Rb Zutphen 210410 paard rukt longeerlijn uit handen waardoor pink en ringvingerletsel; tegenstribbelen paard geen gevolg van de eigen energie van het dier
- Meer over dit onderwerp:
Rb Zutphen 210410 paard rukt longeerlijn uit handen waardoor pink en ringvingerletsel; tegenstribbelen paard geen gevolg van de eigen energie van het dier
2.2. Op 23 oktober 2004 vonden in voornoemde manege te Delft dressuurwedstrijden plaats, waaraan zowel de dochter van [Gedaagde] met Unique als [Eiseres] met Umbro meedeed. [Stalhouder] vervoerde de twee paarden met zijn grote veewagen van zijn stal naar het wedstrijdterrein te Delft. Daar aangekomen zijn beide paarden door [Stalhouder] uit de wagen gehaald en er later ook weer ingezet, Dat verliep rustig en zonder bijzonderheden. Toen Unique voor de tweede maal uit wagen moest komen om zijn wedstrijd te lopen, weigerde hij naar buiten te komen. [Stalhouder] en [Eiseres] hebben tevergeefs geprobeerd met een bezem tegen de achterhand van Unique te duwen en hem door lichte tikjes met een zweep naar buiten te drijven. Daarom hebben zij toen besloten om een longeerlijn om de achterhand van het paard, net onder zijn billen, te leggen en hem op die manier naar buiten te trekken. Unique stond met zijn hoofd naar de open zijde van de veewagen. [Stalhouder] en [Eiseres] hadden links en rechts de longeerlijn vast en een derde persoon, [Derde persoon], stond vóór Unique op de klep van de veewagen en hield een andere lijn vast, die aan het hoofd van het paard was vastgemaakt. Bij het trekken aan de longeerlijn is die op een gegeven moment met kracht uit de rechterhand van [Eiseres] geschoten, waarbij de (musketon)haak, die aan haar zijde aan het uiteinde van de longeerlijn zat, langs haar vingers werd getrokken. Daardoor zijn de ringvinger en de pink van haar rechterhand gebroken.
5. De beoordeling
5.1. Artikel 6:179 BW bepaalt dat de bezitter van een dier aansprakelijk is voor door het dier aangerichte schade, tenzij aansprakelijkheid krachtens artikel 6:162 BW zou hebben ontbroken indien de bezitter de gedraging van het dier, waardoor de schade werd toegebracht, in zijn macht zou hebben gehad. Dit artikel brengt de door een dier aangerichte schade in beginsel voor risico van de bezitter van het dier. Voor de toepassing van voormeld artikel dient ervan te worden uitgegaan dat de bedoelde aansprakelijkheid is gebaseerd op het gevaar dat in de eigen energie van het dier schuilt en het onberekenbare element dat daarin is gelegen.
Het primaire verweer van [Gedaagde] houdt in dat niet (de eigen energie van) het paard Unique de schade heeft veroorzaakt, maar het handelen van [Eiseres] en [Stalhouder].
5.2. In dit geval is de verwonding van [Eiseres] ontstaan doordat de haak aan de longeerlijn, die [Eiseres] in haar hand hield, langs haar vingers werd getrokken toen de longeerlijn met kracht uit haar hand schoot. Volgens [Eiseres] heeft het paard veroorzaakt dat de longeerlijn met kracht uit haar hand schoot.
Naar het oordeel van de rechtbank kan evenwel niet gezegd worden dat de eigen energie van het paard ervoor heeft gezorgd dat de longeerlijn met kracht uit haar hand schoot. Toen [Eiseres] en [Stalhouder] aan de longeerlijn stonden te trekken om het paard uit de wagen te krijgen, stribbelde het paard daarbij wellicht tegen, hetgeen te verwachten was. Zelfs indien het paard Unique daarbij een stap achteruit heeft gedaan, kan dat niet beschouwd worden als een onberekenbaar element van de eigen energie van het paard. Het was eerder een logisch gevolg van het trekken aan de longeerlijn. [Eiseres] (en [Stalhouder]) hadden daarmee rekening moeten houden. Daar komt nog bij dat het paard er al helemaal niet verantwoordelijk voor is, dat [Eiseres] en [Stalhouder] ervoor hebben gekozen om een longeerlijn te gebruiken met een musketonhaak er(nog)aan. Als zij dat niet hadden gedaan, maar een touw zonder haak hadden gebruikt, was [Eiseres] zeer waarschijnlijk niet gewond geraakt. Dat leidt de rechtbank af uit de stelling van [Eiseres] dat zij gewond is geraakt door de haak die langs haar vingers werd getrokken. Over een verwonding door de longeerlijn zelf, wordt immers niet gerept.
5.3. Op bovenstaande gronden wordt geconcludeerd dat de verwonding van [Eiseres] niet is veroorzaakt door het paard Unique, zodat artikel 6:179 BW in dit geval niet van toepassing is. Dit betekent dat [Gedaagde], als bezitter van het paard Unique, niet aansprakelijk is voor de schade die het gevolg is van die verwonding. Daarom zullen de vorderingen van [Eiseres] worden afgewezen en komt de rechtbank niet toe aan een behandeling van de door [Eiseres] gestelde schade. LJN BM4553