RBNHO 250822 Voorlopig deskundigenbericht door verzekeraar; rb heeft geen discretionaire bevoegdheid en benoemd neurochirurg en orthopedisch chirurg (3)
- Meer over dit onderwerp:
RBNHO 250822 Voorlopig deskundigenbericht door verzekeraar; rb heeft geen discretionaire bevoegdheid en benoemd neurochirurg en orthopedisch chirurg
in vervolg op:
RBNHO 170222 Verzoek voorlopig deskundigenonderzoek niet-ontvankelijk, want geen rechtsverhouding tussen NN en verweerder
2.
De feiten
2.1.
[verweerster] was op 30 december 2015 betrokken bij een verkeersongeval op de A2 ter hoogte van Meerssen. Zij bevond zich als inzittende in een busje, dat met zeer hoge snelheid van achteren werd aangereden. Bij de aanrijding raakte [verweerster] gewond.
2.2.
Het voertuig dat door de schadeveroorzaker ten tijde van het ongeval werd bestuurd was verzekerd bij ABN AMRO.
2.3.
ABN AMRO heeft de aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend.
2.4.
De schaderegeling voor zaken waarin personenschade een rol speelde werd destijds gedaan door de afdeling personenschade van Delta-Lloyd. In 2017 heeft er een overname plaatsgevonden van Delta Lloyd door NN Group (Nationale Nederlanden). De schadebehandeling werd voortgezet door de afdeling personenschade van Nationale Nederlanden.
2.5.
Nationale Nederlanden heeft bij verzoekschrift van 20 augustus 2021 deze rechtbank verzocht een voorlopig deskundigenbericht te bevelen, omdat met [verweerster] geen definitieve overeenstemming kon worden bereikt over een regeling van de schade die door haar is geleden. Kort voor de mondelinge behandeling op 27 januari 2022 heeft Nationale Nederlanden de rechtbank laten weten dat in dit verzoekschrift abusievelijk Nationale Nederlanden als verzoekster vermeld staat. Dit had ABN AMRO moeten zijn, omdat ABN AMRO al die tijd zelfstandig risicodrager is gebleven.
2.6.
Bij beschikking van 17 februari 2022, met zaak-/rekestnummer C/15/319610/ HA RK 21-166, heeft deze rechtbank Nationale Nederlanden niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek.
2.7.
ABN AMRO heeft vervolgens op 12 april 2022 een materieel grotendeels gelijkluidend verzoekschrift ingediend, dat ertoe strekt dat een rechtbank een voorlopig deskundigenbericht zal bevelen.
3.
De beoordeling
Inhoud van het verzoek
3.1.
ABN AMRO verzoekt de rechtbank een neurochirurgische/orthopedisch chirurgische expertise te bevelen met benoeming van een neurochirurg en een orthopedisch chirurg als deskundigen. ABN AMRO stelt dat de rapportages van deze deskundigen noodzakelijk zijn om een objectief medisch oordeel te krijgen over het letsel en welke beperkingen [verweerster] als gevolg van het ongeval ondervindt. Volgens ABN AMRO was een dergelijk onderzoek bij het Neuro-Orthopaedisch Centrum te Bilthoven (hierna: NOC) al in 2018 tussen ABN AMRO en de toenmalige advocaat van [verweerster] overeengekomen, maar is het niet tot een uitvoering daarvan gekomen.
Verweer
3.2.
[verweerster] voert verweer tegen toewijzing van het verzoek van ABN AMRO. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de gemachtigde van [verweerster] naar voren gebracht dat het te vroeg is om de verzochte expertise door een neurochirurg en orthopedisch chirurg uit te voeren. [verweerster] wil namelijk eerst zelf in vrijheid van keuze de nodige onderzoeken en behandelingen in gang zetten ten aanzien van haar bekkenletsel, hersenletsel, huidproblemen en psychische klachten. Bij gebrek aan geld, hulp en een huisarts kon zij hiertoe niet eerder overgaan. Nu de strafzaak tegen de veroorzaker van het ongeval in 2019 is afgewikkeld en er geen coronabeperkingen meer zijn, kunnen de betreffende onderzoeken en behandelingen binnenkort alsnog worden opgestart. [verweerster] wil hierin niet door gerechtelijke tussenkomst worden geforceerd. Zij moet zich concentreren op haar genezing. De verwachting is dat de situatie over ongeveer zes maanden anders zal zijn, zodat dan aan het door ABN AMRO verlangde onderzoek wordt meegewerkt, aldus (de gemachtigde van) [verweerster] .
Maatstaf
3.3.
De rechtbank stelt voorop dat zij geen discretionaire bevoegdheid heeft bij de beoordeling van een verzoek tot het gelasten van een voorlopig deskundigenbericht. Dit onderzoek moet in beginsel worden gelast indien het verzoek voldoende concreet is en indien met toewijzing van het verzoek aan de verzoeker de mogelijkheid wordt verschaft om aan de hand van het uit te brengen deskundigenbericht zekerheid te verkrijgen over de voor de beslissing van het geschil relevante feiten en omstandigheden, waardoor de verzoeker zijn procespositie beter kan beoordelen. Dit is slechts anders indien de rechtbank van oordeel is dat de verzoeker daarbij geen belang heeft, dat het verzoek in strijd is met een goede procesorde, dat misbruik wordt gemaakt van de bevoegdheid toepassing van dit middel te verlangen of dat het verzoek moet afstuiten op een ander zwaarwichtig belang.
Beoordeling aan de hand van de maatstaf
3.4.
Naar het oordeel van de rechtbank is het gedane verzoek tot benoeming van een neurochirurg en een orthopedisch chirurg als deskundigen voldoende concreet, terwijl benoeming van deze deskundigen verder aan ABN AMRO de mogelijkheid kan verschaffen om aan de hand van de door de deskundigen uit te brengen deskundigenberichten zekerheid te verkrijgen over voor de beslissing van het geschil relevante feiten en omstandigheden. Hierover zijn partijen nu verdeeld.
3.5.
Met de deskundigenonderzoeken kan ABN AMRO haar (bewijs- en/of proces)positie beter bepalen ten aanzien van het (voort)bestaan en de omvang van de klachten van [verweerster] , het al dan niet aannemen van een causaal verband tussen haar klachten en het ongeval en het bestaan van beperkingen daardoor. Daarmee is het belang bij haar verzoek gegeven. Een objectief en onafhankelijk medisch onderzoek heeft ook een meerwaarde voor [verweerster] . Een dergelijk onderzoek kan immers een gemeenschappelijk vertrekpunt zijn voor de verdere afwikkeling van haar schade.
3.6.
De rechtbank volgt [verweerster] niet in haar stelling dat het gelasten van een neurochirurgisch/orthopedisch deskundigenonderzoek prematuur is. Het ongeval heeft al ruim zes jaar geleden plaatsgevonden. Partijen zijn ondanks het tijdsverloop echter nog niet nader tot elkaar gekomen. Sinds 2019 ligt de schaderegeling stil. Een minnelijke oplossing lijkt niet mogelijk zonder inzet van een onafhankelijk deskundigenoordeel. Kennelijk zijn er wel nadere gegevens uit de behandelend sector, maar deze worden niet door [verweerster] beschikbaar gesteld aan ABN AMRO.
Dat [verweerster] van plan is zelf op korte termijn de nodige onderzoeken en behandelingen op te starten staat op zichzelf niet in de weg aan toewijzing van het verzoek van ABN AMRO. Hangende het onderzoek door de deskundigen kunnen de door [verweerster] zelf geïnitieerde onderzoeken en behandelingen - die zij overigens niet nader heeft geconcretiseerd en onderbouwd - doorgang vinden en, indien mogelijk, kunnen de bevindingen daarvan worden betrokken in de door ABN AMRO verzochte neuro-orthopedische expertise. De rechtbank ziet geen concrete aanknopingspunten om aan te nemen dat deze expertise te belastend voor [verweerster] zou zijn. De rechtbank ziet ook voorts geen enkele aanleiding om te oordelen dat sprake is van strijd met de goede procesorde, misbruik van bevoegdheid of een ander zwaarwichtig geoordeeld bezwaar waarop het verzoek moet afstuiten.
3.7.
Omdat ook overigens aan de vereisten voor toewijzing van het verzoek is voldaan en het verzoek dus op de wet is gegrond, zal de rechtbank het verzoek van ABN AMRO tot het bevelen van een gecombineerde neurochirurgische/orthopedisch chirurgische expertise, met benoeming van een neurochirurg en een orthopedisch chirurg, toewijzen.
Benoeming van een neurochirurg als deskundige
3.8.
ABN AMRO heeft verzocht als neurochirurg te benoemen dr. P.H.J.M. Elsenburg (hierna: Elsenburg), verbonden aan het NOC. [verweerster] heeft geen bezwaar gemaakt tegen benoeming van deze deskundige.
3.9.
De griffier van de rechtbank heeft Elsenburg via het NOC benaderd met de vraag of hij vrij staat ten opzichte van partijen en bereid is als deskundige op te treden. Elsenburg heeft hierop bevestigend geantwoord. De rechtbank zal daarom tot benoeming van Elsenburg als deskundige overgaan.
Vraagstelling
3.10.
[verweerster] heeft evenmin bezwaar gemaakt tegen de vraagstelling zoals vermeld in productie 61 en met de aanpassingen zoals genoemd in productie 60 bij het verzoekschrift.
De vraagstelling zal worden voorgelegd zoals hierna onder punt 4.1. van ‘de beslissing’ weergegeven. Daarbij merkt de rechtbank op dat een verwijzing naar een beperkingenformulier (vraag 1h) achterwege is gelaten. Verder bestaat geen reden om de naam van neuropsycholoog drs. [naam 2] in de vraagstelling (vraag 1c) op te nemen.
3.11.
Indien Elsenburg tijdens zijn onderzoek tot de conclusie komt dat in dit geval hulponderzoek door een neuropsycholoog noodzakelijk is, dan mag hij zelf beslissen wie hij hiervoor benadert en welke vraagstelling hij hanteert. Elsenburg dient dan wel eerst een aanvullende offerte bij de griffier in te dienen ter verhoging van het voorschot - waarvan ABN AMRO overigens al heeft gezegd dat te zullen betalen - en daarna de uitkomsten van het aanvullende onderzoek door de neuropsycholoog in zijn conclusies te betrekken en de verslaglegging van dit onderzoek bij zijn expertiserapport te voegen. De rechtbank merkt in dit verband nog op dat de gemachtigde van [verweerster] tijdens de mondelinge behandeling heeft aangegeven dat [verweerster] in oktober een neuropsychologisch onderzoek zal ondergaan. Indien [verweerster] dit toestaat, zouden deze bevindingen, voor zover nodig voor Elsenburg, kunnen worden meegenomen in zijn onderzoek.
Benoeming van een orthopedisch chirurg als deskundige
3.12.
ABN AMRO heeft verzocht als orthopedisch chirurg te benoemen dr. [naam 3] (hierna: [naam 3] ), verbonden aan het NOC.
3.13.
De griffier van de rechtbank heeft [naam 3] via het NOC benaderd. [naam 3] heeft aangegeven niet in de gelegenheid te zijn als deskundige op te treden. Op voorstel van hem en nu [verweerster] tegen benoeming van een orthopedisch chirurg werkzaam bij het NOC geen bezwaar heeft gemaakt, heeft de griffier orthopedisch chirurg dr. J.J. Reimering (hierna: Reimering), werkzaam bij het NOC, benaderd. Reimering heeft desgevraagd aangegeven dat hij vrij staat ten opzichte van partijen en bereid is als deskundige op te treden. De rechtbank zal daarom tot benoeming van Reimering als deskundige overgaan.
Vraagstelling
3.14.
[verweerster] heeft geen bezwaar gemaakt tegen de vraagstelling zoals vermeld in productie 61 en met de aanpassingen zoals genoemd in productie 60 bij het verzoekschrift.
De vraagstelling zal worden voorgelegd zoals hierna zoals hierna onder punt 4.1. van ‘de beslissing’ weergegeven. Daarbij merkt de rechtbank op dat een verwijzing naar een beperkingenformulier (vraag 1h) achterwege is gelaten.
Voorschot deskundigenkosten
3.15.
Elsenburg heeft aangegeven de kosten voor het neurochirurgische onderzoek te begroten op een bedrag van € 8.566,80 inclusief btw. Voor de kosten van Reimering geldt hetzelfde bedrag. Daarbij hebben de deskundigen aangegeven dat het bedrag ruim is genomen, ook om te voorkomen dat eventueel om een extra voorschot gevraagd moet worden. De kans is groot dat het uiteindelijke bedrag lager zal uitkomen.
De rechtbank zal de hoogte van het voorschot bepalen op het totaalbedrag van € 17.133,60 inclusief btw.
3.16.
Het voorschot ter zake van de kosten van de voorlopige deskundigenonderzoeken komt voor rekening van ABN AMRO. Het voorschot van € 17.133,60 zal daarom door ABN AMRO moeten worden betaald.
Slotopmerkingen
3.17.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundigen. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, met name in het nadeel van de tekortschietende partij.
In het bijzonder wijst de rechtbank op de verplichting om de deskundigen nadere inlichtingen en gegevens te verstrekken indien deze daarom verzoeken. Voor een adequate schadeafwikkeling is het van belang dat de ingeschakelde deskundigen over een compleet medisch dossier beschikken, zodat zij volledig worden geïnformeerd en wordt voorkomen dat de kwaliteit van de onderzoeken en de waarheidsvinding in gevaar komen.
3.18.
Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundigen doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.
3.19.
Er bestaat geen aanleiding om ABN AMRO in de kosten van deze procedure te veroordelen.
3.20.
Het voorgaande leidt tot de navolgende beslissing. ( volgt IWMD vraagstelling... red. LSA LM) ECLI:NL:RBNHO:2022:8032