Overslaan en naar de inhoud gaan

RBLIM 161220 benoeming neuroradioloog bij mogelijke arterio-veneuze malformatie (AVM)

RBLIM 161220 benoeming neuroradioloog bij mogelijke arterio-veneuze malformatie (AVM)

2
De verdere beoordeling

2.1.
De rechtbank heeft bij vonnis van 18 maart 2020 (geen publicatie bekend, red. LSA LM) [eisers] bevolen om bij akte de radiologische beoordeling, de MRI-beelden en het operatieverslag in het geding te brengen. De rechtbank overweegt dat op diverse plaatsen in de processtukken wordt verwezen naar MRI-beelden en dat deze benaming door de rechtbank in het vonnis dienovereenkomstig is overgenomen. Het betreffen echter CT/CTA-beelden. Waar in het vonnis van 18 maart 2020 verwezen wordt naar MRI-beelden dient dan ook CT/CTA-beelden gelezen te worden. De in het vonnis van 18 maart 2020 bedoelde stukken zijn inmiddels door [eisers] bij akte van 13 mei 2020 verstrekt, waarmee [eisers] voldaan heeft aan hetgeen hem in r.o. 3.1. van voormeld vonnis is bevolen.

2.2.
Bij deze door [eisers] in het geding gebrachte stukken bevindt zich een brief met verslagdatum 13 september 2012 van radioloog i.o. drs. [radioloog i.o] (hierna: [radioloog i.o] ) en radioloog prof. dr. [radioloog] (hierna: [radioloog] ). Daarin staat voor zover relevant:

( ... ) De CTA toont ter plaatse van de intraparenchymateuze bloeding links frontaal een arterio veneuze malformatie. ( ... )

Conclusie:

Grote intraparenchymateuze bloeding links frontaal met uitgebreide doorbraak in het ventrikelsysteem en subarachnoïdale ruimte. De CTA toont ter plaatse van de intraparenchymateuze bloeding een arterio veneuze malformatie. Geen aneurysmata.

Intercraniële drukverhoging, nog geen inklemming.

2.3.
Voorts bevindt zich in de stukken (productie 6 bij exploot van dagvaarding) een brief van 12 september 2012, waarin arts-ass. gynaecologie [arts-ass. gynaecologie] (hierna: [arts-ass. gynaecologie] ) en gynaecoloog prof. dr. [gynaecoloog] (hierna: [gynaecoloog] ) opmerkten “Op CT blijkt sprake van een forse bloeding frontaal links met doorbraak in ventrikel en midlineshift, mogelijk op basis van arterio-veneuze malformatie (AVM).

2.4.
De rechtbank heeft in het vonnis van 18 maart 2020 overwogen in het door Duvekot gestelde - dat het volgens hem niet geheel zeker is of er in dit geval sprake was van een AVM en een oordeel van een neuroloog of neuro-radioloog daarover volgens hem van toegevoegde waarde zou kunnen zijn - aanleiding te zien om een neuro-radioloog (met als aandachtsgebied hersenen) tot deskundige te benoemen. Zuyderland heeft bij akte van 1 juli 2020 betoogd dat een onderzoek door een neuro-radioloog achterwege kan blijven, gelet op de inhoud van de brief van 13 september 2012 van [radioloog i.o] en [radioloog] . De rechtbank volgt Zuyderland daarin niet. Het bestaan van een AVM kan alleen op basis van die brief niet worden aangenomen. Immers, waar [radioloog i.o] en [radioloog] stellig zijn over het aanwezig zijn van een AVM, drukken [arts-ass. gynaecologie] en [gynaecoloog] zich voorzichtiger uit. Zij spreken over mogelijk een AVM. Dit verschil rechtvaardigt benoeming van een neuro-radioloog.

2.5.
Uit de stellingen van partijen is van geen bezwaar gebleken tegen de benoeming van een aan het Erasmus MC verbonden neuro-radioloog. Prof. dr. A. van der Lugt heeft de rechtbank desgevraagd meegedeeld dat het hem vrij staat om als deskundige op te treden en dat hij daartoe bereid is.

2.6.
De rechtbank heeft kennis genomen van hetgeen partijen ten aanzien van de aan de deskundige te stellen vragen in hun aktes naar voren hebben gebracht. Indien de te benoemen neuro-radioloog oordeelt dat er bij [X] sprake was van een AVM dient de deskundige ook gemotiveerd toe te lichten waaruit zulks blijkt. De rechtbank zal dit in de formulering van de vraagstelling opnemen. In dat geval zal Duvekot dienen aan te geven of de bevindingen van de neuro-radioloog hem aanleiding geven zijn rapportage te herzien of aan te passen. Zo ja, dan dient Duvekot gemotiveerd toe te lichten op welke punten en waarom zijn rapportage herziening of aanpassing verdient. De overige voorgestelde vragen zullen niet aan de deskundige en Duvekot worden voorgelegd, omdat deze niet relevant zijn en/of buiten het bereik van het onderzoek vallen.

2.7.
Duvekot en Van der Lugt hebben te kennen gegeven dat zij graag wensen te beschikken over alle bij [X] gemaakte radiologische onderzoeken, waarmee zij bedoelen dat zij kopieën van alle bij [X] afzonderlijk gemaakte opnames van radiologisch en mogelijk ook echoscopisch onderzoek wensen te ontvangen. Daarnaast willen zij beschikken over een afschrift van het operatieverslag van de neurochirurgen van de operatie die bij [X] is verricht en - indien aanwezig - een goede kopie ontvangen van het fotomateriaal dat tijdens de ingreep is gemaakt. Voor zover deze stukken nog geen deel uitmaken van de bescheiden die [eisers] bij akte van 13 mei 2020 heeft verstrekt, wordt [eisers] in de gelegenheid gesteld deze stukken aan de deskundigen te verstrekken.

2.8.
Aan de hand van de opgave van de deskundigen wordt hun (aanvullend) voorschot, inclusief de daarover verschuldigde omzetbelasting, bepaald op € 1.060,00 inclusief btw (€ 250,00 x 2 uur voor prof. dr. A. van der Lugt en € 140,00 x 4 uur voor dr. J.J. Duvekot). Het voorschot zal ten laste van Zuyderland worden gebracht.

2.9.
In afwachting van het (aanvullend) deskundigenbericht wordt iedere verdere beslissing aangehouden.

3
De beslissing

De rechtbank

3.1.
beveelt een onderzoek door de hierna te benoemen deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:

Was er bij [X] sprake van een AVM in de hersenen? Zo ja, kunt u gemotiveerd toelichten waaruit dat blijkt?

Geeft de onderhavige zaak u overigens nog aanleiding tot het maken van opmerkingen?

3.2.
benoemt tot deskundige:

Prof. dr. A. van der Lugt, neuroradioloog Afdeling Neuroradiologie Erasmus MC
Postbus 2040
3000 CA Rotterdam
Intern postadres NE-507
Tel: 010-7035372
E-mail: a.vanderlugt@erasmusmc.nl

3.3.
beveelt Duvekot bij aanvullend deskundigenbericht antwoord te geven op de vraag:

1. Geven de bevindingen van de neuro-radioloog aanleiding uw rapportage te herzien of aan te passen? Zo ja, kunt u gemotiveerd aangeven op welke punten en waarom?

het voorschot

3.4.
stelt de hoogte van het (aanvullend) voorschot op de kosten van Van der Lugt en Duvekot tezamen vast op het door hun begrote bedrag van € 1.060,00 inclusief btw, ECLI:NL:RBLIM:2020:10178