Overslaan en naar de inhoud gaan

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba 130416 rugletsel barmedewerker; ondanks rapportage partijdeskundige tzv causaliteit schending zorgplicht wg-er

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba 130416 rugletsel barmedewerker; ondanks rapportage partijdeskundige tzv causaliteit schending zorgplicht wg-er

2 DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Voorop wordt gesteld dat volhard wordt in hetgeen is overwogen en geoordeeld bij tussenvonnis van 25 maart 2015.

2.2
Bij tussenvonnis is geoordeeld dat HIM haar zorgplicht ex artikel 7A:1614x BWA jegens Eiser geschonden heeft en dat hierdoor het vermoeden van causaliteit (tussen het werk bij HIM en het bij Eiser ontstane letsel) is ingetreden. HIM is vervolgens in de gelegenheid gesteld om dit bewijsvermoeden te ontkrachten, door aan te tonen dat Eiser, ook indien er geen sprake zou zijn geweest van schending van haar zorgplicht, Eiser de zelfde schade zou hebben geleden.

2.3
HIM heeft hiertoe een deskundigen rapport laten opstellen door [deskundige], een BIG-geregistreerde neuroloog te Nederland. De heer [deskundige] heeft geconcludeerd dat de werkzaamheden als ‘barback’ en het tillen van bierfusten door Eiser slechts uitlokkende momenten zijn geweest, omdat de rugklachten ook zonder het tillen van de bierfusten zouden zijn ontstaan. Volgens [deskundige] heeft literatuur uitgewezen dat niet alleen rug belastende werkzaamheden de oorzaak zijn van rugklachten, maar ook factoren zoals lichaamsbouw, lichaamsgewicht, stressfactoren, de algehele en lokale (spier)conditie en sportieve activiteiten. [deskundige] ontkent dat er enige causaliteit bestaat tussen de klachten en het werk. Hij concludeert dat - gelet op het recidiverend drugs en alcoholgebruik - niet altijd sprake is geweest van een optimale conditie bij Eiser en dat dit de belangrijkste bijdragende factor is geweest bij het ontstaan van degeneratieve afwijkingen van zijn rug. Vervolgens concludeert HIM dat er geen sprake is van schending van haar zorgplicht.

2.4
Naar het oordeel van het gerecht rechtvaardigt het partijrapport van [deskundige] deze conclusie van HIM niet. Vast staat dat Eiser tot 20 maart 2005 onbekend was met rugproblemen en dat deze zich spontaan manifesteerden tijdens het verplaatsen van een fust bier. Tot begin 2010 heeft Eiser zijn werkzaamheden als barback vervuld. Afgezien van het verstrekken van karretjes heeft HIM gedurende de jaren dat Eiser werkzaam was voor HIM, niets gedaan ter voorkoming van letsel tijdens de uitoefening van de werkzaamheden als barback. De stelling van [deskundige] dat het rug letsel van Eiser is veroorzaakt door degeneratieve veranderingen van de rug, zoals deze bij elke persoon in de tijd kunnen optreden en volledig los staan van de werkzaamheden van Eiser, acht het gerecht onaannemelijk. Daar komt bij dat dit rapport is opgesteld op basis van verkregen schriftelijke informatie, terwijl Eiser zelf niet is gehoord, laat staan onderzocht. [deskundige] heeft er voorts geen blijk van gegeven rekening te hebben gehouden met het feit dat HIM aan Eiser geen hulpmiddelen heeft verstrekt - zoals steunriemen - ter voorkoming van rugletsel, noch duidelijke tilinstructies heeft gegeven aan Eiser.

2.5
Uit het voorgaande volgt dat HIM er - ondanks het rapport van [deskundige] - niet in is geslaagd het bewijsvermoeden te ontkrachten. Aldus is HIM aansprakelijk voor de schade van Eiser.

2.6
De zaak wordt naar de rol verwezen voor akte onderbouwing schade aan de zijde van Eiser. ECLI:NL:OGEAA:2016:275