Rb Assen 070410 tak op de weg na harde wind ; bromfietser tegen lantaarnpaal; gemeente niet aansprakelijk obv 6:174, want niet aansprakelijk voor de aanwezigheid van corpora aliena
- Meer over dit onderwerp:
Rb   Assen 070410 tak op de weg na harde wind ;   bromfietser tegen lantaarnpaal; gemeente niet aansprakelijk obv 6:174,   want niet aansprakelijk voor de aanwezigheid van  corpora aliena
3.1.  Tussen partijen als onomstreden het volgende vast. 
3.2.  Op 1 november 2006 vond in de gemeente Meppel, op een openbare     weg genaamd de Schiphorstweg, een ongeval plaats doordat eiser met  zijn    bromfiets moest uitwijken voor een tak die het hele fietspad   versperde.   De tak lag op het pad na een flauwe bocht die eiser had   genomen. Het   had die dag hard gewaaid. 
Eiser had geen rekening gehouden met de mogelijke aanwezigheid van     de tak door zijn snelheid te verminderen, hij verwachtte de tak niet. 
De uitwijkmanoeuvre had tot gevolg dat eiser met zijn bromfiets van     het fietspad raakte en tegen een lantaarnpaal botste. 
3.3.  De botsing had een totaal verlies van zijn bromfiets tot     gevolg en lichamelijk letsel van eiser. Eiser is naar het ziekenhuis     gebracht en de politie heeft het wrak van zijn bromfiets bij hem thuis     afgeleverd. 
Eisers letsel heeft tot meerdere ziekenhuisopnames geleid.     Onduidelijk is of volledig herstel volgt. 
3.4.  Eisers raadsman heeft de gemeente aansprakelijk gesteld. De     gemeente heeft haar verzekeraar ingeschakeld en de claim is afgewezen. 
Daarop ontstond volgens de raadsman een noodzaak om van de rechtbank     een verklaring voor recht te vragen. 
3.5.  Bij de inleidende dagvaarding stelt eiser zich op het     standpunt dat de gemeente voor de schade aansprakelijk is nu deze     bezitter was van een gebrekkige openbare weg en er ook niet voor heeft     gezorgd dat de tak niet op de weg lag, aldus haar verplichting tot     onderhoud en/of zorg niet veronachtzamend. 
3.6.  De gemeente stelt dat zij voor de onderhavige schade niet     aansprakelijk geacht kan worden, met name niet in het licht van artikel     6:174 BW. Zij acht zich niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt   door   voorwerpen en/of substanties op het wegdek die niet duurzaam met   het   wegdek zijn verenigd, tenzij uit hoofde van artikel 6:162 BW.  Doch  ook   op die grondslag is er geen aansprakelijkheid: 
‘Aansprakelijkheid zou pas aan de orde zijn wanneer de Gemeente     Meppel op de hoogte was dan wel behoorde te zijn van de tak op het     fietspad en verzuimd zou hebben passende maatregelen (verwijderen of     waarschuwen) te treffen. De Gemeente Meppel was niet op de hoogte van de     tak op het fietspad. Een dergelijke melding is niet binnen gekomen.     Voorts kan het van een wegbeheerder niet verlangd worden dat continu  de    wegen gecontroleerd worden. Te gelden heeft daarbij dat de  financiële    middelen daarvoor niet beschikbaar zijn.’ 
3.7.  Bij de beoordeling van het geschil gaat de rechtbank er van     uit dat kort voordat het ongeval plaatsvond de tak op het fietspad is     geraakt. De indicaties daarvoor zijn dat het toen hard waaide en dat  de    tak niet al was verwijderd terwijl deze wel het hele pad  versperde. 
Dit leidt er toe dat de gemeente op het tijdstip van het ongeval     hiervan niet op de hoogte was of kon zijn, en wellicht ook dat, als zij     wel een melding had gekregen, zij niet meer op tijd kon zijn om deze   te   verwijderen voordat eiser op de plek des onheils arriveerde. 
3.8.  De vordering van eiser, zoals neergelegd in de inleidende     dagvaarding, steunt primair op de risicoaansprakelijkheid die geldt voor     een bezitter van een openbare weg, als neergelegd in artikel 6:174   BW. 
Die aansprakelijkheid doet zich in beginsel voor als de openbare weg     niet in goede staat verkeert, daarvoor moest de gemeente zorgen. 
Echter, het fietspad (de openbare weg in geding) verkeerde als     zodanig in goede staat. Er lag alleen iets op dat geen onderdeel     uitmaakt van het pad in de meest ruime zin van het woord (lichaam,     uitrusting, waarschuwingen e.d.). Daarop heeft de     risico-aansprakelijkheid van artikel 6:174 BW geen betrekking. 
Een andere opvatting omtrent artikel 6:174 BW zou leiden tot het     onaanvaardbare gevolg dat op de wegbeheerder een aansprakelijkheid zou     rusten voor schade ontstaan door talloze denkbare corpora aliena die  op    de weg zijn gekomen, zoals daar zijn scherven van (bier)flessen,     spijkers of blikjes, en dat dit zelfs zou gelden bij het opzettelijk  en    verdekt aanbrengen van die voorwerpen door derden. 
3.9.  Dan is het echter nog wel de vraag of de gemeente     aansprakelijk is op grond van de generale aansprakelijkheidsregeling in     artikel 6:162 BW. 
Onder omstandigheden kan de wegbeheerder ook aansprakelijk zijn voor     de gevolgen van ook voormeld opzettelijk gedrag, en bijgevolg zeker     voor situaties waarin gedrag van mensen geen rol speelt. 
Dat is bijvoorbeeld het geval als na een melding van een gevaarlijke     situatie niet wordt opgetreden waar dit bij uitstek de taak voor de     wegbeheerder is in dat concrete geval. De gemeente stelt dat terecht  en    merkt daar terecht bij op dat niet verlangd kan worden dat zij  continu    de wegen controleert. 
3.10.  In casu zijn geen feiten gesteld of gebleken die de conclusie     rechtvaardigen dat de gemeente onrechtmatig of onzorgvuldig heeft     gehandeld in de zin van artikel 6:162 BW; met name niet dat de gemeente     op de hoogte was van de tak en niettemin zou hebben nagelaten  passende    maatregelen te nemen. 
3.11.  Gelet op dit alles moet de conclusie zijn dat er geen     aansprakelijkheid van de gemeente is en dat de gevraagde verklaring voor     recht dus niet kan worden afgegeven. LJN  BN1608
