Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Amsterdam 230414 bewijs geleverd dat paard van vijf paarden de staart heeft aangevreten; aansprakelijk ogv art. 6:179 BW

Rb Amsterdam 230414 bewijs geleverd dat paard van vijf paarden de staart heeft aangevreten; aansprakelijk ogv art. 6:179 BW

2.16.
De conclusie van het voorgaande is dat [eiser] geslaagd is in het leveren van het bewijs van zijn stelling dat het paard van [gedaagde] van zijn vijf paarden de staart heeft aangevreten. [gedaagde] is derhalve, zoals overwogen in het tussenvonnis, op grond van artikel 6:179 BW aansprakelijk voor de daardoor door zijn paard aangerichte schade.

2.17.
Zoals in het tussenvonnis (en in navolging daarvan hiervoor onder 2.1. en 2.2.) reeds op voorhand is overwogen, zal [eiser] de hoogte van de schade tengevolge van het aanvreten van de staarten moeten bewijzen. De rechtbank zal de zaak hiertoe naar de rol verwijzen. [eiser] zal zich op de betreffende roldatum bij akte kunnen uitlaten over de vraag of en, zo ja, hoe hij dit bewijs wilt leveren. De rechtbank geeft partijen hierbij in overweging dat het hen vanzelfsprekend ook vrijstaat in onderling overleg tot een minnelijke regeling te komen ten aanzien van de hoogte van de door [gedaagde] aan [eiser] te vergoeden schade. ECLI:NL:RBAMS:2014:3568