Overslaan en naar de inhoud gaan

RBLIM 301024 rb benoemt arbeidsdeskundige, vraagstelling t.z.v. vraag of SO al dan niet opleiding zou hebben afgerond

RBLIM 301024 rb benoemt arbeidsdeskundige, vraagstelling t.z.v. vraag of SO al dan niet opleiding zou hebben afgerond

in vervolg op
RBLIM 100724 vza stelt FML op voor situatie mét en zonder mishandeling; benoeming arbeidsdeskundige

2De verdere beoordeling

2.1.

Beide partijen hebben verklaard akkoord te zijn met de benoeming van P. Hulsen, gecertificeerd registerarbeidsdeskundige, tot deskundige.

2.2.

Bij e-mail van 15 september 2024 heeft de heer P. Hulsen verklaard bereid en in staat te zijn het verzochte deskundigenbericht op te stellen en in verband daarmee een voorschot in rekening te brengen van € 11.230,00 inclusief btw (40 uren x € 232,00 + 21% btw).

2.3.

Ondanks daartoe bij e-mail van 17 september 2024 in de gelegenheid te zijn gesteld, heeft geen van partijen zich uitgelaten over de hoogte van de door de deskundige begrote kosten, zodat de rechtbank er van uitgaat dat partijen daartegen geen bezwaar hebben.

2.4.

Het eerder aangekondigde deskundigenbericht zal nu worden bevolen. Aan de
deskundige zullen de in de beslissing vermelde vragen worden voorgelegd.

2.5.

In de vorige beslissing (van 10 juli 2024 onder 2.11.) is omtrent de kosten van de deskundige al beslist, waarnaar de rechtbank kortheidshalve verwijst.

2.6.

De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.

2.7.

Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.

2.8.

De rechtbank ziet geen aanleiding om tussentijds hoger beroep van deze tussenbeslissing toe te staan. Zij zal de beslissing over het voorschot ambtshalve uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

3De beslissing

De rechtbank:

3.1.

beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen, waarbij het volgende voorop wordt gesteld:

De deskundige zal de vragen moeten beantwoorden tegen de achtergrond van de na het vonnis van 25 april 2018 bekend geworden rapporten van de deskundigen psychiater [naam psychiater] en verzekeringsgeneeskundige [naam verzekeringsgeneeskundige] .

In rov. 2.9. van het tussenvonnis van 29 maart 2023 heeft de rechtbank de bevindingen van psychiater [naam psychiater] overgenomen en tot de hare gemaakt.
Concreet betekent dit dat de arbeidsdeskundige bij de beantwoording van de vragen moet uitgaan van het feit dat
- psychiater [naam psychiater] , kort gezegd, geconcludeerd heeft dat:

 [eiser] van jongs af aan problemen gehad heeft op school en in het sociaal maatschappelijk verkeer en dat zijn klachten in die tijd voor het grootste deel het gevolg zijn van ADHD, maar ook persoonlijkheidstrekken een rol gespeeld hebben;

 [eiser] vóór de mishandeling door zijn intelligentie en sociale vaardigheden waarschijnlijk in staat was zijn leven te structureren en in de hand te houden;

 bij [eiser] vóór de mishandeling een spontane verbetering van de onderliggende persoonlijkheidsstructuur of forse verbetering van de ADHD-klachten niet in de verwachting lag en de kans dat hij hulp gezocht zou hebben voor zijn klachten gering is. Het is zeer waarschijnlijk dat als de mishandeling niet zou hebben plaatsgevonden er nog steeds sprake zou zijn van ADHD-klachten;

 het antwoord op de vraag of [eiser] voor de mishandeling in staat geweest zou zijn om een HBO- of universitaire studie af te ronden nauwelijks te beantwoorden is. Waarschijnlijk was hij intelligent genoeg om een dergelijke opleiding te volgen, maar er is wel plaats voor gerechtvaardigde twijfel omdat intelligentie niet genoeg is voor het succesvol afronden van een opleiding. Ook andere voorwaarden, zoals discipline, concentratie, omgaan met frustraties, zich kunnen voegen in een opleidingssituatie waarin regelmatig sprake is van autoritaire verhoudingen, rigide schema’s en eisen. Veel argumenten om te verdedigen dat een dergelijk opleiding met succes afgesloten zou zijn, zijn er niet volgens de deskundige;

- verzekeringsgeneeskundige [naam verzekeringsgeneeskundige] voor de situatie zonder ongeval in de FML diverse beperkingen heeft opgenomen.

1. Kunt u gemotiveerd een inschatting maken of [eiser] een en, zo ja, welke opleiding zou hebben afgemaakt, indien de poging doodslag niet zou hebben plaatsgevonden en welke functie hij daarmee zou hebben kunnen hebben bekleden? Kunt u aangeven welk gemiddeld beginsalaris aan een dergelijke functie is verbonden en welk gemiddeld eindsalaris? Met welke mate van waarschijnlijkheid geeft u uw antwoorden?

Wilt u daarbij de volgende aspecten – op het moment direct voorafgaand aan de
poging doodslag – betrekken:
- de intellectuele, technische, talige, manuele en/of sociale vaardigheden van
[eiser] ;
- de door hem gevolgde opleidingen en waarom hij bepaalde opleidingen niet heeft afgemaakt;
- zijn leeftijd (toen 29 jaar);
- zijn arbeidsverleden;
- zijn gebleken motivatie en interesse;
- de opleiding en beroepswerkzaamheden van ouders en eventuele broers en zussen?

2. Kunt u gemotiveerd een inschatting maken of [eiser] , indien hij geen opleiding zou hebben afgemaakt, door werkervaring of scholing aangeboden door een werkgever een hoger opleidingsniveau bereikt zou hebben dan formeel genoten en, zo ja, welk niveau? Kunt u aangeven welk beginsalaris en welk gemiddeld eindsalaris bij dat niveau hoort? Met welke mate van waarschijnlijkheid geeft u uw antwoorden?

3. Kunt u gemotiveerd inschatten wat het carrièreverloop van [eiser] geweest zou zijn, gelet op zijn school- en arbeidsverleden, indien de poging doodslag niet zou hebben plaatsgevonden, en hij geen opleiding of scholing via een werkgever zou hebben afgemaakt? Welk gemiddeld beginsalaris en gemiddeld eindsalaris zou hij verdiend hebben? Met welke mate van waarschijnlijkheid geeft u uw antwoorden?

4. Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?

3.2.

benoemt tot deskundige: (etc. red, LSA LM) ECLI:NL:RBLIM:2024:8114