RBAMS 240724 voetganger struikelt op stoep maar weet niet meer precies waar; enkele verklaring eiser onvoldoende om gebrek vast te stellen; gemeente niet aansprakelijk
- Meer over dit onderwerp:
RBAMS 240724 voetganger struikelt op stoep maar weet niet meer precies waar; enkele verklaring eiser onvoldoende om gebrek vast te stellen; gemeente niet aansprakelijk
1 Waar gaat deze zaak over?
1.1.
[eiser] is in 2020 tijdens het wandelen op de stoep van de [locatie] gestruikeld en gevallen. Zij heeft daarbij letsel opgelopen aan haar rechterpols en hand, waaraan zij is geopereerd. Daarna heeft zij een lang revalidatietraject doorlopen. Zij kan haar hand nog steeds niet 100 % gebruiken.
1.2.
De stoep waarop [eiser] liep is van de gemeente. [eiser] zegt dat de stoeptegels zó scheef en los lagen, dat zij daarover is gestruikeld. Zij vordert dat de rechtbank vaststelt (“voor recht verklaart”) dat de gemeente aansprakelijk is en dat de schade daarna in een aparte procedure (de schadestaatprocedure) wordt vastgesteld.
1.3.
De rechtbank oordeelt in dit vonnis dat de gemeente niet aansprakelijk is. [eiser] heeft de rechtbank niet duidelijk kunnen maken dat de tegel waarover zij is gestruikeld zó scheef lag dat die een gevaar opleverde. Haar vordering wordt dus afgewezen.
(... red. LSA LM)
3 Wat oordeelt de rechtbank?
3.1.
[eiser] baseert haar vordering op artikel 6:174 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW). In dat artikel staat dat de bezitter van een opstal die niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen, en daardoor gevaar voor personen of zaken oplevert, in principe aansprakelijk is wanneer dit gevaar zich verwezenlijkt.
3.2.
Het staat vast dat de stoep een opstal is en dat de gemeente daarvan de bezitter is. De vraag is dus of de stoep niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen, en daardoor gevaar oplevert.
3.3.
De Hoge Raad heeft in 2010 geoordeeld1 dat het er daarbij om gaat of de opstal deugdelijk is, gelet op het te verwachten gebruik of de bestemming daarvan, met het oog op voorkoming van gevaar voor personen en zaken. Die vraag moet naar objectieve maatstaven worden beantwoord. Daarbij is ook van belang hoe groot de kans op verwezenlijking van het gevaar is en welke onderhouds- en veiligheidsmaatregelen mogelijk en redelijkerwijs te vergen zijn.
3.4.
De stoep is bestemd voor voetgangers en wordt door voetgangers gebruikt. Hij moet dus geschikt zijn om op te wandelen. Dat betekent niet dat er geen oneffenheden in mogen zitten, maar voetgangers hoeven niet zonder meer bedacht te zijn op grote hoogteverschillen. Het gaat er dus om hoe scheef de tegel lag waarover [eiser] is gestruikeld en hoe groot het hoogteverschil was.
3.5.
[eiser] weet niet meer precies over welke tegel zij is gevallen. Toen zij was gevallen had zij veel pijn en kon zij niet haar telefoon pakken om foto’s te maken van haar omgeving. Er is na een tijdje wel een fietser gestopt, die haar heeft geholpen met opstaan en die haar man heeft gebeld. Ook de fietser en haar man hebben op dat moment geen foto’s gemaakt. [eiser] weet nog wel waar zij is gevallen, namelijk tegenover het witte huis aan de overkant. Zij heeft haar man een tijd later gevraagd om naar de stoep te gaan om daar foto’s te maken van de losliggende tegels. Zij heeft bij de gemeente gemeld dat er tegels los lagen, de gemeente heeft die tegels ook vervangen. De stoep was overal heel hobbelig, nu ziet het er veel beter uit.
3.6.
De rechtbank kan op basis van de verklaring van [eiser] niet vaststellen over welke stoeptegel zij is gestruikeld, ook niet ongeveer. Dat betekent dat de rechtbank ook niet kan vaststellen dat de stoep op de plek waar zij is gestruikeld te veel hoogteverschil had en daardoor gevaar opleverde.
3.7.
Ook als de rechtbank ervan uitgaat dat [eiser] is gestruikeld over een van de tegels die zijn te zien op de foto’s die zij heeft overgelegd, dan nog is de gemeente daarvoor niet aansprakelijk. Op de foto’s zijn allemaal gedeelten van de stoep te zien waarop een of enkele tegels in meer of mindere mate scheef liggen. Nergens is het hoogteverschil echter dusdanig dat een voetganger daarop niet bedacht hoeft te zijn en dat dit gevaar oplevert.
3.8.
[eiser] heeft er nog op gewezen dat de gemeente een paar tegels in de stoep heeft vervangen. Zij leidt daaruit af dat de gemeente zelf dus ook vond dat die tegels gevaarzettend waren. Zij vindt dat op de gemeente een verzwaarde motiveringsplicht rust en dat de gemeente het schouwrapport moet overleggen waaruit blijkt hoe scheef de vervangen tegels precies lagen. De gemeente betwist dat er een schouwrapport is opgemaakt. Dat is volgens [eiser] reden om de omkeringsregel toe te passen.
3.9.
De rechtbank volgt [eiser] hierin niet. Het is aan [eiser] om duidelijk te maken over welke tegel (ongeveer) zij is gestruikeld. De gemeente heeft haar ook hierop gewezen. Nadat [eiser] de gemeente aansprakelijk had gesteld, heeft de gemeente haar immers binnen enkele dagen gevraagd om meer informatie over de plek waar zij is gevallen. [eiser] heeft daarna twee foto’s van één tegel opgestuurd, en een jaar later de getuigenverklaring van de fietser die is gestopt, en nog meer foto’s van andere tegels. [eiser] is dus voldoende in de gelegenheid geweest om zowel naar de gemeente als in deze procedure te onderbouwen waar zij is gevallen. Dan is er geen aanleiding om een verzwaarde motiveringsplicht van de gemeente aan te nemen. De omkeringsregel ziet op het vaststellen van causaal verband en is pas aan de orde als de feitelijke toedracht al vast staat. Dat is hier nog niet het geval.
3.10.
De conclusie is dat de vordering van [eiser] wordt afgewezen.
3.11.
[eiser] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van de gemeente worden begroot op:
- griffierecht |
€ |
676,00 |
|
- salaris advocaat |
€ |
1.228,00 |
(2 punten × € 614,00) |
- nakosten |
€ |
178,00 |
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing) |
Totaal |
€ |
2.082,00 |
1Arrest van 17 december 2010, Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht/Gemeente De Ronde Venen, ECLI:NL:HR:2010:BN6236.