Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Haarlem 280307 verkeersboete ingehouden op salaris

Rb Haarlem 28-03-07 verkeersboete ingehouden op salaris
Het beroep van de werknemer op het regime van artikel 7:681 BW slaagt slechts ten aanzien van de twee snelheidsovertredingen die immers betrekking hebben op een overschrijding van de maximumsnelheid met minder dan 10 km per uur. Gelet op de in het vonnis genoemde (en deels geciteerde) uitspraak van het Gerechtshof te ’s-Gravenhage, is de kantonrechter van oordeel dat bij deze twee overtredingen geen sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid. De hierop betrekking hebbende bedragen van tweemaal €30,00 hadden dus door de werkgever niet op het salaris mogen worden ingehouden. Dat kan niet gezegd worden ten aanzien van de overige overtredingen en verrekeningen. Daarbij gaat het immers om gedragingen (parkeerboetes, rijden in strijd met geslotenverklaring en door rood licht rijden) van de werknemer die met zich brengen dat hij zich daarvan bewust moet zijn geweest, zodat in beginsel sprake is geweest van opzet. De werknemer heeft nog wel aangevoerd dat hij in verband met de werktijden die hij voor de werkgever moest aanhouden, niet kon voorkomen dat hij de overtredingen beging en/of dat het door hem te vervoeren materiaal (ladders e.d.) hem dwong te parkeren op plaatsen waar het niet was toegestaan. Eén en ander is echter onvoldoende aannemelijk geworden. Het moet voor de werknemer immers toch mogelijk zijn geweest zijn materiaal uit te laden en vervolgens de auto elders te parkeren terwijl hij zijn werkzaamheden verrichtte. Dat dit niet tot zijn mogelijkheden behoorde, is gesteld noch gebleken. Voorts is onvoldoende gesteld of gebleken dat de werknemer door de werkgever aan dergelijke werktijden werd gehouden, dat deze hem verhinderden zijn werkzaamheden uit te oefenen zonder verkeersovertredingen te begaan. (kopje www.rechtspraak.nl)
LJN: BA1844