Rb M.burg 021209 na vrijspraak in straf, volgt veroordeling in civiele zaak, smartengeld 17.500,00
- Meer over dit onderwerp:
Rb M.burg 021209 na vrijspraak in straf, volgt veroordeling in civiele zaak, smartengeld 17.500,00
De enkelvoudige kamer van de rechtbank verwijst deze zaak voor verdere beoordeling naar de meervoudige kamer. Zij doet dit omdat er tegen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een strafrechtelijke procedure is gevoerd waarin hij door de rechtbank en het Hof is veroordeeld voor de gedragingen die hem in deze procedure verweten worden maar waarin [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] uiteindelijk, na terugverwijzing door de Hoge Raad, door het Hof is vrijgesproken.
Tegen de achtergrond van die rechterlijke uitspraken moet dit civiele geschil meervoudig worden beoordeeld.
De rechtbank heeft in conventie [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] opgedragen bewijs te leveren van feiten en omstandigheden waaruit kan worden afgeleid dat zij seksueel door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is misbruikt. Deze bewijsopdracht is een samenvatting van haar stelling uit de dagvaarding onder 2. waarin het seksueel misbruik nader is omschreven.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft zichzelf en drie andere personen als getuigen laten horen. In contra-enquête is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zelf als getuige gehoord.
Daarnaast bevindt zich in het dossier een (groot) aantal schriftelijke stukken waaronder het politiedossier van de strafzaak tegen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] met daarin de aangifte van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en diverse verklaringen van door de politie en de Rechter-Commissaris gehoorde getuigen.
volgt uitgebreide bespreking bewijsmiddelen met slotsom:
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gedurende een groot aantal jaren seksueel te misbruiken onrechtmatig jegens haar gehandeld.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft ter zake van daardoor geleden en nog te lijden immateriële schade een bedrag gevorderd van € 20.000,-- en ter zake van geleden en te lijden materiële schade een bedrag van € 3.970,--.
Met betrekking tot de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gevorderde vergoeding ter zake van immateriële schade overweegt de rechtbank het navolgende.
Gelet op de afgelegde verklaringen en de brief van [betrokkene 7], forensisch geneeskundige, is naar het oordeel van de rechtbank komen vast te staan dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vanaf omstreeks haar vierde jaar tot ongeveer haar vijftiende jaar, dus zeker 10 jaar, door haar vader met grote regelmaat seksueel is misbruikt. Het seksueel misbruik vond plaats in het kader van het gezinsleven met haar eigen vader van wie zij voor een deel van de opvoeding, verzorging en het verkrijgen van veiligheid afhankelijk was. Uit de brief van [betrokkene 7] volgt voorts dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vanaf september 2003, voor de ten gevolge van de seksuele mishandeling opgelopen posttraumatische stressstoornis, onder behandeling was van een psychotherapeut verbonden aan Emergis. [betrokkene 7] concludeert, op basis van de schriftelijke informatie-inwinning bij de behandelend geneeskundige [betrokkene 7], dat sprake is van ernstig en langdurig seksueel misbruik met mogelijk blijvende gevolgen. De behandelend psychotherapeut, [betrokkene 8], heeft bij brief van 17 januari 2005 aan de advocate van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] meegedeeld dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op dat moment nog zeker één jaar begeleiding nodig zou hebben.
Al deze omstandigheden in aanmerking nemend is de rechtbank van oordeel dat een immateriële schadevergoeding van € 17.500,-- redelijk en billijk is.
De rechtbank zal, gelet op het vorenstaande, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dan ook veroordelen tot betaling aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] van een bedrag van € 17.500,-- ter zake van immateriële schadevergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van 11 oktober 2004.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert ook vergoeding van door haar geleden materiële schade. Deze schade bestaat volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] uit gemaakte autokosten tot een bedrag van € 970,-- ter zake van autoritten die zij heeft moeten maken in het kader van het strafrechtelijk onderzoek en in verband met de wekelijkse psychiatrische begeleiding.
Door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zijn de door haar gereden kilometers en het doel van de reis aangegeven. De rechtbank is van oordeel dat dit bedrag door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voldoende is onderbouwd en zal dit bedrag dan ook toewijzen.
Het door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gevorderde bedrag van € 3.000,-- ziet op autokosten verbonden aan na het uitbrengen van de dagvaarding nog 5 jaar wekelijks psychiatrische behandeling. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] woont, zo blijkt uit de door haar als getuige in het kader van deze procedure afgelegde verklaring, in Spanje. Uit haar verklaring valt op te maken dat ze daar ten tijde van het getuigenverhoor gehouden op 17 juni 2009 zo’n vier jaar woont, sinds medio 2005. Uiterlijk op dat moment zal ook de behandeling door de psychotherapeut beëindigd zijn. De na het uitbrengen van de dagvaarding eind oktober 2004 gemaakte kosten ter zake van bezoek aan de psychotherapeut begroot de rechtbank op een bedrag van € 350,--. Daarbij is de rechtbank uitgegaan van nog 35 weken behandeling, van november 2004 tot medio 2005, waarvoor nog 35 keer 40 kilometer moest worden gereden à € 0,25 per kilometer.
De rechtbank zal [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordelen tot betaling aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] van een bedrag van € 1.320,-- ter zake van materiële schadevergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente over een bedrag van € 970,-- met ingang van 11 oktober 2004 en over een bedrag van € 350,-- met ingang van heden. LJN BK9848