Overslaan en naar de inhoud gaan

NIP: Sectie Neuropsychologie, november 2016; Richtlijn voor neuropsychologische expertise

NIP: Sectie Neuropsychologie, november 2016; Richtlijn voor neuropsychologische expertise

1. Introductie en doel van de richtlijn

Deze richtlijn heeft betrekking op neuropsychologisch expertise onderzoek. De richtlijn is opgesteld voor de professional die te maken krijgt met neuropsychologische expertise en in tweede instantie ook voor derden die willen weten wat de neuropsycholoog kan betekenen op dit gebied.

De richtlijn is bedoeld om de kwaliteit van de neuropsychologische expertises te optimaliseren, het expertise-onderzoek te standaardiseren, en te bevorderen dat de conclusies ervan toetsbaar zijn. De richtlijn beschrijft wanneer neuropsychologische expertise is geïndiceerd en welke eisen gesteld worden aan de neuropsychologische rapportage in een expertise-context. Tevens behandelt de richtlijn de meer praktische aspecten van de neuropsychologische expertise. Het geeft de neuropsycholoog handvatten voor de inrichting van het onderzoek, de keuze van meetinstrumenten, en het omgaan met symptoomvaliditeit.

De richtlijn is geen strikt voorschrift en ontslaat de psycholoog niet van de plicht kritisch het eigen professioneel handelen te beoordelen. Op basis van zijn professionele autonomie kan de psycholoog besluiten af te wijken van de richtlijn. De psycholoog dient dan echter te kunnen beargumenteren waarom besloten is af te wijken van de richtlijn.

Een neuropsychologische expertise kan alleen valide zijn wanneer de expert vertrouwd is met neurologische en psychiatrische ziektebeelden, de psychometrische gegevens van de gehanteerde testen, en de problematiek rondom symptoomvaliditeit, zowel door opleiding en praktische ervaring als door literatuurstudie. Bij een expertise onderzoek dient de psycholoog ook te beschikken over voldoende kennis van de juridische aspecten zoals de betekenis van de concepten ‘bewijs’ en ‘causaliteit’. Dit laatste komt in deze richtlijn niet aan bod; wij verwijzen hiervoor naar de leidraden ‘deskundigen in civiele zaken’ en de ‘medisch deskundigen in bestuursrechtelijke zaken’ (zie paragraaf “juridische context”).