Rb Den Bosch 240205 OPS? Vraagstelling voor deskundigen
- Meer over dit onderwerp:
Rb Den Bosch 240205 OPS? Vraagstelling voor deskundigen.
3.10. De kantonrechter zal daarom, mede in aanmerking genomen de vragen zoals die zijdens partijen zijn voorgesteld, de volgende vragen aan de deskundigen voorleggen:
1. Welke zijn uw bevindingen, naar aanleiding van anamnese en onderzoek, ten aanzien van de klachten van [eiser]? Welke diagnose stelt u op uw vakgebied?
Wilt u de door u vastgestelde beperkingen van [eiser] zo nauwkeurig mogelijk beschrijven ten behoeve van een eventueel in te schakelen arbeidsdeskundige?
2. Wilt u op grond van uw onderzoeksbevindingen en de overige beschikbare gegevens zo uitgebreid mogelijk gemotiveerd aangeven:
a. Welke zijn de (rest)klachten of (rest)verschijnselen van [eiser] die op medische gronden in redelijkheid beschouwd kunnen worden als te zijn ontstaan als gevolg van contact met oplosmiddelen althans neurotoxische stoffen? Indien een antwoord niet met zekerheid is te geven, kunt u dan de mate van waarschijnlijkheid aangeven (in de categorieën: "vrijwel zeker", "zeer waarschijnlijk", "waarschijnlijk", "niet waarschijnlijk", "zeer onwaarschijnlijk")?
b. Acht u het aannemelijk dan wel mogelijk dat de klachten van [eiser] het gevolg zijn van de arbeidsomstandigheden tijdens het dienstverband bij [gedaagde], met name het veelvuldig verrichten van verfspuitwerkzaamheden en het veelvuldig werken met oplosmiddelen door [eiser] bij [gedaagde] vanaf 1975, althans eind jaren '70 tot 1997?
c. Welke van de klachten of verschijnselen bestonden naar uw mening reeds voordat [eiser] bij [gedaagde] vanaf 1975 althans eind jaren '70 verfspuitwerkzaamheden ging verrichten en met oplosmiddelen ging werken, of zouden ook zijn ontstaan zonder dat [eiser] bij [gedaagde] verfspuitwerkzaamheden had verricht en met oplosmiddelen had gewerkt? Kunt u een indicatie geven op welke termijn en in welke mate dit dan het geval zou zijn geweest?
3. Wilt u de mate van functiestoornis (op uw vakgebied) van [eiser] als gevolg van een mogelijke beroepsziekte uitdrukken in een percentage ongeacht enig beroep en uitgaande van de toestand van [eiser] voordat de bedoelde problematiek bestond? Wilt u hierbij uitgaan van de richtlijnen van de American Medical Association (AMA) en/of de NOV/NVvN-richtlijnen? Wilt u zo nauwkeurig mogelijk omschrijven hoe het totale percentage is opgebouwd?
4. Is er thans sprake van een relatieve of definitieve eindtoestand met betrekking tot de eventuele beroepsziekte? Zo nee, verwacht u een verbetering dan wel een verslechtering ten opzichte van de huidige toestand en op welke termijn kan dan een eindtoestand wel worden verwacht? In hoeverre zal deze verandering het hiervoor bedoelde percentage functiestoornis dan wel de door u vastgestelde beperkingen nog beïnvloeden?
5. Heeft u nog (therapeutische) suggesties dan wel andere op- of aanmerkingen, welke voor de beoordeling van deze casus van belang kunnen zijn? LJN AZ8677