Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb R.dam 141107 zwart werk bij werkgever (€ 100 pw) en bijklusser (10 uur pw); onvoldoende aangetoo

Rb R.dam 141107 zwart werk bij werkgever (€ 100 pw) en als bijklusser (10 uur pw); onvoldoende aangetoond
ad b. Verlies van inkomsten uit "zwart werk"
(I)  Fl. 100,00 netto per week van [bedrijf]
2.13  [eiser] heeft als productie 2 bij akte een verklaring overgelegd van [bedrijf], welke verklaring vermeldt dat [eiser] in de periode van 8 maart 1993 tot en met 1 augustus 1996 in dienst is geweest van maandag tot en met donderdag en dat [eiser] hiermee fl. 100,00 netto extra per week verdiende. [eiser] stelt bij akte onder 3 dat [bedrijf] subsidie van het Rijk ontving omdat het bedrijf een arbeidsongeschikte werknemer in dienst nam. Naast zijn loon ontving [eiser] wekelijks fl. 100,00 netto om hem te laten meeprofiteren van de subsidie. [eiser] stelt een schade van € 32.867,76 te lijden omdat hij dit bedrag vanaf de ongevalsdatum niet meer ontvangt.
2.14  De rechtbank is van oordeel dat [eiser] over het hoofd ziet dat het uitgangspunt van zijn schadeberekening ter zake van het verlies van arbeidsvermogen is dat hij met ingang van 31 oktober 1995 volledig arbeidsgeschikt zou zijn verklaard en een fulltime dienstverband met [bedrijf] zou zijn aangegaan. Dat [bedrijf] niettemin tot de pensioendatum van [eiser] subsidie zou blijven ontvangen en dat [eiser] in dat verband wekelijks naast zijn salaris fl. 100,00 netto betaald zou krijgen door [bedrijf] is volstrekt onaannemelijk en is door [eiser] ook niet gesteld.
2.15  Voor zover de vordering van [eiser] mede betrekking heeft op de periode vanaf de ongevalsdatum tot 31 oktober 1995 constateert de rechtbank dat [eiser] niet heeft voldaan aan het verzoek van de rechtbank bij tussenvonnis van 27 september 2006 onder 2.9, en nogmaals herhaald ter comparitie van partijen, om een gespecificeerd bewijsaanbod te doen. De rechtbank zal dit onderdeel van de vordering derhalve afwijzen.
(II)  Voor [persoon1] & [eiser] verrichte werkzaamheden
2.16  [eiser] stelt bij akte onder 5 een netto schade van € 609,88 te hebben geleden doordat hij gedurende de periode van 4 augustus 1995 tot en met september 1995 niet in staat is geweest op de vrijdagen allerlei werkzaamheden te verrichten bij [persoon1] & [eiser]. Achmea maakt om proceseconomische reden geen bezwaar tegen deze vordering. Het bedrag van € 609,88 zal derhalve bij eindvonnis worden toegewezen.
(III)  Zwarte inkomsten bij derden
2.17  [eiser] stelt bij akte onder 6 en 7 dat hij schilder en timmerman is. In de situatie zonder ongeval zou [eiser] zijns inziens naast een 40-urige werkweek bij [bedrijf] wekelijks minimaal 10 uur aan werkzaamheden in en rond het huis hebben verricht en daarnaast bij derden hebben geklust. De schade ter zake van gemiste inkomsten uit de laatstgenoemde kluswerkzaamheden begroot [eiser] op € 62.212,50.
2.18  Achmea verwijst terecht naar hetgeen de rechtbank hieromtrent heeft overwogen bij tussenvonnis van 27 september 2006 onder 2.9. [eiser] werd in de gelegenheid gesteld om onder meer een gespecificeerde opgave te doen van de werkzaamheden die hij tot de datum van het ongeval feitelijk verrichtte en van de (duurzame) inkomsten die hij daaruit genoot. Voorts werd [eiser] in de gelegenheid gesteld daaromtrent een gespecificeerd bewijsaanbod te doen. Ter comparitie van partijen is (de raadsvrouwe van) [eiser] hier nogmaals op gewezen.
2.19  De rechtbank wijst erop dat [eiser] in zijn visie reeds voorafgaande aan het ongeval arbeidsgeschikt was voor werkzaamheden als schilder en timmerman. Indien [eiser] in die periode niettemin geen inkomsten genoot uit kluswerkzaamheden voor derden valt niet in te zien waarom dat in de situatie zonder ongeval na ongevalsdatum wel het geval zou zijn geweest. Voor zover [eiser] voor ongevalsdatum wel kluswerkzaamheden voor derden verrichtte en daaruit inkomsten genoot, mocht van hem worden verwacht dat hij, in ieder geval na herhaalde uitnodiging door de rechtbank daartoe, daaromtrent een gespecificeerd bewijsaanbod zou doen.
2.20  Nu [eiser] zijn stellingen ter zake van kluswerkzaamheden die hij in de situatie zonder ongeval voor derden zou hebben verricht niet voldoende heeft gespecificeerd (en geen gespecificeerd bewijsaanbod heeft gedaan), zal dit onderdeel van de vordering worden afgewezen. LJN BG4777