Overslaan en naar de inhoud gaan

RBNHO 220824  Rb benoemt eerst orthopeed en neuroloog en aansluitend psychiater; Rb laat het aan deskundigen om te bepalen welke informatie uit de medische voorgeschiedenis nodig is

RBNHO 220824  Rb benoemt eerst orthopeed en neuroloog en aansluitend psychiater
- Rb laat het aan deskundigen om te bepalen welke informatie uit de medische voorgeschiedenis nodig is

2De beoordeling

2.1.

Het verzoekschrift strekt ertoe dat de rechtbank een voorlopig deskundigenbericht zal bevelen. [verweerder] heeft in zijn verweerschrift en tijdens de mondelinge behandeling aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de benoeming van een drietal deskundigen. Het verzoek, dat op de wet is gegrond, zal daarom worden toegewezen.

2.2.

De rechtbank zal overgaan tot benoeming van de hierna te noemen deskundigen. Het betreft een orthopedisch deskundige, een neurologisch deskundige en een psychiatrisch deskundige. Aan deze deskundigen zullen de in de beslissing vermelde vragen worden voorgelegd.

2.3.

Tijdens de mondelinge behandeling is besproken dat het ondergaan van onderzoeken bij drie deskundigen tegelijkertijd erg belastend zou zijn voor [verweerder] . Daarom zullen eerst de orthopedisch deskundige en de neurologisch deskundig hun onderzoeken verrichten en rapporten opstellen. Aansluitend hierop zal de psychiatrisch deskundige zijn onderzoek verrichten.

2.4.

De rechtbank ziet geen aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt van de wet, dat het voorschot op de kosten van de deskundigen in beginsel door de verzoekende partij moet worden gedeponeerd. Dit voorschot zal daarom door verzoekster moeten worden betaald. Partijen hebben zich uitgelaten over de door deskundigen begrote voorschotten. De rechtbank heeft vervolgens de kosten op de hierna te melden wijze begroot

2.5.

De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundigen. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.

2.6.

Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundigen doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.

2.7.

Overeenkomstig het verzoek van [verweerder] zal de rechtbank aan verzoekster opleggen om ook het procesdossier in de tussen partijen gevoerde kortgeding procedure aan de deskundigen beschikbaar te stellen. Onweersproken is immers dat partijen in deze procedure verwijzen naar stellingen die zijn ingenomen in de kortgeding procedure.

2.8.

Partijen verschillen nog van mening welke medische informatie [verweerder] aan de neurologische en psychiatrische deskundigen dient te verschaffen. Achmea heeft verzocht om overlegging van een ongefilterde patiëntenkaart van 5 jaar voorafgaand aan het ongeval. [verweerder] heeft daar onder verwijzing naar medische paragraaf bij Gedragscode Behandeling Letselschade (BGL) bezwaar tegen gemaakt. De rechtbank zal [verweerder] hiertoe niet verplichten. De rechtbank laat het aan de deskundigen over om te bepalen welke eventuele nadere informatie uit de medische voorgeschiedenis nodig is om de gestelde vragen te kunnen beantwoorden.

2.9.

Tot slot zal aan de orthopedische deskundige nog een aanvullende vraag onder 1.f worden geformuleerd. Achmea heeft deze vraag voorgesteld. Hoewel [verweerder] zich hiertegen heeft verzet is het volgens de rechtbank wel noodzakelijk dat de vraag wordt beantwoord in het kader van een juiste en volledige beoordeling van het knieletsel.

3De beslissing

De rechtbank

3.1.

beveelt een onderzoek door drie deskundigen ter beantwoording van de volgende vragen:

(volgt IWMD vraagstelling red. LSA LM)

Rechtbank Noord-Holland 22 augustus 2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:13961