Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Zutphen 231111 geestelijke schade agv seksueel misbruik is een ontwikkelend proces; wettelijke rente ex aequo et bono vastgesteld op € 15.000,--

Rb Zutphen 231111 PTSS na seksueel misbruik door oom; deskundigenbericht mbt verlies verdienvermogen gelast; smartengeld € 15.000,--;
- geestelijke schade agv seksueel misbruik is een ontwikkelend proces; wettelijke rente ex aequo et bono vastgesteld op € 15.000,--

in hoger beroep: hof-arnhem-leeuwarden-060813-seksueel-misbruik-minderjarige-periode-1993-2003-wettelijke-rente-smartengeld-ex-aequo-et-bono-1500000

5.5.

Gedaagde heeft met betrekking tot de gevorderde wettelijke rente over de immateriële schadevergoeding enkel aangevoerd dat eiser de rente tot en met 20 april 2011 niet juist heeft berekend. Volgens gedaagde bedraagt de wettelijke rente over € 15.000,-- van 14 mei 1993 tot en met 20 april 2011 € 27.246,43. Eiser heeft ter comparitie dit laatste bedrag als juist erkend. De rechtbank zal de rente tot en met 20 april 2011 evenwel niet begroten op laatstgenoemd bedrag. Daaraan doet niet af dat eiser ter comparitie met recht heeft opgemerkt dat gedaagde de ingangsdatum van de wettelijke rente niet heeft bestreden. Hiervoor is het navolgende redengevend. Eiser heeft voor de ingangsdatum van de wettelijke rente aansluiting gezocht bij het door hem overgelegde strafvonnis, waarin bewezen is verklaard dat gedaagde hem in de periode van 14 mei 1993 tot 14 mei 2003 seksueel heeft misbruikt. Van dat strafvonnis maakt de strafmotivering een niet te scheiden onderdeel uit. Uit de strafmotivering blijkt dat de rechtbank ervan is uitgegaan dat het misbruik eerste enige jaren na 14 mei 1993 is begonnen. Daarmee is niet verenigbaar dat eiser uitgaat van een ingangsdatum van 14 mei 1993. Eiser heeft weliswaar gesteld dat het misbruik op 14 mei 1993 is begonnen, maar hij heeft geen bewijsaanbod ter zake gedaan. In deze dient dan ook ervan te worden uitgegaan dat het seksueel misbruik van eiser enige jaren na 14 mei 1993 is begonnen. Voorts kan in deze niet ervan worden uitgegaan dat het geestelijk letsel zich bij eiser in volle omvang heeft gemanifesteerd vanaf de eerste keer dat gedaagde eiser seksueel heeft misbruikt. Uit de verklaring van eiser tegenover de politie kan immers worden afgeleid dat het besef bij eiser dat wat gedaagde bij hem deed niet in orde was, eerst geleidelijk is ontstaan, zo ook het verzet van eiser tegen dat gedrag van gedaagde. Dit betekent dat er voor wat betreft de omvang van de geestelijke schade als gevolg van het seksueel misbruik moet worden uitgegaan van een zich ontwikkelend proces, waarbij het niet goed mogelijk is een moment aan te wijzen waarop de geestelijke schade zich ten volle bij eiser heeft gemanifesteerd. Een en ander brengt de rechtbank ertoe om de hoogte van de wettelijke rente tot en met 20 april 2011 ex aequo et bono vast te stellen op € 15.000,--.

ECLI:NL:RBZUT:2011:3486