:2014:9243