Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Maastricht 151210 wettelijke rente gaat in op de datum waarop kantonrechter de aansprakelijkheid vaststelt

Rb Maastricht 151210 wettelijke rente gaat in op de datum waarop kantonrechter de aansprakelijkheid vaststelt.

vervolg van Hof-den-bosch-010408-blootstelling-aan-methanol-van-electricienoperator-werkgever-aansprakelijk.html

Wettelijke rente
Voor het berekenen van de wettelijke rente moet onderscheiden worden tussen de door [eiser] bij dagvaarding gevorderde bedragen en de bedragen opgevoerd bij conclusie na deskundigenbericht tevens akte tot vermeerdering van eis.

De aansprakelijkheid van SDI voor de door [eiser] geleden schade is komen vast te staan door het in hoger beroep in stand gebleven vonnis van de kantonrechter Heerlen gewezen op 16 augustus 2006. Die datum dient daarom als uitgangspunt te worden genomen voor het berekenen van de wettelijke rente over de bedragen die bij dagvaarding zijn gevorderd en worden toegewezen. Een uitzondering daarop vormt het bij dagvaarding gevorderde bedrag aan smartengeld: de ingangsdatum voor de renteberekening ten aanzien van dat bedrag wordt door [eiser] gesteld op 24 september 1997, zijnde het moment waarop hij blijvend en volledig arbeidsongeschikt is geworden. Nu het gevorderde bedrag aan smartengeld direct samenhangt met het ontstane letsel en [eiser] vanaf 21 september 1998 een volledige WAO-uitkering ontvangt komt de datum van 24 september 1997 de kantonrechter juist voor.

De vordering terzake van het onderhoudsvrij maken van de woning hangt samen met de vordering op grond van verlies aan zelfredzaamheid, maar is pas ontstaan nadat de diverse werkzaamheden hebben plaatsgevonden en de rekeningen dienaangaande zijn voldaan.
Gezien de datering van de offertes en rekeningen die zijn opgevoerd in de bijlagen 32.1 t/m 32.6 bij het deskundigenrapport dient de rente over dit bedrag te worden berekend vanaf 1 oktober 2008.

Betaalde voorschotten hebben invloed op de wettelijke renteberekening. Het eerste voorschot van € 100.000,00 is betaald op 19 oktober 2006. Wanneer de andere voorschotten zijn betaald wordt uit de stukken niet duidelijk.
Bij het berekenen van de verschuldigde wettelijke rente dienen partijen met alle reeds betaalde bedragen alsmede het tijdstip van betaling rekening te houden.

Betaalde voorschotten
Zowel in de dagvaarding als in de reactie van SDI op het concept deskundigenbericht van 11 februari 2010 is sprake van reeds betaalde voorschotten. De kantonrechter gaat ervan uit dat op het aan [eiser] toe te wijzen bedrag het totaal van de alle inmiddels aan hem verstrekte voorschotten in mindering wordt gebracht.

Conclusie
Aan [eiser] komt een bedrag toe terzake van verlies aan verdienvermogen. Bij het berekenen van dat bedrag wordt als uitgangspunt genomen dat [eiser] de functie van hoofd technische dienst niet had kunnen beoefenen. De rechter volgt hierin de visie van de deskundige zoals verwoord en toegelicht in haar rapport van 17 maart 2010.
Dientengevolge komt [eiser] een bedrag toe van € 248.958,91 terzake van verlies aan verdienvermogen tot de pensioengerechtigde leeftijd alsmede een bedrag van € 25.396,88 aan pensioenverlies.

Verder heeft [eiser] vanwege verlies aan zelfredzaamheid recht op een bedrag van € 24.942,02 (inclusief BTW) in verband met kosten gemaakt voor het onderhoudsvrij maken van zijn woning alsmede de kosten voor de garagedeur à raison van € 1.554,62 (nog te vermeerderen met BTW).
Daar komt een bedrag bij terzake van verlies aan zelfwerkzaamheid, nu [eiser] taken zal moeten uitbesteden die hij zelf niet meer kan uitvoeren. Voor de berekening daarvan is de deskundige uitgegaan van een forfaitair normbedrag per jaar, resulterend in de som van € 20.528,76.

SDI dient ook aan [eiser] te betalen de eigen bijdrage persoongebonden budget, zijnde een bedrag van € 57.933,27, de kosten voor aangepast schoeisel ten bedrage van € 13.048,00, de kosten voor een invalidenparkeerkaart ten bedrage van € 280,00, de kosten in verband met werkzaamheden van het Nederlands Rekencentrum Letselschade ten bedrage van € 3.020,22 en de kosten in verband met werkzaamheden van het Bureau Beroepsziekten FNV en de medisch adviseur ten bedrage van € 9.212, 76.

Aan smartengeld komt [eiser] een bedrag van € 100.000,00 toe, nu door SDI niet is weerlegd dat sprake is van uitzonderlijk zwaar letsel.

SDI zal worden veroordeeld tot afgifte van een schriftelijke belastinggarantie met de tekst zoals in de dagvaarding is weergegeven. LJN BO8945