Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Roermond 070911 asbest, smartengeld 51.395,-, wettelijke rente vanaf eindvonnis, nu het begrote smartengeld een geindexeerd bedrag betreft.

Rb Roermond 070911 asbest, smartengeld 51.395,-, wettelijke rente vanaf eindvonnis, nu het begrote smartengeld een geindexeerd bedrag betreft. 


4.6.4. Ter zake van immateriële schade hebben [eisers] een bedrag van EUR 80.000,- gevorderd, waarop in mindering kan strekken een bedrag van EUR 17.050,- dat zij van de SVB als voorschot op grond van de TAS-regeling hebben ontvangen. Bij de hoogte van deze vordering is rekening gehouden met alle omstandigheden van het geval en met bedragen die in vergelijkbare zaken werden uitgekeerd. Daarbij hebben zij verwezen naar een aantal nummers in de Smartengeldgids 2009. 
Eternit heeft niet gemotiveerd betwist dat, indien zij schadeplichtig is, [eisers] recht kunnen doen gelden op immateriële schadevergoeding. Wel hanteert zij voor de vaststelling van de hoogte daarvan een andere norm, te weten het normbedrag dat wordt gehanteerd door het Instituut Asbestslachtoffers op basis van het in 1998 gesloten convenant, waarbij betrokken waren de overheid, werkgevers, vakbonden, verzekeraars en het Comité Asbestslachtoffers. 
Het normbedrag voor 2010 bedraagt EUR 51.395,-, waarop voormeld voorschot in mindering dient te worden gebracht. Dat het normbedrag redelijk is, blijkt uit de door haar overgelegde jurisprudentie. 

4.6.5. Hieromtrent wordt het volgende overwogen. 
Relevant is dat [A] bij schrijven van 27 februari 2008 Eternit op ondubbelzinnige wijze uit hoofde van onrechtmatige daad aansprakelijk heeft gesteld en aanspraak heeft gemaakt op vergoeding van (ondermeer) immateriële schade. Een dag later is [A] overleden. Voormelde aansprakelijkheidsstelling kan worden aangemerkt als een mededeling als bedoeld in artikel 6:106 lid 2 BW. Op grond daarvan is de mogelijk aan [A] toekomende immateriële schadevordering onder algemene titel overgegaan op [eisers]. 
De rechtbank stelt vast dat het door het Instituut Asbestslachtoffers gehanteerde normbedrag maatschappijbreed als redelijk en juist wordt geaccepteerd en het dat het een redelijke afspiegeling vormt van bedragen die in soortgelijke gevallen worden uitgekeerd. Voormeld normbedrag dient mede uit een oogpunt van rechtsgelijkheid en –zekerheid tot uitgangspunt te worden genomen bij de bepaling van de hoogte van de immateriële schadevergoeding. Omdat het standaardbedrag jaarlijks wordt geïndexeerd, dient het bedrag te worden aangehouden in het jaar dat de rechtbank in deze zaak een eindvonnis zal wijzen. Daarop behoort dan het voorschot van EUR 17.050,- in mindering te worden gebracht. De wettelijke rente daarover is, nu het een geïndexeerd bedrag betreft, toewijsbaar vanaf de datum van het in deze zaak te wijzen eindvonnis. LJN BU2964