Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb 's-Hertogenbosch 011211 vrijwaring; verzekeraar niet in enig redelijk belang geschaad door schending mededelingsplicht

Rb 's-Hertogenbosch 011211 causaal verband hondenbeet op werk en ontstaan eczeem niet aangetoond, oorzaak vertraging genezing staat evenmin vast;
- smartengeld vanwege hondenbeet € 800,-, gelet op traag genezingsproces van zes maanden;
- vrijwaring; verzekeraar niet in enig redelijk belang geschaad door schending mededelingsplicht

3 Het geschil in de vrijwaringszaak

3.1.
[eiseres in vrijwaring] heeft gevorderd Reaal te veroordelen:
a. a) om de verzekeringsovereenkomst tussen Reaal en [eiseres in vrijwaring] (alsnog) na te komen door jegens [eiseres in vrijwaring] polisdekking te verlenen op de bedrijfsverzekering met het polisnummer [nummer] (oud nr: [nummer 2]);
b) om aan [eiseres in vrijwaring]tegen kwijting te betalen al datgene waartoe [eiseres in vrijwaring] als gedaagde in de hoofdzaak mocht worden veroordeeld;
c) om op grond van artikel 6:74 BW aan [eiseres in vrijwaring] te vergoeden alle schade die zij lijdt door het ten onrechte weigeren van polisdekking, welke schade in een later stadium – nadat een vonnis in de hoofdzaak is verkregen – door [eiseres in vrijwaring] moet worden vastgesteld;
d) tot het betalen van alle proceskosten.

Zij heeft daaraan, kort weergegeven, het volgende ten grondslag gelegd.
Tussen [eiseres in vrijwaring] en Zürich Verzekeringen, thans Reaal, bestaat een verzekeringsovereenkomst, welke ten tijde van het ongeval, de hondenbeet op 18 juni 2002, van kracht was. De aansprakelijkheid van [eiseres in vrijwaring] voor de schade die [eiser in hoofdzaak] heeft geleden, is op grond van die overeenkomst (polisnummer [nummer] [oud nr: [nummer 2]]) gedekt. Reaal heeft ten onrechte polisdekking geweigerd. Daardoor heeft [eiseres in vrijwaring] zelf een advocaat moeten inschakelen om verweer te voeren in de onderhavige schadestaatprocedure en een vrijwaringsprocedure moeten opstarten. De kosten die daarmee gepaard gaan, dient Reaal te vergoeden. Een definitieve opgave van kosten kan eerst dan worden gedaan nadat een vonnis in de hoofdzaak is ontvangen.

3.2.
Reaal heeft – kort weergegeven – onder meer het volgende verweer gevoerd.
[eiseres in vrijwaring] heeft geen melding gemaakt van ontvangst van de dagvaarding d.d. 28 september 2005 waarmee [eiser in hoofdzaak] de aansprakelijkheidsprocedure inleidde noch van enige eventueel daaraan voorafgaande aankondiging van rechtsmaatregelen. Zij heeft daarmee haar meldingsplicht, als neergelegd in artikel 4 van de polisvoorwaarden en in artikel 7:941 BW, geschonden. [eiseres in vrijwaring] heeft door deze schending de belangen van Reaal geschaad. Als gevolg daarvan is het recht op uitkering van [eiseres in vrijwaring]komen te vervallen.

4 De beoordeling in de vrijwaringszaak
4.1.
Tussen partijen staat het volgende vast.
[eiseres in vrijwaring] heeft de brief van 26 september 2004, waarbij [eiser in hoofdzaak] [eiseres in vrijwaring]verzoekt de kwestie inzake het ongeval in juni 2002 aan de AVB-verzekeraar van [eiseres in vrijwaring] voor te leggen teneinde het verdere ‘schaderegelingstraject’ te kunnen bespreken, aan haar assurantietussenpersoon doorgestuurd, welke de brief heeft doorgestuurd naar Reaal. Naar aanleiding daarvan heeft Reaal een toedrachtsonderzoek laten verrichten door CED Personenschade BV.
De dagvaarding van 28 september 2005, welke de aansprakelijkheidsprocedure inleidde, heeft [eiseres in vrijwaring]niet doorgestuurd aan Reaal (of de tussenpersoon van [eiseres in vrijwaring]).
De dagvaarding van 5 februari 2010, waarmee de schadestaatprocedure is ingeleid, heeft [eiseres in vrijwaring]doorgestuurd naar haar tussenpersoon, die deze op haar beurt heeft doorgestuurd aan Reaal.
Reaal heeft bij brief van 22 februari 2010 laten weten dat [eiseres in vrijwaring] niet langer dekking kan ontlenen aan de aansprakelijkheidsverzekering.
Artikel 4 van de polisvoorwaarden, welke van toepassing zijn op de tussen [eiseres in vrijwaring] en Reaal gesloten verzekeringsovereenkomst, luidt onder meer als volgt:
‘4.1 Verplichtingen van de verzekerde
Zodra verzekerde kennis draagt van een aanspraak of omstandigheid die voor Zurich tot een verplichting tot uitkering kan leiden, is verzekerde verplicht:
Zurich zo spoedig mogelijk die aanspraak of omstandigheid te melden;
Zurich zo spoedig mogelijk alle gegevens te verstrekken die van belang zijn;
alle ontvangen bescheiden, waaronder dagvaardingen, onmiddellijk aan Zurich door te zenden;
e aanwijzingen van Zurich stipt op te volgen;
volle medewerking aan de schaderegeling te verlenen en zich te onthouden van alles wat het belang van Zurich zou kunnen schaden;
(…)
4.3
Verval van rechten/Verjaring
(…)
Indien aanmelding van een aanspraak of omstandigheid, waaruit voor Zurich een verplichting tot schadevergoeding kan ontstaan, niet plaatsvindt binnen drie jaar na het moment waarop verzekerde kennis kreeg of had kunnen krijgen van deze aanspraak of omstandigheid, vervalt elk recht op dekking hiervoor.
4.4
Verval van recht op dekking
De verzekering biedt geen dekking indien verzekerde één of meer van de genoemde verplichtingen niet nakomt en daarmee de belangen van Zurich schaadt.
(…)’

4.2.
[eiseres in vrijwaring] heeft niet aan de in artikel 4 van de polisvoorwaarden neergelegde verplichtingen voldaan door geen melding te maken van de ontvangst van de dagvaarding d.d. 28 september 2005.
De verplichting melding te maken van de ontvangst van de dagvaarding valt aan te merken als een verplichting in de zin van artikel 7:941 lid 2 BW, waarin is bepaald dat de verzekeringnemer en de tot uitkering gerechtigde, in casu [eiseres in vrijwaring], verplicht zijn binnen redelijke termijn de verzekeraar, in casu Reaal, alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen welke voor deze van belang zijn om haar uitkeringsplicht te bepalen.

4.3.
Artikel 7:941 lid 4 BW vermeldt echter dat de verzekeraar het vervallen van het recht op uitkering wegens niet-nakoming van een verplichting als bedoeld in de leden 1 en 2 slechts kan bedingen voor het geval hij daardoor in een redelijk belang is geschaad.
Reaal heeft gesteld dat zij in haar belangen als verzekeraar is geschaad. Door de te late melding heeft Reaal onder meer geen mogelijkheid gehad succesvol verweer te voeren tegen de aansprakelijkheidsclaim van [eiser in hoofdzaak], aldus Reaal. [eiseres in vrijwaring] heeft gemotiveerd weersproken dat Reaal in haar belangen is geschaad.
De kantonrechter oordeelt als volgt.
Nu het oordeel van de deskundige luidt dat er geen sprake is van een causaal verband tussen de hondenbeet en de huidklachten, heeft Reaal geen belang gehad bij het voeren van een causaliteitsverweer in de eerdere procedure, inhoudende dat de klachten van [eiser in hoofdzaak] volgens Reaal mogelijk het gevolg zouden zijn geweest van blootstelling aan bestrijdingsmiddelen in verband met illegale cannabisteelt.
Dat Reaal, indien zij van de dagvaarding op de hoogte zou zijn gebracht, het medisch traject en de re-integratie van [eiser in hoofdzaak] op de arbeidsmarkt ‘in positieve zin zou hebben beïnvloed’, is, gelet op de uitspraak in de hoofdzaak, waarin enkel een vergoeding voor smartengeld en buitengerechtelijke kosten wordt toegewezen, niet van belang.
Ten slotte is niet zonder meer aannemelijk dat Reaal, indien zij van het uitbrengen van de dagvaarding in de eerdere procedure tijdig op de hoogte zou zijn gesteld, de zaak in een eerder stadium zou hebben geschikt en de kosten deswege zou hebben beperkt.

4.4.
De conclusie is dat niet is gebleken dat Reaal in enig redelijk belang is geschaad door het schenden van [eiseres in vrijwaring]van de mededelingsplicht. Dat betekent dat Reaal het vervallen van het recht op uitkering wegens niet-nakoming van die verplichting niet heeft kunnen bedingen. Zulks heeft tot gevolg dat Reaal de tussen haar en [eiseres in vrijwaring] gesloten verzekeringsovereenkomst (alsnog) dient na te komen door jegens [eiseres in vrijwaring] polisdekking te verlenen op de bedrijfsverzekering met het polisnummer [nummer] (oud nr: [nummer 2]). Het sub a en b gevorderde zal daarom worden toegewezen.

4.5.
[eiseres in vrijwaring] heeft voorts gevorderd Reaal te veroordelen om op grond van artikel 6:74 BW aan [eiseres in vrijwaring] te vergoeden alle schade die [eiseres in vrijwaring] lijdt door het ten onrechte weigeren van polisdekking, welke schade in een later stadium – nadat een vonnis in de hoofdzaak is verkregen – door [eiseres in vrijwaring] moet worden vastgesteld. [eiseres in vrijwaring] heeft in dat verband gewezen op de kosten van het zelf hebben moeten inschakelen van een advocaat om verweer te voeren in de schadestaatprocedure.
Evenwel, niet gesteld noch gebleken is dat Reaal op grond van de verzekeringsovereenkomst gehouden is geweest voor [eiseres in vrijwaring] in rechte op te treden wanneer laatstgenoemde aansprakelijk wordt gehouden ter zake een schade die gedekt wordt door de verzekeringsovereenkomst. Derhalve is Reaal niet tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst door niet voor [eiseres in vrijwaring] verweer te voeren in de schadestaatprocedure. Er is daarom geen reden voor het toekennen van schadevergoeding (op grond van artikel 6:74 BW). Het sub c gevorderde zal daarom worden afgewezen.ECLI:NL:RBSHE:2011:12880