Overslaan en naar de inhoud gaan

RBLIM 120325 magnesiumoverdosering vroeggeborene (27,5 wkn); rb benoemt neonatoloog; deze mag zich laten bijstaan door een kinderneuroloog

RBLIM 120325 magnesiumoverdosering vroeggeborene (27,5 wkn); rb benoemt neonatoloog; deze mag zich laten bijstaan door een kinderneuroloog

in vervolg op:
RBLIM 050225 rb volgt eerder desk. bericht bij magnesiumoverdosering vroeggeborene (27,5 wkn), maar heeft behoefte aan aanvullend rapport neonatoloog

2De verdere beoordeling

2.1.

Dr. F. Groenendaal heeft de rechtbank op 30 januari 2025 per e-mail bericht dat hij bereid is om als deskundige in deze zaak op te treden en dat het hem ook vrijstaat om dat te doen. Hij heeft kenbaar gemaakt zich bij zijn onderzoek te laten bijstaan door kinderneuroloog dr. W.C.G. Overweg-Plandsoen. Hij heeft de kosten voor het opstellen van het rapport, inclusief de kosten van dr. Overweg-Plandsoen, begroot op € 22.911,35 inclusief btw.

2.2.

Partijen hebben de rechtbank bij akten uitlaten bericht geen bezwaar te maken tegen de begrote kosten.

2.3.

De rechtbank zal het voorschot daarom vaststellen op € 22.911,35 (inclusief btw). In het vonnis van 13 december 2023 is al aangekondigd en toegelicht door welke partij het voorschot op de kosten van de deskundige moet worden betaald.

2.4.

Het deskundigenonderzoek zal in dit vonnis worden bevolen. De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals hierna onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaraan de gevolgen verbinden die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.

2.5.

Als een partij op verzoek van de deskundige of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige toestuurt, moet zij daarvan direct een afschrift aan de wederpartij verstrekken.

2.6.

De rechtbank ziet geen aanleiding om tussentijds hoger beroep van deze tussenbeslissing toe te staan. Zij zal de beslissing over het voorschot ambtshalve uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

2.7.

Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3De beslissing

De rechtbank

3.1.

beveelt een onderzoek door een deskundige voor de beantwoording van de volgende vragen:

  1. Is er sprake van een medische eindtoestand bij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 3] ?

  2. Zo nee, verwacht u een belangrijke verbetering of verslechtering bij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 3] (welke?) en op welke termijn verwacht u dat er sprake is van een medische eindsituatie?

  3. Is er sprake van (een) blijvende ontwikkelingsstoornis(sen) bij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 3] ?

4. Zo ja, van welk type ontwikkelingsstoornis(sen) is sprake? Gaat het om dezelfde ontwikkelingsstoornis(sen) als in 2008 of gaat het (ook) om andere ontwikkelingsstoornis(sen)?

5. A) Mocht u (ook) andere ontwikkelingsstoornis(sen) bij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 3] vaststellen dan [naam] in 2008 heeft gedaan, heeft de magnesiumoverdosering bijgedragen aan die ontwikkelingsstoornissen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 3] ? En als dat het geval is, in welke mate?
B) Deelt u, gelet op eventuele door u vastgestelde ontwikkelingsstoornis(sen) van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 3] , alle nieuwe wetenschappelijke onderzoeksresultaten sinds 2008 en eventuele door partijen nieuw aangereikte medische informatie met betrekking tot [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 3] waarover [naam] mogelijk in 2008 niet beschikte, de opvatting van [naam] zoals verwoord in zijn rapport uit 2008 dat de magnesiumoverdosering voor circa 50% heeft bijgedragen aan de ontwikkelingsstoornissen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 3] en de extreme pre-dysmaturiteit voor de andere 50%?
Zo nee, van welk percentage gaat u uit en waarom?
C) Wilt u aangeven of het door u berekende percentage van toepassing is op alle door u vastgestelde stoornissen of dat (ook) sprake is van ontwikkelingsstoornissen die niet verband houden met de overdosering en waarop het door u bekende percentage dus niet van toepassing is?


U wordt verzocht uw antwoorden zo veel mogelijk te motiveren aan de hand van studies die betrekking hebben op het ontstaan van ontwikkelingsstoornissen bij vroeggeboortes met een laag geboortegewicht en andere studies die u relevant acht.

6. Is voor u inzichtelijk hoe [naam] is gekomen tot zijn conclusie dat de kans op ontwikkelingsstoornissen toe is genomen van 39% naar 77,8%?
Zo ja, wilt u zijn benadering nader toelichten?

7. Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?

3.2.

benoemt tot deskundige:

Dr. F. Groenendaal, kinderarts-neonatoloog,

correspondentieadres: [adres] ,

telefoon: [telefoonnummer] ,

e-mailadres: [e-mailadres] ,

en verstaat dat hij zich in zijn onderzoek mag laten bijstaan door
dr. W.C.G. Overweg-Plandsoen, kinderneuroloog,

3.3.

bepaalt dat de griffier een kopie van dit vonnis aan de deskundige zal toezenden,

het voorschot

3.4.

stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vast op € 22.911,35 (inclusief btw),

3.5.

bepaalt dat AZM het voorschot moet overmaken binnen twee weken na de datum van de nog te ontvangen nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,

3.6.

draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot, Rechtbank Limburg 12 maart 2025, ECLI:NL:RBLIM:2025:8662