Overslaan en naar de inhoud gaan

SFG 180316 seksueel misbruik in jeugdzorginstelling; aanvrager komt in aanmerking voor een vergoeding van € 65.000,00

SFG 180316 seksueel misbruik in jeugdzorginstelling; aanvrager komt in aanmerking voor een vergoeding van € 65.000,00

2. De aanvraag 

Aanvrager is in 1983 samen met zijn oudere broer en zus geplaatst in Q. 
Aanvrager geeft aan dat een leid.inggevende regelmatig 's avonds naar de kamer van aanvrager en zijn broer kwam. Beschuldigde dwong aanvrager om hem oraal en manueel te bevredigen. Dit misbruik vond ook plaats in de douche waarbij beschuldigde ook seksueel getinte uitspraken deed. Aanvrager heeft aangegeven dat hij zag dat zijn broer op dezelfde wijze seksueel misbruikt werd door beschuldigde. 

3. Reactie instelling 

De instellng geeft aan dat zij in de archieven niets heeft gevonden over het verblijf van aanvrager bij het tehuis. De instelling heeft ook niets gevonden over de door aanvrager genoemde beschuldigde. 

4. Beoordeling (steun)bewijs 

De Commissie vindt voldoende aannemelijk dat aanvrager in de periode 1983-1984 verbleef in Q. Dit tehuis is rechtsvoorganger van de instelling. 

De Commissie vindt ook voldoende aannemelijk dat aanvrager tijdens zijn verblijf bij de instelling misbruikt is door een medewerker van het tehuis. 

De Commissie baseert zich bij deze beoordeling, onder andere, op de beschikkingen van de rechtbank Roermond. medische informatie en de soortgelijke aanvraag van de broer van aanvrager. 
De schriftelijke reactie van de instelling en hetgeen op de hoorzitting naar voren is gekomen neemt de Commissie ook mee in. de beoordeling. 

5. Tegernoetkomingscategorie 

Op basis van het Statuut kan naar billijkheid een tegemoetkoming in de schade, die ontstaan is door seksueel misbruik, toegekend worden. De tegemoetkoming heeft het karakter van smartengeld met als doel erkenning van het gepleegde seksueel misbruik. Het is bedoeld om een materiële vergoeding te bieden ter verzachting van het psychische leed, de pijn, het verdriet en de gederfde levensvreugde. Daarnaast is het toegekende bedrag bedoeld als een tegemoetkoming voor onkosten die het gevolg zijn geweest van het misbruik. 

De Commissie is van oordeel dat er sprake is van een uitzonderlijk geval van seksueel misbruik is dat overeenkomt met categorie e van artikel 6 lid 1 van het Statuut. De Commissie kent hiervoor € 50.000,00 toe. 

De Commissie komt tot dit oordeel op grond van de volgende omstandigheden. 
Aanvrager is ongeveer 2 jaar lang seksueel misbruikt in het tehuis door beschuldigde. Het misbruik bestond uit oraal binnendringen met het geslachtsdeel en manuele bevrediging. 

Vermogensschade

Volgens artikeI 61id 1 onder fvan het S t kan in gevallen bedoeld in categorieën c, d en e waarin de vermogensschade van een aanvrager door het seksueel misbruik substantieel is en het causaal verband tussen het seksueel misbruik en die schade voldoende aannemelijk is een bedrag worden toegekend. 
De Commissie kent aanvrager € 15.000,00 toe voor vermogensschade. Hieronder licht de Commissie dit toe. 

Uit het dossier is gebleken dat aanvrager al enige tijd psychische problemen heeft die hem in bepaalde mate belemmeren in het dagelijks leven. Aanvrager heeft recentelijk zijn eerder gestopte behandeling bij GGZweer opgepakt. 
Uit het dossier blijk echter ook dat het misbruik in het tehuis niet de enige oorzaak is voor de psychische problemen van aanvrager. De problemen die aanvrager ondervindt en de bijkomende vermogensschade komen dus niet alleen door het misbruik In het tehuis. Daarom is het voor de Commissie niet mogelijk om te beoordelen op welke 'wijze aanvrager op de arbeidsmarkt gefunctioneerd zou hebben, en welke inkomenspositie hij zou hebben gehad, als hij geen slachtoffer zou zijn geweest van het seksueel misbruik in het tehuis. 
De Commissie kan dus niet precies beoordelen of, en in welke mate, aanvrager inkomstenverlies heeft geleden als gevolg van het misbruik in het tehuis. De Commissie vindt wel aannemelijk dat er bij aanvrager enige vermogensschade Is ontstaan als gevolg van het seksueel misbruik in het tehuis. Daarom stelt de Commissie in redelijkheid een bedrag vast. Hierbij houdt de Commissie er rekening mee dat er ook andere oorzaken zijn voor het inkomstenverlies. De Commissie vindt € 15.000,00 passend voor de situatie van aanvrager. 

6. Kosten voor rechtsbijstand 

Aanvrager heeft ten behoeve van de hoorzitting een advocaat ingeschakeld. Op grond van artikel 15 van het Statuut kan aanvrager daar een tegemoetkoming voor krijgen, Gelet op de zwaarte en omvang van de aanvraag. en het feit dat de advocaat aanwezig was bij de hoorzitting, stelt de Commissie € 1.500,00 vast als tegemoetkoming in de kosten voor rechtsbijstand. 

7. Verrekening 

Aanvrager heeft vanuit de Tijdelijke regeling al € 10.000,00 ontvangen voor het misbruik in het tehuis. Dit bedrag wordt verrekend met de tegemoetkoming die aanvrager van de instelling ontvangt. Het bedrag dat het Schadefonds Geweldsmisdrijven vanuit de Tijdelijke regeling aan aanvrager heeft betaald, dient door de instelling aan het Schadefonds terugbetaald te worden. 

8. Betaling 

De Commissie draagt de instelling op het bedrag van € 56.500,00 te betalen aan aanvrager. 
Dit bedrag wordt binnen 30 dagen na ontvangst van de uitspraak van de Commissie door de instelling betaald. 

De tegemoetkoming wordt betaald zonder dat van aanvrager filiale kwijting met betrekking tot het seksueel misbruik wordt verlangd. Dit betekent dat het voor aanvrager mogelijk blijft om de instelling in de toekomst aansprakelijk te stellen. 

Met dank aan mr. T. Gersjes, Gersjes Advocaten, voor het inzenden van deze uitspraak. Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2016/SFG-180316

Zie voor de vergelijkbare zaak van de broer: www.letselschademagazine.nl/2016/SFG-180316-2