Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb A.dam 300108 rb-verzekeraar ook aansprakelijk voor door ingeschakelde advocaat gemaakte fout

Rb A.dam 300108 rb-verzekeraar ook aansprakelijk voor door ingeschakelde advocaat gemaakte fout
5.7.   Gelet op het bovenstaande acht de rechtbank de kans dat A haar schade op de EUR kan verhalen zodanig klein dat er voldoende reden is om aan te nemen dat A thans schade lijdt, althans kan lijden, als gevolg van de tekortkomingen van DAS.

Is DAS aansprakelijk voor het handelen van door haar ingeschakelde advocaten?
5.8.   DAS heeft ook aangevoerd dat er nog geen sprake was van verjaring op het moment waarop zij het dossier heeft overgedragen aan Van Dam & Kruidenier en dat zij op grond van artikel 3 lid 7 van de algemene voorwaarden niet aansprakelijk is voor het handelen dan wel nalaten van Van Dam & Kruidenier. A heeft daar tegenover betoogd, dat de vordering al verjaard was voordat het dossier werd overgedragen aan Van Dam & Kruidenier. Daarnaast beroept zij zich op de vernietigbaarheid van artikel 3 lid 7 van de algemene voorwaarden, omdat dit beding onredelijk bezwarend is en omdat haar geen redelijke mogelijkheid is geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen (de voorwaarden zijn niet voor of bij het sluiten van de overeenkomst ter hand gesteld).

5.9.   Wat betreft de beoordeling van de vraag of het beding onredelijk bezwarend is overweegt de rechtbank het volgende. Wanneer een rechtsbijstandverzekeraar er voor kiest advocaten in te schakelen, houdt de rechtsverhouding tussen de rechtsbijstandverzekeraar en de verzekerde (de rechtsbijstandzoekende) in zijn algemeenheid mede in, dat de rechtsbijstandverzekeraar supervisie dient te houden op deze advocaten. Hiermee strookt niet dat de rechtsbijstandverzekeraar haar aansprakelijkheid voor het handelen en/of nalaten van deze advocaten jegens de verzekerde zou kunnen uitsluiten. Daarbij spelen in casu de volgende omstandigheden een rol. A heeft er op gewezen, hetgeen niet door DAS is betwist, dat Van Dam & Kruidenier op verzoek van DAS en niet op haar verzoek is ingeschakeld. De rechtbank constateert bovendien dat DAS een gebrekkig dossier (waarin tot dan toe niet de juiste acties waren gevoerd) heeft overgedragen aan Van Dam & Kruidenier. De rechtbank gaat er van uit, nu het tegendeel niet door DAS is aangevoerd, dat Van Dam & Kruidenier haar acties na overleg en met toestemming van DAS heeft uitgevoerd. Tenslotte is de verzekerde in dit geval een consument en wordt volgens de zogenoemde grijze lijst, zoals bedoeld in artikel 237 aanhef en sub f Burgerlijk Wetboek, het beding in de algemene voorwaarden vermoed onredelijk bezwarend te zijn. Gelet op de hiervoor genoemde rechtsverhouding tussen de rechtsbijstandverzekeraar en de verzekerde en de overige omstandigheden van het geval acht de rechtbank artikel 3 lid 7 van de algemene voorwaarden onredelijk bezwarend. A heeft zich derhalve terecht op de vernietigbaarheid van het beding beroepen. Aan de beoordeling van de vragen of de vordering van A op de EUR is verjaard voor of na de overdracht van het dossier aan Van Dam & Kruidenier en of de algemene voorwaarden ter hand zijn gesteld, komt de rechtbank daarmee niet meer toe. Dit betekent dat DAS naar het oordeel van de rechtbank jegens A ook aansprakelijk is voor het handelen en/of nalaten van Van Dam & Kruidenier.
LJN: BD7591
Noot EJD: anders:  Rechtbank Amsterdam  180608,   LJN: BD6618